Toezicht tilt zorgprocessen naar een hoger plan

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt al langer toezicht op e-health zorgprocessen. Sinds 2017 legt de inspectie ook bezoeken af specifiek gericht op e-health. Een definitief toetsingskader is in de maak.

De wijze waarop de IGJ toezicht houdt, is de afgelopen jaren van karakter veranderd. Waar voorheen vooral gelet werd op wat mis was, kijken de inspecteurs tegenwoordig naar het proces waarin de zorgorganisatie zit. Is dat proces gebaseerd op een visie? Is er nagedacht over het ‘waarom’? Is er sprake van een verbetercyclus? Deze manier van kijken moet niet wantrouwend maar juist motiverend werken, zeggen inspecteurs Johan Krijgsman en Pien Vinkenborg.

 

Digitalisering

Samen leggen zij inspectiebezoeken af. Vinkenborg is specialist op het vlak van de gehandicaptenzorg en Krijgsman van technologie en alles wat ermee samenhangt. Het toezicht is overigens ook inhoudelijk veranderd. Vinkenborg, die inmiddels twintig jaar aan de inspectie verbonden is: “Binnen de langdurige zorg moet persoonsgerichte zorg voorop staan voor de IGJ.” Krijgsman: “In de gezondheidszorg zijn it-ontwikkelingen minder snel gegaan dan binnen andere sectoren. We bankieren al bijna twintig jaar digitaal en onze belastingaangifte doen we al ruim tien jaar elektronisch. Diverse zorgsectoren hebben nog maar net afscheid genomen van het papieren dossier. Volledig papierloos werken blijft vooralsnog een utopie en de processen rond het EPD kennen vaak de nodige work arounds. Er bestaat nog altijd het idee dat de zorgverlener niet klaar is voor een digitaliseringsslag. Maar ondertussen zit iedereen op Facebook, heeft een smartphone en skypet met kinderen en kleinkinderen.”

Wat dat aangaat zijn volgens Krijgsman de verschillen binnen de sectoren groter dan die tussen ziekenhuiszorg en langdurige zorg. “Zowel binnen care als cure zijn er qua volwassenheid in de processen rondom e-health goede en minder goede voorbeelden. De ene sector is ook niet per sé complexer dan de andere.”

 

Hoger plan

Zorgmedewerkers moeten aansluiting vinden bij de implementatie van IT-gerelateerde zaken, meent Vinkenborg. “Wij komen nog veel fragmentatie in cliëntendossiers tegen. Naast de digitale informatiemappen is er een appgroep, mailverkeer en natuurlijk de papieren dossiers. De IGJ wijst er dan op dat fragmentatie ertoe kan leiden dat informatie wordt gemist. De digitale werkwijze moet dus aansluiten bij de dagelijkse praktijk van medewerkers.”

Volgens Krijgsman is de zorg klaar voor een volgende stap richting digitaal. “Terug naar het papieren dossier gaan we in geen geval. Het EPD is de basis en nu is de volgende stap om dit beheersbaar te maken. Dat taken en verantwoordelijkheden goed belegd zijn. Dat bij besluiten over e-health zowel cliënten/patiënten als medewerkers worden betrokken. Ik geloof niet dat we de digitale ontwikkelingen afremmen door toezicht te houden, eerder andersom. We vragen aandacht voor een proces van leren en verbeteren, met als uiteindelijk doel het leveren van goede zorg met of zonder e-health. Met ons toezicht tillen wij de processen naar een hoger plan. Bij nieuwe zorgprocessen moet je je altijd afvragen welke nieuwe taken en verantwoordelijkheden het met zich meebrengt. Je moet je bewust zijn van wat er verandert. Zo gaat telemonitoring echt niet alleen over privacy of communicatie. Het gaat ook om vraagstukken als: Hoe verwerk je de signalen die binnenkomen? Wie houdt de patiënten in het oog? Het zorgproces verandert er fundamenteel door. De vragen die daardoor ontstaan moet je helder maken. Dat is wat wij van zorgorganisaties vragen.”

 

Informatie-uitwisseling

Informatiebeveiliging is belangrijker dan ooit. Volgens Krijgsman moeten op dat gebied nog stappen worden gezet. “Ook hier gaat het om het inrichten van een systeem waarna je continu verbetert. Dit, het leren van dingen die fout gaan, is de kern waar het ons om gaat. Daarom vraag ik bij bezoeken altijd naar het auditrapport. Dat vertelt veel over hoe de organisatie de verbetercyclus heeft ingericht.”

Voor Vinkenborg wordt er bij volwassen procesvoering over de uitvoering nagedacht voordat men gaat implementeren. “Anders loop je tegen dingen aan die voorkomen hadden kunnen worden. Dat proces op gang brengen, daar zit onze rol. Hetzelfde geldt voor pilots. Bedenk vooraf wat je ermee wilt. Dat wordt nog wel eens vergeten. En of je nu via papier, de fax of digitaal gegevens uitwisselt, er moet een visie achter zitten. Wat hebben onze zorgverleners nodig? Wat is daarvoor de beste oplossing? De discussie gaat wat ons betreft niet over oplossing x, y of z, maar over de manier waarop je het proces hebt ingericht. Je hoort ons niet zeggen dat een fax niet mag. Maar als je als organisatie hebt gekozen voor een EPD op basis van een duidelijke visie op informatie-uitwisseling, dan ligt het voor de hand dat je niet alsnog met de fax gaat werken.”

 

Een discussie over de voor- en nadelen van bepaalde communicatiemiddelen, is volgens de IGJ weinig zinvol. Anders dan destijds bij de fax, ligt het EPD wel onder een vergrootglas. Vooralsnog leidt dat vergrootglas niet tot een onredelijke of te strenge beoordeling. Eerder motiverend. Wie laat zien het ict-vraagstuk serieus te nemen en continu te werken aan verbetering, krijgt een bemoedigend ‘Ga zo door’ te horen.

 

Inspectiebezoeken e-health

In september 2018 heeft de IGJ ruim twintig bezoeken afgelegd bij care en cure, geografisch gespreid over het land. Deze bezoeken zijn nu nog ‘verkennend’ van aard. De IGJ is terughoudend met handhaving tot het nieuwe toetsingskader af is. Behalve als iets echt niet goed gaat. Informatiebeveiliging is al langer geagendeerd. Daar moeten organisaties wel serieuze stappen in gaan zetten.

 

 

Gerelateerde berichten...