Soevereiniteit

frequentieveiling

De coronacrisis heeft vele onverwachte gevolgen. Zo raakten wereldwijde supply-chains verstoord en zagen we ineens hoe afhankelijk we zijn van andere landen. En door het massale thuiswerken, thuisonderwijs en winkelen op afstand hebben we gemerkt hoe afhankelijk we zijn van digitale technologie. Hierdoor staat het onderwerp digitale soevereiniteit ineens hoog op de agenda. Steeds meer mensen vragen zich af: hebben we nog wel voldoende controle over de digitale economie?

Een super relevante vraag natuurlijk. Ik denk dat streven naar echte soevereiniteit op zijn minst wat naïef is. Nederland is politiek en economisch al sterk verweven met onze buurlanden en Europa. We kunnen ons niet onttrekken aan wat er in China en de Verenigde Staten gebeurt. Soevereiniteit klinkt alsof we ons terug willen trekken achter de dijken. En dat is niet alleen onhaalbaar, maar ook onwenselijk.

Bovendien merk ik een gekke paradox in de discussies over digitale soevereiniteit. Zeker in de politiek. Kort door de bocht is de boodschap: we willen niet meer mee in het kielzog van buitenlandse bedrijven, maar onze eigen koers bepalen. Het gaat daarbij heel erg om het zelf willen doen, maar nauwelijks over het zelf kúnnen doen. Ik mis echt de visie op dit vlak. Hoe gaan we onze eigen boot besturen? Wie en wat hebben we daarvoor nodig? En wat wordt de koers? We hebben weinig aan soevereiniteit als we vervolgens stuurloos ronddobberen.

Ik spreek dus liever van digitale volwassenheid. Dat gaat uit van onze eigen kracht. Volwassenheid betekent een visie op digitalisering en het vermogen om die zelfstandig waar te maken. Dat vraagt om een overheid die een sterk wettelijk kader schept, een digitale sector die in staat is om zelf te innoveren én een maatschappij die voorbereid is op de toekomst.

Zo kan ik digitale volwassenheid niet los zien van digitale vaardigheden. Nederland presteert internationaal gezien nog steeds onder de maat als het gaat om tech-talent, studenten die kiezen voor bèta en diversiteit in tech. Elk jaar komen honderdduizenden jongvolwassenen van school die te weinig kennis hebben van wat tech echt is en wat je er mee kunt. Als we digitaal onafhankelijk willen zijn, dan moeten we onze toekomstige werknemers trainen in het gebruiken van technologie als gereedschap om hun doelen te bereiken. Ik vind dat het nieuwe kabinet hier veel meer vaart mee moet maken.

Digitale volwassenheid komt ook van onderop. Laten we flink investeren in een maatschappij die weerbaar is tegen cybercrime en nepnieuws. Die in staat is digitalisering te benutten voor hoognodige innovatie in de zorg, landbouw en energievoorziening. En die de kennis en vaardigheden heeft om te zorgen dat de volgende generatie aan innovatieve techbedrijven uit Nederland komt. Alleen dan zijn we onze eigen boot echt aan het besturen.

Lees ook:

Gerelateerde berichten...