Afscheid Erik Gerritsen (VWS): “Wat we opbouwden, gaat gewoon door”

Erik Gerritsen

Erik Gerritsen neemt na zes jaar afscheid van het ministerie van VWS om directievoorzitter te worden bij woningcorporatie Ymere. Gerritsen was een warm pleitbezorger van verregaande digitalisering van de zorg. Het wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling in de zorg vormt een mooi sluitstuk van zes jaar wegvoorbereiding.

Gerritsen laat een ministerie achter waar het systeemdenken is doorbroken en waar de casusaanpak overheerst. “Want iedere regel en wet is ooit verzonnen vanuit een goede bedoeling, maar in de praktijk pakken die regels niet altijd even goed uit. Door te kijken naar individuele casussen kom je daarachter.”
Het is dan ook niet toevallig dat de organisatoren van zijn afscheidswebinar naast oud-staatssecretaris Martin van Rijn en enkele kopstukken uit de ziekenhuiswereld ook een patiënt en een mantelzorger uitnodigden om hem toe te spreken. “Erik geeft mensen hoop en vertrouwen dat irritante regels en belemmeringen kunnen worden opgeheven”, zegt Anne-Miek Vroom, patiënt en oprichter van Ikone, een stichting die gelijkwaardige samenwerking wil bewerkstelligen met mensen die te maken hebben met zorg, zoals patiënten, cliënten en naasten. “Erik luistert en prikkelt de mensen in zijn omgeving om er iets aan te doen.”
Heel vaak zijn het niet de regels of wetten die moeten veranderen, maar de systemen en werkwijzen. Niet voor niets gebruikte Gerritsen op Twitter vaak #waarstaatdat. “De 5-minuten-registratie is drie kabinetten geleden al afgeschaft, maar werd in de praktijk nog heel lang gebruikt”, zegt Gerritsen.

Systeemtherapie

Hij probeerde partijen in het systeem anders te laten denken en gebruikte zijn rol daarvoor op een positieve manier, vindt Annette Stekelenburg, die een zorgintensief gezin heeft. “Want als ik bel met de zorgverzekering krijg ik de hoogste baas niet te pakken, maar hem lukt dat wel.” Stekelenburg stuurde Gerritsen ooit een berichtje met een link naar de documentaire die over haar gezin was gemaakt. Deze liet zien dat ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’ in de praktijk betekende: 1 gezin en een heleboel wetten en regels die elkaar in de weg staan, waardoor er nooit een plan komt. De film duurt 40 minuten en 42 minuten na Stekelenburgs bericht ging bij haar de telefoon: ‘Met Erik Gerritsen van het ministerie van VWS’. Hij ging met de casus aan de slag en liet zorgverzekeraars, zorgorganisaties, gemeenten en andere betrokkenen zien wat de uitwerking was van het beleid dat ze met elkaar hadden verzonnen.
Deze casusaanpak paste bij de systeemtherapie die zo hard nodig was. Want, zo zegt Gerritsen: “Bij een systemisch probleem denkt niemand in dat systeem: ‘hoe kan ik het slechter maken voor de mensen?’ En toch is dat wel wat er gebeurt. Kijk maar naar de toeslagenaffaire. Ik denk dat ik met onder meer de casusaanpak op ons ministerie een werkwijze en een cultuur heb gecreëerd waardoor de kans klein is dat dingen bij VWS net zo ontsporen als bij de Belastingdienst. We hebben fouten in het systeem eerder in het snotje, omdat we het voor burgers zo laagdrempelig hebben gemaakt om ons te bereiken. We dóen vervolgens ook echt wat met hun verhaal.”
Dat gebeurt vaak door ‘the whole system in a room’ te zetten, zoals Gerritsen zijn methode noemt. “Want het probleem ligt heel vaak in het midden en iedereen draait eromheen. Het wordt pas opgelost als alle betrokkenen samenkomen en niemand meer de andere kant op kan kijken.”

Van onderaf

Die manier van onderaf problemen aanpakken riep in het veld ook wel eens ergernis op, zoals Arthur Govaert, CIO Radboudumc, vertelt. “Neem het Informatieberaad, dat tot doel heeft om tot een veilige en betrouwbare manier van informatie-uitwisseling te komen. Het is een thema waar Erik en ik allebei veel passie voor hebben, alleen onze visie op de aanpak verschilt nogal. Ik ben van de strakke regels, want als organisaties teveel vrijheid krijgen, lukt het nooit om een gestandaardiseerde vorm van informatie-uitwisseling te realiseren. Erik is meer van mensen samenbrengen, zodat zij samen tot een oplossing komen. Het Informatieberaad laat zien dat je er op die manier ook wel komt, maar dat het gewoon veel langer duurt. Want hoewel er nu een wetsvoorstel ligt, is er nog altijd een ontzettend lange weg te gaan.”
Gerritsen pareert de kritiek. “Ik denk altijd: ‘be careful what you wish for’. Als je teveel vaart wilt maken met wetten en regels, dan struikelen organisaties. Ik zie een wet daarom liever als een sluitstuk van een route die we samen hebben afgelegd en als mobiliserend signaal aan het veld dat het echt gaat gebeuren, als stok achter de deur.”
Lucien Engelen, CEO van Transform Health, denkt daarom dat we de échte effecten van het werk van Gerritsen pas gaan zien als hij weg is. “Veranderingen kosten vaak veel tijd, gemiddeld zeven jaar. Dus vanaf volgend jaar kan de zorg pas rijpe vruchten gaan plukken van Eriks werk.”

Opschalen

Gerritsen is hoopvol dat de versnelling in digitale zorg standhoudt. “Als je door het land reist, wat ik heel veel heb gedaan, dan zie je overal succesvolle pilots en proeftuinen. Het bewijs dat digitale zorg een belangrijke bijdrage levert aan kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven, is al lang geleverd. Alleen werd het almaar niet opgeschaald. De implementatie bleek lastig. Door corona bleek ineens dat de bureaucratie helemaal niet nodig was. Natuurlijk is het jammer dat we een pandemie nodig hadden om het vliegwiel in gang te zetten, maar ik ben wel blij dat het vliegwiel is gaan draaien en heb er ook vertrouwen in dat dat niet meer stopt.”
Anne-Miek Vroom hoopt dat met hem. “Het is ongelofelijk hoeveel energie ik nu overhoud omdat bijvoorbeeld consults via video gaan. Digitale zorg heeft mijn kwaliteit van leven ontzettend verbeterd.” Het is daarom belangrijk dat we met z’n allen, zoals Engelen het noemt, een wigje eronder leggen zodat we niet meer terugrollen naar de oude situatie. Rasoptimist Gerritsen denkt dat dat wel gebeurt. “Er staat, met onder meer het Informatieberaad, een structuur die niet afhankelijk is van mij als persoon. De vruchtbare grond is gecreëerd, er zijn allerlei klimaatbevorderende maatregelen waar organisaties van kunnen profiteren en er zijn geen regels of wetten die innovatie in de weg staan, #waarstaatdat. Ga het gewoon doen en blijf het doen.”

Wat vindt de sector van het wetsvoorstel?

Het wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling in de zorg wordt nog voor de zomer in de Tweede Kamer behandeld. Voor vier soorten gegevensuitwisselingen – 1) de basisgegevensset zorg, 2) beelduitwisseling tussen ziekenhuizen, 3) digitale receptenuitwisseling en 4) verpleegkundige overdracht – gaat de wet vanaf 2026 afdwingen dat ze elektronisch gebeuren.
Tijdens het digitale congres Data Driven Healthcare gingen verschillende zorgorganisaties over dit wetsvoorstel in discussie. Van Mark van Houdenhoven, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Sint Maartenskliniek, had het allemaal wel wat sneller gemogen. “Bovendien,” zegt hij, “ligt de nadruk nu vooral op de rol van de zorgverleners, maar er zijn meer partijen die invloed kunnen uitoefenen. Patiënten kunnen veel meer van zich laten horen. Daarnaast zou de overheid aan ICT-leveranciers dwingend kunnen opleggen dat ze hieraan mee moeten doen.”
Daar is Eric van Kooten, director sales en marketing van EPD-leverancier Nexus, het mee eens. “Wij zien inderdaad vaak dat leveranciers worden vergeten bij wetsvoorstellen, terwijl wij wel de partijen zijn die het mogelijk moeten maken. Onze sector wil niets liever dan vaart maken. Onze oproep aan de overheid is: ga eerder met ons in gesprek, zodat wij houvast hebben en weten welke kant we op moeten.”
Conny Helder, voorzitter van de Raad van Bestuur van ouderenzorgorganisatie Tante Louise, zou niets liever zien dan dat leveranciers hun systemen tijdig aanpassen. “Want nu komt er te vaak een nieuwe digitale manier van werken die vereist dat wij in een ander systeem moeten inloggen. Dat werkt natuurlijk niet.”
Corné Mulders, CIO bij UMC Utrecht, is het volledig met de anderen eens: “Het wetsvoorstel is too little too late. In het bankwezen is het heel normaal om met open API’s te werken. Je weet immers vandaag niet welke gegevens je morgen wilt uitwisselen. Waarom kan het daar wel en in de zorg niet?”
Misschien omdat zorgorganisaties veel te lang van zichzelf hebben gedacht dat ze bijzonder zijn, zegt Van Houdenhoven. “Dat de Sint Maartenskliniek een bijzonder ziekenhuis is, betekent niet dat we uniek moeten zijn in onze automatisering. Alle partijen in de zorg moeten gaan werken volgens standaarden. De wet is een mooie stok achter de deur om dat af te dwingen.”

Lees ook:

Gerelateerde berichten...