Patiënten wereldwijd geholpen met plaslijstapp

Waarom maken ziekenhuizen zo weinig gebruik van technologie waar vrijwel alle patiënten over beschikken, zoals een smartphone? Erich Taubert, uroloog in het Slingeland Ziekenhuis, ergerde zich wild aan het door veel van zijn patiënten gebruikte papieren plasdagboek. Hij vormde het plasdagboek om in een app voor op de smartphone. Het resultaat: de IP Voiding Diary, te downloaden in de app store, die het leven van patiënten en urologen een stuk makkelijker maakt.

 

Alle urologen wereldwijd gebruiken voor patiënten met blaasproblemen een zogenaamde plaslijst, een A4-tje waarop patiënten bijhouden hoeveel ze drinken en hoe vaak ze plassen. Urologen worden tijdens hun opleiding getraind om die informatie te duiden, maar dat is en blijft een menselijke handeling. “Je kunt die informatie eigenlijk pas goed interpreteren als je heel veel van die lijsten hebt gezien”, is de ervaring van Taubert. “En dan nog zie je makkelijk wat over het hoofd. Als ik deze data invoer in een systeem dat de analyses doet dan kan ik veel betrouwbaarder adviezen geven aan mijn patiënten. Het moet voor patiënten toch ook veel makkelijker kunnen dan zo’n A4-tje dat je altijd bij je moet hebben. De meeste mensen hebben hun telefoon de hele dag in hun zak.” Het idee voor de plaslijstapp was geboren.

 

Zorginformatiebouwstenen

De eerste versie kwam in 2012 al beschikbaar in de app store van Apple en inmiddels zijn er 27.000 digitale plaslijsten ingevuld. Tijd voor big data. Toch ging dat allemaal niet vanzelf. Taubert: “Mijn eerste gedachte was: ik ga met dit idee naar de it-afdeling van ons ziekenhuis en zij helpen mij wel. Maar helaas waren zij er nog niet rijp voor. Dus ik heb medestanders gezocht onder andere medisch specialisten in ons ziekenhuis die ook met dagboektoepassingen werken. Ook dat leverde weinig respons op. Daarom gingen wij op het sinaasappelkistje staan en hebben Synappz opgericht.” Uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van medische apps, en dus ook de volgende versie van ip plaslijst, is het gebruik van de zorginformatiebouwstenen. De zorginformatiebouwstenen gaan uit van eenmalige registratie van data die vervolgens door meerdere medisch specialisten kan worden gebruikt. Hiervoor moet de data worden gestandaardiseerd. “Alleen dan kan het gaan ‘rondzingen in systemen’”, zegt Taubert. “Dan wordt de data liquide en weten alle medisch specialisten hoe ze die data moeten interpreteren.”

 

Samenvoegen van kaarten

De bouwstenen maken verschillende methoden van dataverzameling mogelijk: via sensoren die bijvoorbeeld hartslag of activiteit meten, data die mensen zelf ingeven, data die binnenkomt via externe databases zoals de pollenmonitor, het weer en vele andere bronnen. Voor ieder soort meting is een kaart ontwikkeld, de Synappz Clinicard. Het ontwikkelen van een nieuwe app is door deze aanpak niets meer of minder geworden dan het samenvoegen van kaarten. In het geval van de plaslijstapp staat de dagboektoepassing centraal, maar je kunt eenvoudig meerdere kaarten combineren. Taubert noemt als voorbeeld een pilot die de cardiologen in Slingeland Ziekenhuis doen rondom boezemfibrillatie. “Patiënten met deze klachten krijgen vaak een Holter-kastje mee naar huis dat 24 uur hun hartslag meet. Dat kastje ziet echter niet wat je aan het doen bent. Dus wil je de data goed interpreteren, dan zou je dit moeten combineren met een dagboek of met een activity tracker. In de app voeg je dan gewoon die kaarten toe. Zo kun je op basis van standaardbouwblokken toch een maatwerkproduct maken.”

 

Volgen in thuissituatie

Dit voorbeeld laat meteen ook zien dat een app in veel gevallen voor betere informatievoorziening zorgt dan traditionele methoden van diagnostiek. Taubert: “We zijn nog altijd gewend aan het feit dat diagnostiek in het ziekenhuis plaatsvindt. Maar dat is natuurlijk een volstrekt onbruikbare methode voor aandoeningen waar je maar zo af en toe last van hebt. Wat heeft het voor zin om de pols te meten bij iemand met boezemfibrillatie? De kans dat hij die klachten net heeft als hij bij de cardioloog komt is niet zo groot. We moeten als dokters gewoon veel meer gebruikmaken van technologie die het mogelijk maakt om patiënten in hun thuissituatie te volgen.”

 

Continu verbeteren

De eerste versie van de IP Voiding Diary ging zoals gezegd live in 2012. Inmiddels is er versie 2.0, met veel verbeteringen mede dankzij feedback van gebruikers. En Taubert werkt alweer hard aan ideeën voor versie 3.0. Daarin wil hij meer gebruik gaan maken van persuasive technologie. “Denk bijvoorbeeld aan een berichtje op een warme dag dat patiënten wat meer moeten drinken”, zegt hij. Het idee deed hij op van de cardiologen, die hun patiënten via de app willen aansporen om meer te bewegen als ze zien dat een patiënt die dag niet zo actief zijn geweest. De cardiologen gebruiken namelijk een kaart die is gekoppeld aan een activity tracker.

De steeds nauwere samenwerking met patiënten vindt Taubert een van de aantrekkelijkste aspecten van deze ontwikkeling. “Je kunt patiënten veel actiever betrekken bij hun eigen traject door deze instrumenten. Het gebruik ervan geeft inzicht en is vaak hierdoor al de halve oplossing. Patiënten zijn erg enthousiast over dit soort nieuwe vormen van diagnostiek en ze komen spontaan met ideeën om de app te verbeteren. Ook verpleegkundigen staan ervoor open en denken mee. Mijn ervaring is dat vooral de medisch specialisten moeite hebben met vernieuwing.”

 

Er is al veel

Aan medisch specialisten en ziekenhuizen die zelf een app willen ontwikkelen geeft hij als advies mee: neem het zorgpad als uitgangspunt en maak gebruik van de zorgbouwstenen die er al zijn. “Het idee bestaat bij veel mensen dat ze van scratch af aan moeten beginnen, waardoor het heel veel werk is. Maar dat is niet waar. Er is al heel veel, het is alleen een kwestie van die dingen bij elkaar brengen.” Tauberts wens is dat veel meer artsen gaan inzien hoe groot de meerwaarde is. “Het helpt jou als arts en het helpt de patiënt. Daar moet iedere zorgverlener toch enthousiast van worden?”

 

Gerelateerde berichten...