REshape Innovation Center Radboudumc: Durf te experimenteren

Mirjam Hulsebos portret

Als er niets fout gaat, gaat er ook niets goed

Als er één sector is die snel moet innoveren, dan is het de zorg wel. Want de zorgvraag gaat de komende decennia verdubbelen, maar er komen niet meer mensen beschikbaar om die zorg te gaan leveren. Het is duidelijk dat hier een belangrijke rol is weggelegd voor technologie. Hoewel de meeste zorginstellingen dit ook wel zien, dreigen ze toch de boot te missen door een veel te afwachtende houding. Het REshape Innovation Center van het Radboudumc pakt het hands-on op.

Op de deur van de werkkamer van Lucien Engelen, directeur van het REshape Innovation Center, hangt een bordje met de tekst: Bad decisions make good stories. Vijf woorden die aangeven waarin de aanpak van Radboudumc afwijkt van die van andere zorginstellingen. “Wij hebben hier een regelvrije omgeving gecreëerd waarin we vrij kunnen experimenteren met technologie die zorgprocessen kan ondersteunen,” steekt Engelen van wal. “We werken vanuit het principe: als er niets fout gaat, dan gaat er ook niets goed. Ofwel: van fouten leer je. Daarom pakken we innovatie klein aan. Geen grote allesomvattende projecten maar kleine Proof of Concepts waar we meteen al de patiënten bij betrekken. Als blijkt dat het idee werkt, dan pakken we het op, laten het zien aan – als relevant – de it-afdeling en gaan nadenken over zaken als budget, hoe past het in de bestaande (legacy) infrastructuur, hoe is de privacy geregeld? We beginnen dus niet bij de barrières, we eindigen ermee. Waarom? Omdat er altijd drempels zijn en het vaak zo is dat die alle goede ideeën meteen doodslaan. Wij kijken pas naar de barrières als we hebben aangetoond dat het idee in de basis werkt. Dan ontstaat er veel meer creativiteit om een oplossing te verzinnen voor de uitdagingen.”

Lucien Engelen

Lucien Engelen

 

Kalkoen met kerst

Het REshape Innovation Center maakt geen deel uit van de it-afdeling of een medische afdeling. Het is een ‘los clubje’ dat rechtstreeks onder de Raad van Bestuur valt. Een model dat in het bedrijfsleven veel voorkomt. “Het voordeel van deze aanpak is dat je geen last hebt van onderwerpen die op een it-afdeling nu eenmaal spelen,” zegt Engelen, “zoals de aanwezigheid van een bestaande infrastructuur of andere projecten die voorrang hebben, zoals de implementatie van een nieuw EPD. Daarnaast biedt nieuwe technologie de mogelijkheid om dingen écht slimmer en goedkoper te doen, waardoor je minder personeel nodig hebt, ook op de ict-afdeling. Je bespreekt het kerstdiner niet met de kalkoen.”

Engelen weet er alles van, want hij heeft het aan den lijve ervaren bij de ontwikkeling van de dienst Facetalk, een laagdrempelige maar goed beveiligde videoconferencingdienst die op iedere computer kan draaien en daardoor niet alleen kan worden gebruikt voor onderlinge communicatie tussen medisch specialisten, maar ook voor contact met patiënten. Het is een beveiligde versie van een variant van Skype. Engelen: “Het leek ons slim om eerst aan te kloppen bij onze bestaande leveranciers. Want we maken als Radboudumc al jaren gebruik van videoconferencing en we zagen ons idee als een doorontwikkeling van dat concept. Verschil was echter dat wij graag wilden dat patiënten thuis zonder aanvullende apparatuur of installaties met hun zorgverlener konden communiceren. Alleen zagen de leveranciers dat toen nog anders. Hun business-model is om dure systemen inclusief hardware te verkopen. Iets waar we nu alweer heel anders over denken, maar wat drie jaar geleden écht nog een no-go area bleek te zijn. Zij waren bang omzet te verliezen als wij alle videocommunicatiesystemen zouden vervangen door videoclients. En natuurlijk verliezen zij omzet. Maar dat gaat toch wel gebeuren, want de technologie is er om videoconferencing als app op een willekeurig device te installeren. Leveranciers zijn bezig een markt te verdedigen die er in feite al niet meer is. Zo is het met de interne ict-afdeling vaak ook. Want ook zij hebben minder te doen als er geen losse videoconferencingunits meer zijn die ze moeten onderhouden. Dus wat is hun belang om ons te adviseren?”

 

Nieuwe spelers

Met dit voorbeeld schetst Engelen de huidige situatie, waarbij ict-afdelingen en leveranciers elkaar in de houdgreep houden. Hij voorspelt dan ook dat komend jaar veel nieuwe spelers de gezondheidsmarkt zullen betreden die de bestaande modellen zullen ontwrichten. Hij zegt bewust gezondheidsmarkt. “Want die spelers kloppen niet aan bij zorgverleners, ze richten zich rechtstreeks tot consumenten. Ze focussen zich niet zozeer op mensen die ziek zijn, maar op mensen die actief bezig zijn met hun gezondheid en die zichzelf graag willen monitoren. Door gebruik van allerhande apps verzamelen mensen een heleboel data over zichzelf. Op het moment dat zij ziek worden, kunnen ze besluiten om die data te delen met een arts. Ze kunnen hun zorgverleners bijvoorbeeld een abonnement geven op hun data.”

Dit zet het beeld dat zorgverleners hebben over data op zijn kop, beseft Engelen. “Natuurlijk hoort de data bij de patiënt te liggen. Dat kon vroeger niet, toen de dossiers nog van papier waren. Daardoor hebben veel zorgverleners te onrechte het beeld gekregen dat zij de eigenaar waren van patiëntdata. Ze hebben data vaak zelfs bewust weggehouden van de patiënt. Dat gaat nu niet lang meer standhouden, dat pikken patiënten niet langer.”

 

Privacymaffia halt toeroepen

Dit roept wel vragen op over hoe we de privacy moeten beschermen als patiënten ineens aan het roer komen te staan. Hoe goed zijn data dan nog beveiligd? Engelen vindt: “Natuurlijk moet je je druk maken om privacy, maar nu zijn we vaak bezig om met een kanon op een mug te schieten. We moeten de privacymaffia een halt toeroepen.” Hij is ervan overtuigd dat security minder ingewikkeld is dan dat we het maken. En REshape toont dat ook aan met het project Hereismydata™ (hereismydata.org). Deze dienst van het Radboudumc haalt data op uit verschillende zorgsystemen en geeft consumenten de mogelijkheid om daar eigen gezondheidsdata aan toe te voegen die zij bijvoorbeeld verzamelen met apps (stappentellers, hardloop-apps, weegschalen enzovoort). Ze richten zich niet op patiënten, maar op consumenten. De gedachte is namelijk dat je ermee start voordat je ziek wordt, Mensen bepalen zelf met wie ze welke data delen: met welke zorgverleners, maar ook met welke vrienden en familieleden en misschien wel met hun fitnessinstructeur. Ze kunnen daarbij bepaalde delen van de data afschermen, zodat zorgverleners en anderen alleen die data zien die voor hen relevant zijn.

Hereismydata helpt consumenten en patiënten bij het verbeteren van hun lifestyle dankzij meer inzicht in hun eigen gezondheid. En het geeft zorgverleners de mogelijkheid tot betere monitoring van patiënten in de thuissituatie, waardoor zij hun zorg beter kunnen richten op preventie en vroegsignalering. Míts de consument/patiënt de zorgverlener uiteraard toelaat in zijn databestand.

 

Vier D’s

Het is een dienst die perfect past in de vier D’s, die volgens Engelen de zorg radicaal gaan veranderen:

  •          Democratisering: denk bijvoorbeeld aan reviewsites met beoordelingen van ziekenhuizen en medisch specialisten en aan de genoemde apps waarmee consumenten zelf data over hun gezondheid gaan verzamelen en beheren;
  •          Digitalisering;
  •          Delocalisering: zorg verplaatst zich steeds vaker naar de thuissituatie;
  •          Duiten: er is een dringende noodzaak om meer te doen met minder en de gezondheid gaat nu écht een markt worden.

Hoewel REshape naast service design ook vaak technologie gebruikt (vaak als binnenkomer) om zorg te verbeteren, zit de grootste verandering niet eens in die technologie zelf, denkt Engelen. “Vaak is ICT maar een onderdeel. Veel belangrijker is dat houding en gedrag van zorgverleners moeten veranderen. Als je bedenkt dat pas volgend jaar bij ons in het Radboudumc een nieuw curriculum voor de studie medicijnen wordt ingevoerd, dan weet je dus dat het minimaal nog zeven jaar duurt voordat de eerste artsen aan het werk zijn en nog eens zeven jaar voordat ze echt wat te vertellen hebben.”

Gelukkig ziet hij ook zorgverleners die weliswaar in de oude stijl zijn opgeleid, maar die het nieuwe gedachtengoed omarmen. Dat is hard nodig. “De veranderingen gaan echt sneller dan je denkt,” waarschuwt Engelen. “Kijk alleen maar naar de innovatiebrief die minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn in juli naar de Tweede Kamer stuurden.” (Zie kader Ambities ministerie met betrekking tot e-health en zorgverbetering.) “Ze formuleren daarin drie ambities over onderwerpen waar we al jaren over praten, maar waarin we nog weinig stappen zetten. De tijd van praten is nu voorbij, je moet als zorginstelling nu echt aan de gang!”

 

Kom in beweging

Hij roept it-afdelingen op om in beweging te komen. Om het doemdenken en negativisme overboord te zetten. “Natuurlijk moeten ict-afdelingen kritisch zijn op veranderingen, dat is hun rol. Maar er zit een verschil tussen tegenstribbelen en meestribbelen. Als je vanuit een positief kritische rol meedenkt over hoe jouw instelling zorg kan verbeteren, gebruikmakend van ICT, dan kun je echt waarde toevoegen. Het heeft geen zin om te proberen vast te houden aan het oude. Veel it-afdelingen zijn gewend om IT te beheersen in plaats van beheren; om volledige controle te houden. Ze zorgen voor stabiliteit en veiligheid van de ict-omgeving door zo min mogelijk te veranderen. Dat model houdt in de toekomst geen stand. We móeten wel veranderen. We kunnen anders straks onmogelijk aan de zorgvraag voldoen. Je kunt als ict-afdeling zelf kiezen of je onderdeel wilt zijn van de veranderingen, of dat je links en rechts ingehaald wilt worden. Als je jezelf niet buitenspel wilt zetten, moet je nú mee.”

 

In de volgende uitgaven van ICT/Zorg zal Lucien Engelen per keer ingaan op een belangrijke technologietrend in de zorg.

 

Ambities ministerie met betrekking tot e-health en zorgverbetering

In juli stuurden minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn een brief naar de Tweede Kamer met daarin enkele ambities voor e-health en zorginnovatie. Ze schrijven daarin:

“Wij willen dat mensen centraal staan in de zorg en dat zij zoveel mogelijk regie over hun eigen leven kunnen nemen. De zorg dient zich aan te passen aan mensen in plaats van mensen aan de zorg. Met het vervagen van de grenzen tussen cure en care willen wij dat mensen in staat worden gesteld om zo lang mogelijk actief te participeren in het arbeidsproces en zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Wij hebben vanuit het perspectief van deze mensen een aantal domeinen geselecteerd waarbinnen we de inzet van e-health extra willen stimuleren, omdat wij verwachten dat de inzet van e-health in die domeinen de kwaliteit van leven kan verhogen.”

Vervolgens formuleren zij drie ambities:

  1. Binnen vijf jaar heeft 80 procent van de chronisch zieken (diabetes, COPD enzovoort) direct toegang tot bepaalde medische gegevens, waaronder medicatie-informatie, vitale functies en testuitslagen, en kan deze desgewenst gebruiken in mobiele apps of internetapplicaties. Van de overige Nederlanders betreft dit 40 procent. Dit heeft als effect dat mensen bewuster zijn van hun eigen gezondheid en dat fouten in dossiers bij zorgverleners sneller gedetecteerd kunnen worden.
  2. Van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen kan 75 procent die dit wil en hiertoe in staat is, binnen vijf jaar zelfstandig metingen uitvoeren, veelal in combinatie met gegevensmonitoring op afstand door de zorgverlener. Zij kunnen zo de voortgang van hun ziektebeeld volgen en krijgen door de regelmatige feedback inzicht in het effect van hun gedrag op hun ziekte. Dit zal het voor mensen makkelijker en aantrekkelijker maken trouw te zijn aan hun therapie.
  3. Binnen vijf jaar heeft iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt de mogelijkheid om – desgewenst – via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren. Naast beeldschermzorg wordt hierbij ook domotica ingezet. Dit draagt eraan bij dat mensen langer veilig thuis kunnen wonen.

 

Gerelateerde berichten...