Als ik onderweg ben – en dat ben ik bijna altijd – heb ik de gewoonte BNR aan te zetten zonder echt te luisteren. Wie een flink deel van de werkdag in de auto doorbrengt, zal dit herkennen. Het mooie is dat je onbewust toch bepaalde keywords oppikt die je aandacht op de radio vestigen. Zo hoorde ik op een donderdagmiddag in maart ineens een vrouw zeggen dat digitalisering een risico is voor de stroomvoorziening. Opvallend, want volgens mij is het juist precies andersom.
Het bleek te gaan om een rapport van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur. Daarin staat dat digitalisering van het energienetwerk nieuwe uitdagingen oplevert voor de continuïteit van de stroomvoorziening. Maar het omgekeerde is ook waar: de stroomvoorziening van de toekomst is alleen maar mogelijk dankzij digitalisering. Oplossingen leiden tot nieuwe problemen, die weer leiden tot nieuwe oplossingen. En zo blijven we vernieuwen en innoveren. Helaas is er in de media onevenredig veel aandacht voor de problemen en blijven de oplossingen onbenoemd.
Daarom moeten we nooit uit het oog verliezen wat het uiteindelijke doel is. Wat is de stip op de horizon? In het geval van onze stroomvoorziening is die duidelijk: een succesvolle transitie naar duurzame energie. Er liggen concrete klimaatdoelen die gehaald moeten worden. Er wordt gewerkt aan een klimaatakkoord waarin overheid en bedrijven samen afspraken maken. De gaskraan in Groningen gaat dicht. Dat vraagt om ingrijpende veranderingen. En digitale technologie speelt daarbij een belangrijke rol.
De digitale transitie en de energietransitie verlopen parallel aan elkaar, maar zijn ook nauw met elkaar verweven. Digitalisering is voor veel aspecten van het klimaatakkoord van belang. Denk aan smart grids, of het Internet of Things. Ironisch genoeg is de ict-sector zelf geen onderdeel van het akkoord. Kort door de bocht: er komt geen rook uit onze schoorstenen. Onze sector draait bijna helemaal op stroom en ruim 80 procent van dat stroomverbruik komt uit duurzame bron. Bovendien besparen we in andere sectoren een veelvoud van de energie die we zelf verbruiken.
Dat wil niet zeggen dat er voor onze sector geen uitdagingen zijn. We hebben de ambitie uitgesproken om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Daarvoor moet het aanbod aan duurzame energie omhoog. Nu komt de helft van de duurzame stroom die we inkopen uit Nederland. Dat zien we graag stijgen. Daarvoor zijn aanpassingen aan ons energienetwerk nodig. De capaciteit van het netwerk kan bovendien op sommige plaatsen de groeiende vraag van datacenters niet bijhouden. Netbeheerders geven aan te weinig technisch personeel te hebben om snel uit te breiden. Het gebrek aan mensen met de juiste vaardigheden is in beide transities een belangrijk knelpunt.
En dan is er dus de continuïteit van de stroomvoorziening waar de BNR-uitzending over ging. De uitval van ict-systemen door stroomstoringen, zoals begin dit jaar op Schiphol, is gelukkig relatief zeldzaam. De betrouwbaarheid van de stroomvoorziening is in Nederland met 99,995 procent bovengemiddeld hoog. En de betrouwbaarheid van providers en datacenters heeft nóg meer negens achter de komma. De meeste stroomstoringen komen trouwens door graafwerkzaamheden. Bijvoorbeeld om nieuwe internetkabels te leggen. Ook onder de grond komen de energietransitie en de digitale transitie elkaar tegen.