De zorgsector loopt voorop bij de inzet van Internet of Things Technologie (IoT). patiëntenzorg is de belangrijkste drijfveer. Uit onderzoek blijkt echter dat 60 procent van de wereldwijde zorgorganisaties IoT al inzet. Verder heeft 87 procent van de ondervraagde zorgorganisaties plannen om deze technologie in 2018 te gaan gebruiken. De beveiliging blijft daarbij wel een aandachtspunt.
Van de organisaties die IoT al inzetten, ziet 80 procent dat de innovatie hierdoor toeneemt. Voorbeelden zijn directe toegang tot patiëntgegevens of mogelijkheden om een real-time diagnose te stellen. 76 procent signaleert dat IoT de zichtbaarheid in de organisatie verbetert. Daardoor kunnen medische professionals beter samenwerken.
Voor een sector waarin altijd meer met minder gedaan moet worden, is het belangrijk dat 73 procent van de organisaties met hun IoT-strategie kosten bespaart.
Patiëntenzorg is de kern voor de inzet van IoT in de zorgsector. Dat blijkt uit het onderzoek. 42 procent van de medewerkers vindt het monitoren van patiënten en onderhoud van apparatuur dan ook de belangrijkste toepassingen van IoT.
De belangrijkste toepassingen van IoT in het rapport zijn:
73 procent van organisaties die IoT inzet, doet dat voor het monitoren van patiënten en onderhoud van ziekenhuisapparatuur. Ze gebruiken bijvoorbeeld apps om storingen te signaleren die direct aan servicemedewerkers gemeld worden. 50 procent gebruikt IoT voor aansturing of monitoring op afstand. Regelmatig ook voor controle van activiteiten op het netwerk vanaf andere locatie. 47 procent maakt gebruik van locatie gebaseerde diensten. Ze gebruiken vaak tracking-technologie om specifieke apparatuur in het ziekenhuis snel te lokaliseren.
Volgens het rapport zijn monitors voor patiënten, energiemeters en röntgenapparaten het meest verbonden via IoT. Dit laat een ontwikkeling zien naar een beter verbonden patiënt. Daardoor kunnen medewerkers sneller reageren.
Tegelijkertijd kan deze legacy-apparatuur organisaties wel kwetsbaarder maken voor beveiligingslekken. Veel bedrijven die IoT gebruiken lopen hiermee ook risico’s. Het is overduidelijk dat de zorg en andere organisaties bestaande technologieën inzetten om hun netwerken te monitoren. Daarbij bieden ze verschillende soorten apparatuur ook op verschillende niveaus toegang.
Met het oog op toekomstige innovaties is het belangrijk dat zorgorganisaties de data die IoT-apparatuur genereert ook opslaan en analyseren. Bijna 60 procent bevestigt dat ze deze data gebruiken om beslissingen of processen te verbeteren. Om dit proces efficiënt en zonder impact op het netwerkverkeer te laten verlopen, verwerkt 52 procent van de respondenten deze data in de cloud.
Praktijkverhaal: Boston Kinderziekenhuis
Eén van de meest vooraanstaande kinderziekenhuizen ter wereld heeft een IoT-oplossing ontwikkeld in de strijd tegen de longziekte COPD. In plaats van veel geld te investeren in gespecialiseerde apparatuur, gebruikt het ziekenhuis de microfoon van mobiele telefoons. Zo wordt de ademhaling van een patiënt geanalyseerd.
De uitslag is binnen een paar seconden beschikbaar als spraak- of tekstbericht. Met een accuratesse van 95 procent is dit een betaalbare en snelle manier om een diagnose te stellen voor een ziekte die 5 procent van wereldbevolking treft.
Door het groeiend aantal IoT-infrastructuren en de goede resultaten wereldwijd is de zorgsector zeer positief over deze technologie. Ruim driekwart (76 procent) van de zorgorganisaties geeft aan dat IoT aan het begin van een enorme ontwikkeling staat. Het zal volgens hen de toekomst van hun activiteiten zeker veranderen. 57 procent van de medewerkers in zorgorganisaties denkt dat IoT de productiviteit blijft verbeteren.
Het onderzoek
In totaal zijn voor het onderzoek 3.100 IT- en businessbeslissers geïnterviewd in november en december 2016. De respondenten werken in organisaties met minimaal 500 medewerkers uit de publieke en private sector. De focus lag bij de sectoren industrie, overheid, retail, zorg, onderwijs, bouw, financiën en IT/technologie/telecom.
De interviews vonden online en via telefoon plaats en op basis van een uitvoerig selectieproces, waardoor alleen de juiste kandidaten deelnamen. De respondenten kwamen uit het Verenigd Koninkrijk, Italië, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Spanje, Zweden, Noorwegen, Turkije, de VAE, Saoedi-Arabië, de VS, Singapore, Japan, Australië, India, Brazilië, Mexico, China en Zuid-Korea.
