Locatiedata van gebruikers Google gedeeld tegen coronavirus

stille stad locatiedata smart city

Nederlanders gingen op zondag 29 maart 65 procent minder naar winkels en recreatiegebieden  dan in januari. Dat blijkt uit locatiedata van Google.

Het openbaar vervoer heeft zeker 68 procent minder reizigers. Tegelijkertijd steeg de drukte rond woningen met 11 procent. Dat weten we omdat techreus Google locatiedata heeft van gebruikers.

Sinds vandaag kunnen overheden en onderzoekers ze ook inzien. Deze locatiedata zijn wel eerst geanonimiseerd. Nederland is een van de 131 landen die eraan meedoet. Het bedrijf schrijft daarover in een blogpost.

Deze zogenaamde mobiliteitsrapporten verschijnen zowel landelijk als per provincie. Zo is makkelijk te zien of, en zo ja, hoe druk het in winkel- en recreatiegebieden, werkplekken en woningen. Omdat het bedrijf ook gemiddelde cijfers van eerder heeft verzameld is de drukte, of juist de rust van nu goed te vergelijken met dat in het verleden.

 

Uitzetten

Het bedrijf gebruikt samengestelde data op basis van de locatiegeschiedenis van gebruikers. Dit kun je op de telefoon overigens zelf aan- en uitzetten. Normaal gesproken zijn die gegevens bedoeld voor voor Google Maps.

Volgens het bedrijf letten ze erop dat er geen informatie mee komt die naar een specifieke persoon kan herleiden. Het gaat alleen over de hoeveelheid mensen op een bepaalde plek.

Intussen blijft de Autoriteit Persoonsgegevens kritisch. Woensdag stelden zij in een rapport juist dat gebruik van telecomdata tegen corona alleen kan met de wet in de hand.

Locatiedata gebruiken om de overheid te helpen in de strijd tegen het coronavirus is niet volledig onmogelijk. Maar het kan alleen als daar een wettelijke regeling voor bestaat. De AP is erop uitgekomen dat een wettelijke regeling het enige antwoord is. Dat kan met een spoedwet, maar moet wel grondig. De democratische controle van het parlement is hier zeer belangrijk, aldus de AP.

 

Niet anoniem

AP-voorzitter Aleid Wolfsen vindt dat het is aan ons parlement is om te besluiten of zo’n wet nodig is. “Natuurlijk zal de AP snel advies uitbrengen wanneer er een wetsvoorstel ligt. Het gebruik van locatiegegevens van burgers door de overheid is zeer ingrijpend. Zo’n maatregel moet in ieder geval duidelijk zijn, in verhouding staan tot het doel ervan en voldoende waarborgen bevatten. Daar zullen wij goed op letten, mocht er zo’n wetsvoorstel komen.”

Volgens zowel privacywet AVG als de Telecommunicatiewet mogen telecombedrijven niet zomaar gegevens van klanten delen met de overheid. Tenzij al die klanten daarvoor zelf toestemming geven of de gegevens anoniem zijn.

Wolfsen: “Toestemming vragen van alle Nederlanders is in dit geval te omslachtig. En het anoniem maken van dit soort gegevens kan niet, omdat dat nooit onomkeerbaar is. Wie weet waar iemand woont of werkt en die gegevens combineert met de ‘geanonimiseerde’ locatiegegevens van heel veel mensen, kan met die combinatie achterhalen wie bij welke locatiegegevens hoort.”

De AP ziet dat het beeld bestaat dat het beperkt en onder strenge voorwaarden gebruiken van locatiedata de overheid mogelijk kan helpen om de verspreiding van het virus in te dammen.

Wolfsen: “Cruciaal is echter wel: met welk doel is dit? Is dat doel alleen handhaving? Of is het om zieke patiënten te volgen, om te kijken met wie een besmette patiënt contact gehad heeft gehad of om gezonde burgers te waarschuwen voor mensen die besmet zijn met het virus? Dat zal echt scherp in zo’n wet moeten staan.”

Privacy

De AP begrijpt op zich dat in deze uitzonderlijke tijden over uitzonderlijke maatregelen wordt nagedacht. Maar daarbij moeten het effect en de gevolgen van die maatregelen grondig worden afgewogen tegen de privacy.

Wolfsen: “In crisistijd wordt privacy weleens tegenover veiligheid of volksgezondheid geplaatst. Dat is een valse tegenstelling. We moeten én de volksgezondheid beschermen én ons grondrecht van de privacy. En dat steeds in een juiste balans. We moeten voorkomen dat we nu ons recht op privacy overboord gooien. Dat we nu een surveillancemaatschappij optuigen waar we dan na de coronacrisis mee zitten opgescheept. Daarom is de controle van ons parlement ook zo belangrijk. We leven in een net, democratisch land. Dat geldt juist óók in crisistijd.”

Gerelateerde berichten...