RIVM: zorgverleners zien meerwaarde digitale zorg

zorgmedewerkers Nictiz

Meer zorgverleners kijken positief naar de mogelijkheden van digitale zorg (e-health). Dat blijkt uit de jaarlijkse E-healthmonitor van het RIVM, Nivel en het National eHealth Living Lab (NeLL). De monitor laat ook zien dat meer zorgverleners gebruikmaakten van digitale middelen dan in 2021.

Door de jaren heen zien steeds meer zorgverleners de meerwaarde van digitale zorg. Wel blijven er verschillende meningen bestaan over of en welke problemen het in de zorg kan helpen oplossen.

Zo zijn zij neutraal tot licht positief over de mogelijkheden om de zorguitgaven en de werkdruk te verlagen en het werkplezier te verbeteren met behulp van digitale middelen. De meerderheid is gematigd positief over de mogelijkheden om met digitale middelen de kwaliteit van de zorg en de eigen regie van de patiënt te verbeteren.

Gebruik digitale middelen toegenomen

Het gebruik van digitale zorg nam in 2022 toe. Zo steeg het aantal zorgverleners dat gebruikmaakt van beeldbellen van 55% in 2021 naar 58% in 2022. Verder nam het aantal huisartspraktijken dat patiëntportalen aanbiedt toe van 79% naar 88%. Dit zijn websites of apps waarin patiënten onder andere hun medische gegevens kunnen inzien en bepaalde zaken zelf kunnen regelen.

Denk aan het aanvragen van een herhaalrecept. Verder gebruikten verpleegkundigen vaker digitale technieken om de veiligheid van de patiënt te bewaken, zoals een digitale controle op het gebruik van medicijnen. Dit steeg het afgelopen jaar met 11% naar 49%.

Hoewel zorgverleners vaker digitale middelen inzetten, is digitale zorg toch geen vanzelfsprekend onderdeel van de reguliere zorg. Dat blijkt uit interviews met bestuurders, zorgverleners en patiënten over hoe je digitale zorg beter kunt inpassen  in zorgprocessen. In de darmkankerzorg zien de geïnterviewden mogelijkheden om de zorg met digitale middelen patiëntgerichter, efficiënter en flexibeler te maken. Een aandachtspunt daarbij is dat sommige groepen, zoals ouderen of anderstaligen, digitale middelen minder makkelijk gebruiken.

Verder liggen de mogelijkheden voor de darmkankerzorg vooral in de ‘hybride zorg’ – een combinatie tussen fysieke zorg en digitale zorg. Daarbij kunnen patiënten verschillende zaken vanuit huis doornemen, voorbereiden of meten. Zo kan een intakegesprek in het ziekenhuis, als voorbereiding op een kijkonderzoek heel goed via een digitale afspraak plaatsvinden.

Verbeteren communicatie

Voor de dementiezorg zien de ondervraagden vooral mogelijkheden om de veiligheid en het welzijn van patiënten te vergroten met behulp van digitale middelen. Ook zou door de inzet hier van tijd bespaard kunnen worden. Zo kan een trainings- en coaching-module in het patiëntportaal patiënten en mantelzorgers ondersteunen. Ook kan de communicatie tussen zorgverleners onderling en met mantelzorgers verbeterd worden via online communicatie.

Aanvullend vondf verdiepend onderzoek plaats naar de factoren die maken dat mensen hulp en ondersteuning zoeken bij het gebruik van digitale zorg, vooral bij ouderen en mensen met een lage sociaaleconomische positie. Geïnterviewden gaven aan dat er verschillende redenen zijn waarom zij digitale zorg willen gebruiken en daarvoor hulp zoeken. De drie belangrijkste zijn: voorbereid zijn op de toekomst, zelfredzaam zijn, en digitale zorg willen kúnnen gebruiken omdat ze er in de zorg mee te maken kregen.

Bibliotheken bieden cursussen aan waar mensen leren omgaan met digitale middelen. Voor de E-healthmonitor zijn de ervaringen met de cursus DigiVitaler onderzocht bij cursisten en docenten. Zo blijken vooral ouderen op de cursus af te komen. Zij zijn hier positief over en geven aan hierdoor meer zelfvertrouwen en vaardigheden te krijgen om digitale middelen te gaan gebruiken. Samenwerking tussen bibliotheken en andere organisaties binnen het sociaal en medisch domein, zoals gemeenten, onderwijs en huisartsenpraktijken, kan helpen om ook andere groepen in de samenleving te bereiken.

Ontwikkelingen

De monitor volgt de ontwikkeling van e-health in de zorg. Daarvoor worden elk jaar cijfers over het gebruik en ervaringen van zorggebruikers en zorgverleners verzameld. Ook is er aandacht voor wat er áchter de cijfers zit, door met zorgverleners, zorggebruikers en andere belanghebbenden in gesprek te gaan.

De bevindingen worden gedeeld en besproken met betrokkenen. De E-healthmonitor wordt sinds 2021 uitgevoerd door het RIVM, samen met het Nivel en het NeLL en in opdracht van het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ).

Lees ook:

Gerelateerde berichten...