Rathenau instituut: Digitale wapenwedloop vereist nieuwe onderzoekskaders

Nederlandse kennisinstellingen moeten bestaande procedures aanpassen voor onderzoek voor nationale veiligheid of militair gebruik. De huidige digitale wapenwedloop vereist nieuwe onderzoekskaders. Dat blijkt uit onderzoek van het Rathenau Instituut.

De huidige kaders zijn volgens het instituut onvoldoende voor de nieuwste technologische ontwikkelingen, zoals kunstmatige intelligentie. De activiteiten van universiteiten en onderzoeksinstituten raken steeds vaker aan defensie- en veiligheidsvraagstukken. Overheden en kennisinstellingen moeten zich daarom herbezinnen op de manier waarop zij kennis opdoen en ontwikkelen.

Het Rathenau Instituut onderzocht hoe de kennisontwikkeling voor defensie en veiligheid vanaf de Tweede Wereldoorlog tot nu is ingericht. Maar ook welke afwegingskaders en procedures hiervoor zijn ontwikkeld.

 

Digitale wapenwedloop

Het onderzoek laat zien dat tegenwoordig digitalisering een bepalende technologische ontwikkeling is. Nieuwe kennis rondom kunstmatige intelligentie en robotica heeft vaak ook militaire toepassingen.

Digitalisering brengt daarnaast een breed spectrum aan nieuwe dreigingen en kwetsbaarheden met zich mee. Dit gaat van cyberspionage en desinformatie tot sabotage van vitale infrastructuren.

Universiteiten en onderzoeksinstituten hebben afwegingskaders om onderzoek te doen van mogelijk militair belang. Die gaan hoofdzakelijk over biologische, chemische, radiologische en nucleaire kennis en technologie. Voor kennisontwikkeling op het gebied van digitalisering en de huidige digitale wapenwedloop voldoen die kaders niet.

 

Uitdaging

Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut: “De uitdaging is nu om nieuwe procedures te ontwikkelen die publieke kennisinstellingen helpen om op een verantwoorde manier activiteiten te ontplooien die mogelijk militaire betekenis hebben. Nederland kan daarvoor putten uit andere procedures, bijvoorbeeld rondom ethische vraagstukken in de zorg, en uit bestaande integriteitscodes voor wetenschappers.”

 

AIVD

Eerder dit jaar stelde de AIVD in zijn jaarverslag over 2018 dat digitale aanvallen en spionage door andere landen  steeds moeilijker zijn te ontdekken.

Steeds agressiever en assertiever verschaffen deze andere landen zichzelf diepgravend en structureel toegang tot belangrijke informatie of vitale systemen binnen Nederland.

Ook is het steeds ingewikkelder te achterhalen wie precies achter de aanval zit. Staten opereren steeds brutaler en schaamtelozer. De hackoperatie bij OPCW is hier volgens het rapport een voorbeeld van.

 

Doelen

Als staten digitale middelen inzetten voor spionage en sabotage om zo hun eigen politieke, militaire, economische en/of ideologische doelen te bereiken ten koste van Nederlandse belangen, spreken we van een offensief cyberprogramma.

Gerelateerde berichten...