Op Europees niveau vinden onderhandelingen plaats over een voorstel voor het opsporen van online kindermisbruik. Het is een misverstand dat deze wet voor het eerst scannen van berichten toestaat. Dit gebeurt namelijk al meer dan tien jaar en op grote schaal. Maar het is niet zo dat digitale bedrijven straks zomaar ongelimiteerd in onze berichten kunnen rondneuzen.
Dat zegt Ingelise de Boer, woordvoerder Europese Commissie in Nederland. Digitale bedrijven zijn volgens de Boer straks verplicht een analyse te maken van de mogelijke risico’s op de aanwezigheid van strafbaar materiaal op hun platform. Ze moeten deze voorleggen aan de nationale autoriteiten.
“Alleen als wordt vastgesteld dat er een verhoogd risico is. En dat dit risico opweegt tegen de negatieve gevolgen van detectie voor iedereen, kan er een bevel uitgaan voor opsporing. Maar dat is een laatste redmiddel. En het is uiteindelijk de nationale rechter die besluit of dit bevel wordt uitgegeven of niet.”
Anderhalf miljoen meldingen
Vorig jaar werden er in de Europese Unie anderhalf miljoen meldingen gedaan van seksueel misbruik van kinderen, met vijf miljoen afbeeldingen en video’s. 70 procent van de meldingen in de EU komt uit chats, e-mails en andere online berichten. Deze opsporingsmethode is vaak de enige manier om een onderzoek te starten en kinderen te redden van misbruik. Misbruik dat achter gesloten deuren plaatsvindt.
Dit digitale speurwerk, dat bedrijven nu nog op vrijwillige basis doen, wordt vanaf augustus 2024 onmogelijk als de tijdelijke wetgeving die dit nu regelt afloopt. Online opsporing wordt dan wettelijk verboden.
De Boer: “De realiteit is dat een op de vijf kinderen te maken heeft met een vorm van seksueel geweld en het internet de verspreiding van dit kindermisbruik sterk verergert. Het is in het belang van die kinderen dat er voor de Europese verkiezingen volgend jaar een akkoord wordt bereikt over nieuwe regels. Doen we dit niet dan geven we het signaal aan misbruikers op ons hele continent dat ze online ongestraft hun gang kunnen gaan.”
Misverstand
Het is ook een misverstand dat dit de deur openzet voor misbruik voor andere doeleinden. Juridisch en technisch is het onmogelijk om deze wetgeving te gebruiken voor iets anders dan het voorkomen en opsporen van seksueel misbruik van kinderen. Daarnaast heeft het nieuwe, in Den Haag te vestigen EU-centrum, als taak de berichten te filteren en de fout-positieven eruit te halen.
De Boer wijst verder op recent opinieonderzoek waaruit blijkt dat zestig procent van de Europeanen vindt dat de opsporen van kindermisbruik belangrijker is dan het recht op privacy. Voor Nederland ligt dit percentage op 62 procent. “Laten we niet aarzelen. Deze nieuwe wetgeving is nodig en onmisbaar.”
Lees ook:
- Gebruik persoonsgegevens voor intimidatie wordt strafbaar
- Waarom de publieke sector steeds vaker doelwit is van cyberaanvallen