Toekomst van standaarden in de zorg

In de zorg wordt al jarenlang met wisselend succes aan standaarden gewerkt. Maar met een standaard alleen ben je er nog niet. Wat zijn de struikelblokken voor informatie-uitwisseling in de zorg en hoe ziet de toekomst eruit?

We vragen het aan Mark Sinke, CTO van Forcare en nauw betrokken bij verschillende werkgroepen van IHE (Integrating the Healthcare Enterprise), de organisatie die zich hardmaakt voor het gebruik van wereldwijde standaarden in de zorg. In Nederland zijn de meest bekende: DICOM (beelduitwisseling), HL7 (een familie van standaarden die zich richten op hoe je iets verstuurt, zonder dat de standaard zich met de inhoud bemoeit) en IHE XDS (een integratieprofiel voor het transmuraal delen van met name documentgerichte patiëntinformatie).

Toch hebben deze standaarden slechts gedeeltelijk gezorgd voor een bredere blik op onderlinge data-uitwisseling. Sinke: “Medisch specialisten opereren veelal op een eiland. Ze zijn wel gewend om data van andere afdelingen te betrekken bij hun analyse, denk bijvoorbeeld aan labgegevens of data uit het verpleegkundig dossier (hartslag, temperatuur et cetera). Maar ze zijn niet gewend om hún data te delen. Ze realiseren zich vaak niet hoe waardevol hun informatie kan zijn voor anderen.”

En dat staat multidisciplinair samenwerken en ketenzorg in de weg. Sinke: “Het komt bijvoorbeeld vaak voor dat een internist een zevenpuntsschaal gebruikt, de huisarts een vijfpuntsschaal en de diëtist een driepuntsschaal. Dan kun je wel afspraken maken over het uitwisselen van data, maar er ontstaat een rommeltje als je die volautomatisch inleest in een ander systeem. Er is interventie nodig om de data ook goed te interpreteren. Daar kunnen standaarden bij helpen.”

Door gebrek aan standaarden hebben diverse partijen Ketenzorg Informatie Systemen (KIS) ontwikkeld. Een KIS faciliteert automatische data-uitwisseling in zorgketens. Een KIS verwerkt gegevens uit velerlei systemen en maakt van die data één geheel. Het is daarmee een soort voorloper op een Persoonlijk Gezondheids Dossier (PGD).

Het HIS van de huisarts is één van de belangrijkste bronnen.Niet vreemd, want huisartsen lopen voorop als het gaat om besef van de voordelen van informatie delen. Immers, op het moment dat ze een patiënt doorverwijzen, gaat dit altijd gepaard met informatieoverdracht. Zij zijn gewend om multidisciplinair te werken. Zij vervullen bovendien een spilfunctie in de behandeling en monitoring van veel chronische ziekten zoals COPD, CVRM, hartfalen en diabetes.
Dit zijn dan ook de vier aandoeningen die primair met een KIS worden afgedekt.
Lees het hele verhaal online of in ICT/Magazine van september.

Geef een reactie

Gerelateerde berichten...