De (huisartsen)organisaties InEen, LHV en NGH hebben samen een digitaliseringsplan gemaakt. De organisaties maakte een gezamenlijke visie met bijpassende agenda van activiteiten.
Het plan beschrijft hoe digitale infrastructuur huisartsen, huisartsenposten, zorggroepen en gezondheidscentra kan helpen om de zorg te verbeteren. De plannen moeten de digitalisering in de zorg versnellen.
Drie gebieden
De visie van de Landelijke Huisartsen Vereniging, het Nederlands Huisartsen Genootschap en Ineen, belangenbehartiger van de georganiseerde eerste lijn, sluit aan bij het Hoofdlijnenakkoord huisartsenzorg 2019-2022. Hierin staat voor het eerst ook een paragraaf over digitalisering in de zorg.
De drie verenigingen gaan samen programma’s en projecten op drie gebieden opzetten:
- patiënt en zelfmanagement
- huisartsenzorg en praktijkvoering
- multidisciplinaire en regionale samenwerking
Inmiddels zijn er een aantal projecten opgezet. Zo is er OPEN, een samenwerking waarbij online inzage in het eigen patiëntendossier mogelijk wordt. Verder is er Project XIS, met toetsbare eisen voor de systemen die huisartsen in hun dagelijks werk gebruiken. Later dit najaar wordt deze roadmap inhoudelijk verder uitgewerkt.
Paradox
De organisaties lanceren het plan omdat de huisartsenzorg last hebben van de zogeheten digitaliseringsparadox. Deze zorgsector begon als een van de eersten met digitalisering. Jarenlang was de sector leidend, maar inmiddels is de voorgang gestaakt en dreigt de huisartsensector de boot te missen.
Veel huisartsen zien geen noodzaak om verder of anders te digitaliseren, terwijl er snelle ontwikkelingen gaande zijn met bijvoorbeeld E-health.
Visie
In de zogeheten Visie digitalisering huisartsenzorg 2019-2022 staat dat er een passende, toekomstgerichte data-infrastructuur nodig is om de huisartsenzorg te steunen. Het stuk bevat een roadmap met bijbehorende trajecten.
Inmiddels is ook duidelijk dat er geld beschikbaar is om het het akkoord ook daadwerkelijk uit te voeren. Het gaat om een bedrag van ruim 125 miljoen euro. 75 miljoen euro daarvan is bedoeld voor het project OPEN. De rest is bedoeld om de infrastructuur te verbeteren.
Een deel zal zeker ook bedoeld zijn om de vele verschillende systemen die in deze sector worden gebruikt te stroomlijnen. Een van de eerste doelen is dat al die systemen goed aansluiten en met elkaar samenwerken.