3min

Informatie is macht

Op 21 maart valt er wat te kiezen voor de burger. Niet alleen gaat Nederland dan naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen, ook het referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten staat dan op de agenda.

Het publieke debat over deze wet gaat vooral over de massale internettap zonder noemenswaardige waarborgen, die nodig zou zijn om terroristen te vangen. Dat is slechts het halve verhaal. De internettap dient ook ter versterking van de internationale machtspositie van Nederland. Deze machtsdimensie blijft onbesproken in het publieke debat en staat een weloverwogen keuze in de weg om de wet te steunen, of de wetgever naar de tekentafel te sturen voor een betere wet.

Vanuit de hele wereld groeit de belangstelling voor het referendum. U en ik krijgen namelijk direct iets te zeggen over onze nationale veiligheid, terwijl diensten als de AIVD en de MIVD zich overal ter wereld toch vooral in nevelen hullen wat nationale veiligheid nu precies inhoudt en hoe die te beschermen. Deze paradox is in elk opzicht uniek. Ineens ligt het doen en laten van de diensten onder een maatschappelijk vergrootglas.

De wet bevat broodnodige updates van haar voorganger uit 2002 en de buitengewoon zorgwekkende leemtes, zoals het ontbreken van een notificatieplicht en behoorlijke toegang tot de rechter voor zij die onterecht in het vizier van de diensten kwamen. Maar het publieke debat ontwijkt deze kwesties en gaat helaas alleen nog maar over de internettap.

Aftapvoorstanders spelen steeds maar weer de terrorismekaart, maar machtspolitiek vormt een andere cruciale drijfveer achter de wet. Beschik je als land over waardevolle informatie, dan kun je deze data internationaal uitruilen en zo macht verwerven. De toezichthouder op de diensten, de CTIVD, refereert in toezichtrapportages regelmatig aan dit ‘quid pro quo’-adagium.

De internettap moet ervoor zorgen dat Nederland voor internetverkeer een betrouwbare toeleverancier wordt op de internationale inlichtingenbazaar, een term gemunt door klokkenluider Snowden. Want vrijwel al het wereldwijde internetverkeer passeert kleine gebouwtjes bij IJmuiden, Katwijk en Egmond aan Zee, waar trans-Atlantische glasvezelkabels binnenkomen en hun weg vinden naar de Amsterdam Internet Exchange – het grootste internetknooppunt ter wereld. De Nederlandse wet biedt al decennia niet de mogelijkheid deze datagoudmijn op massale schaal en zonder concrete aanleiding te verzilveren.

Wat te stemmen op 21 maart? Ongeacht politieke kleur, vraagt zo’n reusachtig machtsmiddel om degelijke waarborgen. Maar de wet geeft de onafhankelijke rechter geen rol. In plaats daarvan roept zij een nieuwe Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) in het leven, zonder beroepsmogelijkheid bij de rechter. Deze TIB kan de toets van Europese mensenrechtenverdragen niet doorstaan.

Voorstanders blijven de terreurkaart spelen en de rechter omzeilen. Weliswaar behaalden zij een krappe meerderheid in het parlement, maar de burger voelt zich belazerd en maatschappelijke organisaties zullen tot aan de Europese rechter procederen. Het zal mij bovendien niet verbazen als wij op 21 maart al de politiek terugsturen naar de tekentafel om de tekortkomingen in de wet te repareren.