Schaatsers Jac Orie profiteren van inzichten uit data
Jac Orie studeerde bewegingswetenschappen en bewegingstechnologie. Hij leidde maar liefst acht schaatsers naar Olympisch goud. Eén van zijn geheimen: continu op zoek naar verborgen inzichten in data. Wat kan het bedrijfsleven van zijn aanpak leren?
Orie was de afsluitende keynote spreker tijdens de klantendag van MarkLogic. Hij beschikt over een database met zestien jaar aan testresultaten. “Voorheen in 2002, toen ik coach was bij Spaarselect, deden we drie tot vier labmetingen in de zomer en twee in de winter. Nu doen we gedurende het jaar 325 testen. Op elk trainingskamp gaan drie testfietsen mee waarmee we kracht, aerob en anaerob vermogen meten. Daarnaast doen we onder meer sprongtesten en vaardigheidstesten.”
Selectieproces
Orie gebruikt niet alleen veel data bij het samenstellen van de trainingen, maar ook in zijn selectieprocedure. De komst van Olympisch kampioen op de 3 km Carlijn Achtereekte is hiervan een goed voorbeeld. Orie: “Het lukte Carlijn niet om op het juiste moment te pieken. Voor zo’n selectievraagstuk maak ik een indexje gebaseerd op verschillende variabelen: de PR’s op bepaalde afstanden, het gemiddelde verval tijdens een rit, de hoogst gemeten snelheid enzovoort. De allerbeste schaatser scoort 100 op die index. Als je op 90% van de maximale score komt, dan kun je podium rijden. Als je op 95% zit, dan kun je winnen. Voor Carlijn maakte ik een index voor de 3 en 5 km en ze zat gelijk op 94,6%. Ik dacht: dat procentje dat pikken we nog wel.”
Het resultaat: Achtereekte schaatste tijdens de Olympische Spelen op de 3 km naar goud. Orie: “We wisten dat ze kon winnen, maar als het dan ook nog lukt op de belangrijkste wedstrijd in vier jaar, dan is dat natuurlijk geweldig.”
Verander de voorwaarden
Volgens Orie is het niet slim om teveel te focussen op de details. “Ik zie details alleen maar als ruis in het systeem. En op ruis kan ik niet sturen. Details zijn uitingen van compensatie op de basisvoorwaarden. Een goed voorbeeld is Mark Tuitert. In de bocht kon hij nooit zijn arm stil op de rug laten liggen, omdat een basisvoorwaarde in zijn techniek niet klopte. In plaats van het detail te verhelpen, zoals een touwtje om je middel waar je je duim achter haakt, kun je er beter voor zorgen dat de basisvoorwaarde klopt. In dit geval dus de techniek zo aanpassen dat het lichaam in de bocht stabieler is en die arm niet nodig is om dat gebrek aan stabiliteit te compenseren. Alleen door de voorwaarden te veranderen, kun je significant verbeteren. Focus je op de details, dan creëer je een plafond.
Een ander advies van Orie aan het bedrijfsleven: stel niet teveel doelen en wees kritisch hoe je het doel formuleert. “Je kunt als schaatser wel het doel stellen dat je wilt winnen, maar je lichaam kan daar niets mee. Je doelen horen in het proces te zitten. Daarom kun je je als schaatser beter richten op technisch goed schaatsen dan op winnen. Technisch goed schaatsen is een basisvoorwaarde, evenals interne motivatie en een goed teamproces. Met KPI’s voor die voorwaarden heb je een knop om aan te draaien. Als je alleen meet op het einddoel – of dat nou winnen is of het verhogen van de klanttevredenheid – weet je niet wat je moet verbeteren.”
Sturen op teamproces
Het teamproces is vaak erg abstract. Orie: “Topsporters moeten egoïstisch kunnen zijn, maar ze moeten ook beseffen dat ze elkaar nodig hebben om beter te worden. In ieder team zitten mensen die bovengemiddeld presteren en mensen die daar net wat onder zitten. Wanneer je alleen op individueel niveau coach in plaats van sturen op het verbeteren van de teamprestatie, dan trekken ze naar elkaar toe: de slechtere schaatsers worden beter, de betere schaatsers worden slechter. Om dat te voorkomen moet je erop sturen dat teamleden elkaar helpen om beter te worden. In 2007 heb ik een sprintploeg gebouwd met Mark Tuitert, Stefan Groothuis, Simon Kuipers en Sjoerd de Vries. Shani Davis was op dat moment dominant. Eén van de trainingsvormen in Amerika en Canada was het zo lang mogelijk rijden van rondjes 27,0. Individueel houd je dat hooguit vier of vijf rondjes vol. Ik zette de vier mannen in een treintje en toen konden ze samen tien rondjes lang 27,0 schaatsen. De kwaliteit van de training werd hoger. Een jaar later reden ze alle vier hun persoonlijke records aan flarden. Ze domineerden de wereldtop, met als hoogtepunt Olympisch goud voor Mark Tuitert in 2010.”
Over motivatie en mentale stabiliteit vertelt Orie dat hij zijn schaatsers coacht op hun groei en niet op hun talent. “Mensen die gecoacht worden op hun talent horen hun hele leven hoe goed ze zijn en kunnen daarna niet anders dan falen. Je kunt daarom veel beter coachen op verbeteringen en die belonen. Dan neemt de motivatie om hard te blijven werken toe. Van psychologen heb ik geleerd dat negatieve gedachten ook positief kunnen werken en andersom. Waar het om gaat is dat je de negatieve en positieve gedachten met elkaar in balans brengt. Wij hebben een methode waarmee we de mindset van schaatsers kunnen meten, zodat we weten waar we op moeten sturen om ze in balans te brengen.”
Data mining
De laatste jaren experimenteert Orie ook met data mining. Zo ontdekte het team dat wanneer Kjeld Nuis in de week voor een wedstrijd ’s ochtends een duurtraining deed, hij dat weekend een slechte wedstrijd reed. Deed hij diezelfde training in de middag, dan was er niets aan de hand. Orie: “Ik kan het niet verklaren, maar je begrijpt: we laten hem voor belangrijke wedstrijden geen duurtraining meer afwerken in de ochtend.” Nuis werd in 2017 wereldkampioen op de 1000 en 1500 meter en won deze dubbel ook op de Olympische Spelen eerder dit jaar.
Tot slot geeft Orie aan dat je zowel in topsport als in het bedrijfsleven geen controle hebt over het eindresultaat. “Maar je kunt er wel voor zorgen dat alle basisvoorwaarden kloppen. Ik kan ervoor zorgen dat iemand kán winnen. Je hebt in de sport niet alles in de hand. Je weet niet wat je concurrenten doen, je kunt ziek worden, je kunt vallen. Dat is in organisaties niet anders. Daarom hamer ik erop dat je niet moet focussen op het eindresultaat, maar op het proces. Het proces heb je namelijk wél in de hand.”