Hoewel digitale transformatie vaak wordt gezien als de sleutel tot groei en concurrentievoordeel, blijkt uit het tweede State of the Digital Decade rapport van de Europese Commissie dat de EU achterloopt op zijn doelstellingen op het gebied van digitale transformatie. Waarom zijn strategie en uitvoering zo slecht op elkaar afgestemd?
In 2022 heeft de EU als doel gesteld dat tegen 2030 75 procent van de bedrijven gebruik zouden moeten maken van de cloud, AI of big data. Hoewel Nederlandse bedrijven over het algemeen beter scoren dan het Europese gemiddelde –met een uitzondering op het gebied van AI– is momenteel de verwachting dat Europese bedrijven het digitaliseringsdoel niet gaan halen.
Tegen 2030 zal, als het zo doorgaat, slechts 64 procent van de Europese bedrijven de cloud gebruiken, 50 procent big data en 17 procent AI. De EU wil daarom bedrijven stimuleren om sneller gebruik te maken van deze technologieën en wil particuliere investeringen in organisaties verhogen. Beide zijn cruciaal om te kunnen concurreren op het gebied van innovatie, efficiëntie en groei.
Het is alarmerend dat bedrijven de digitale transformatiedoelen niet halen, ondanks hun grote inspanningen. De verwachting is dat wereldwijd tegen 2027 zelfs tot 3,7 biljoen dollar wordt uitgegeven aan digitale transformatie-technologie en -diensten. Dit suggereert dat een gebrek aan investeringen niet het probleem is. Ondanks deze financiële commitment slaagt 70 procent van de digitale transformatieprojecten niet. Deze statistieken tonen de noodzaak van consistente innovatie aan, maar blijkbaar worden de plannen niet effectief uitgevoerd.
Een tactische benadering van verandering
Veel projecten rond digitale transformatie mislukken door een gebrek aan strategie op het gebied van change management. Bij een dergelijk traject moeten organisaties een gestructureerde aanpak hanteren die medewerkers helpt om de veranderingen binnen het bedrijf te begrijpen en te omarmen. Organisaties met een goede change management-strategie, hebben zelfs zes keer meer kans om hun doelen te behalen, volgens McKinsey. Veel projecten gaan verkeerd van start omdat zo’n strategie ontbreekt of omdat digitale transformatie alleen als een taak voor de IT-afdeling wordt gezien.
Succesvolle digitale transformaties vereisen het vormen van cross-functionele teams die problemen holistisch aanpakken en rekening houden met de samenhang tussen mensen, portefeuilles, processen en platforms. Hiermee wordt voorkomen dat er dure investeringen worden gedaan in onsamenhangende technologieën. Zo worden projecten beter afgestemd op de doelstellingen van de organisatie, wat de kans op succes aanzienlijk vergroot.
Door samenwerking en strategische uitlijning te stimuleren, worden digitale transformatieprojecten beter behapbaar en kunnen blijvende, betekenisvolle veranderingen worden gerealiseerd. Alleen een strategie –hoe goed ook– is echter niet voldoende om de gewenste resultaten te behalen. Organisaties hebben ook goede ondersteunende technologie, zoals low-code, nodig om de gestelde doelen te behalen.
Low-code
Low-code platforms versnellen niet alleen het ontwikkelproces van cruciale gebruikersapplicaties, maar zorgen er ook voor dat deze applicaties betrouwbaar en consistent zijn. Uit onderzoek van 451 Research blijkt dat low-code platforms de ontwikkeltijd van applicaties met 90 procent kunnen verkorten, wat helpt bij digitale transformaties.
In plaats van het handmatig programmeren van elke stap, kunnen teams applicatielogica en workflows bepalen aan de hand van een visuele aanpak voor bouwen van processen en applicaties. Dit visuele format maakt het makkelijker om complexe processen te doorgronden en ondersteunt een snelle iteratie van ontwerpbeslissingen. Hierdoor kunnen teams sneller reageren op veranderende bedrijfsbehoeften en worden digitale transformaties aanzienlijk versneld.
Met low-code platforms kunnen ook legacy-systemen worden gemoderniseerd, nieuwe kernapplicaties gebouwd en incrementele updates uitgevoerd. Organisaties kunnen met een low-code platform moderne applicaties bouwen bóvenop bestaande systemen, waardoor systemen minder vaak vervangen hoeven te worden. Waar het uiteindelijk op neerkomt, is dat low-code platforms digitale transformatie toegankelijker en beter te beheren maken, met een flexibele en efficiënte methode om operationele processen en gebruikerservaringen te verbeteren. Echter, zolang niet alle medewerkers de vereiste skills hebben, zal digitale transformatie stagneren.
Personeel bijscholen
Het integreren van AI met een low-code platform op enterpriseniveau kan transformatief zijn voor IT-organisaties en -teams. De combinatie van AI en low-code maakt digitale transformatie slimmer en sneller, terwijl ook het belang van teamwork wordt benadrukt, wat ondersteund zou moeten worden met een change management-strategie. Zo kunnen teams zich richten op het oplossen van problemen met behulp van toegankelijke tools, in plaats van voortdurend bezig te zijn met het leren van nieuwe technologieën.
Volgens PwC groeit het aantal vacatures waarbij enige kennis over AI vereist is 3,5 keer zo snel als andere vacatures. Hoewel dit positief nieuws is, moeten organisaties goed nadenken hoe AI kan helpen om de skills gap voor digitale transformatie te dichten. Organisaties die hun medewerkers bijscholen op het gebied van AI blijven concurrerender en kunnen zich beter aanpassen aan de marktbehoeften. Daarnaast profiteren deze organisaties maximaal van de voordelen van hun digitale transformatieprogramma’s, door een cultuur van leren en ontwikkeling te bevorderen.
Blijf niet achter
Digitale transformatie is zowel onvermijdelijk als cruciaal voor organisaties. Er is echter meer nodig voor succes dan blindelings de nieuwste technologieën aanschaffen. Het integreren van AI met low-code platforms en het trainen van medewerkers is belangrijk, maar organisaties mogen niet vergeten dat ze een change management-strategie nodig hebben, gecombineerd met cross-functionele teams en de juiste platforms. Dit alles zorgt ervoor dat de kans op het behalen van digitale transformatiedoelen aanzienlijk wordt vergroot.