Meer discussie nodig over digitale monitoring van werkenden

werkplek

Er is meer discussie nodig over de digitale monitoring van werkenden. Dat zegt het Rathenau instituut tegen de Tweede Kamer. Sociale partners en de overheid zouden het gesprek moeten aangaan om grenzen te stellen aan de inzet van digitale technologie in de werkrelatie.

Die boodschap had het Rathenau Instituut vanmorgen in de Tweede Kamer bij de presentatie van het rapport Werken op waarde geschat. Op verzoek van de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzocht het Instituut de rol die digitale monitoringstechnieken spelen op de werkvloer en hun invloed op de kwaliteit van het werk.

Het rapport kent drie hoofdpunten:
  • Mogelijkheden om werkenden digitaal te monitoren nemen toe
  • Digitale monitoring beïnvloedt de arbeidsverhoudingen
  • Veel werkenden hebben sinds maart vooral contact met hun leidinggevende via digitale middelen

Digitale technieken spelen een steeds grotere rol in het personeelsbeleid van organisaties. Bedrijven zetten ze in bij het aannemen van nieuw personeel en controleren en aansturen van medewerkers. Ook bij ontwikkeling en ondersteuning van medewerkers maken werkgevers gebruik van digitale technieken.

Daarbij ontstaan steeds meer mogelijkheden. Gezichtsanalyses en games bij videosollicitaties bijvoorbeeld. Of screenshots om thuiswerkers te controleren. er zijn zelfs al apps om de gezondheid te meten.

Doordat grote delen van de bevolking sinds de uitbraak van de coronapandemie vanuit huis werken, is het belang van digitale monitoringstechnieken de laatste maanden nog groter.

Nobel doel

Het onderzoek laat zien dat de meeste digitale middelen in beginsel een nobel doel hebben. Ze willen beslissingen ondersteunen en de kwaliteit van het werk verbeteren. Maar ondertussen veranderen ze ook de arbeidsverhoudingen en kunnen ze leiden tot een beperkt beeld van wat waardevol werk is.

De digitale hulpmiddelen gaan, aldus het Rathenau Instituut, per definitie voorbij aan het onmeetbare, zoals de waarde van sociaal contact tussen collega’s. Het rapport laat verder zien dat ze de privacy van werkenden kunnen schaden, tot discriminatie kunnen leiden bij werving- en selectieprocessen en kunnen bijdragen aan een toenemende werkdruk.
Gevalideerde instrumenten

Bovendien blijkt dat diverse digitaliseringsmiddelen niet wetenschappelijk zijn onderbouwd. Videosollicitaties gebruiken bijvoorbeeld soms het niet bewezen verband tussen gezichtsuitdrukking en emotie en persoonlijkheid. En zelfs bij gevalideerde instrumenten moet een organisatie ze goed inbedden, maatregelen nemen tegen misbruik en leren ze op waarde te schatten. Anders ligt discriminatie van groepen, uitsluiting en verstoring van de verhoudingen tussen collega’s op de loer.

Lees ook:

Gerelateerde berichten...