2min Ondernemen

Google onderzoekt kernenergie als energiebron voor datacenters

Google onderzoekt kernenergie als energiebron voor datacenters

Google is in gesprek met nutsbedrijven in de Verenigde Staten en andere landen om de mogelijkheden van kernenergie als energiebron voor zijn datacenters te evalueren. Deze stap weerspiegelt de groeiende interesse in het gebruik van kernenergie om te voldoen aan de toenemende vraag naar stroom, vooral door de snelle opkomst van kunstmatige intelligentie.

Kernenergie

Amanda Peterson Corio, wereldwijd hoofd van datacenterenergie bij Alphabet Inc.’s Google, gaf aan dat het bedrijf in sterk gereguleerde markten zoals de VS samenwerkt met nutsbedrijven en energieproducenten om te onderzoeken hoe nieuwe technologieën, waaronder kernenergie, kunnen worden geïntegreerd in het elektriciteitsnet. Deze samenwerking is noodzakelijk omdat Google in deze markten niet de mogelijkheid heeft om zelf direct stroom aan te kopen. Volgens Corio is het cruciaal voor de langetermijngroei van Google om te beschikken over continue, betrouwbare energie die niet afhankelijk is van de grillen van zon of wind.

Stabiele energiebron

Kernenergie wordt gezien als een stabiele, koolstofarme energiebron, en andere technologische grootmachten zoals Microsoft en Amazon hebben al stappen gezet in deze richting. Microsoft heeft een overeenkomst gesloten om energie af te nemen van de voormalige kerncentrale Three Mile Island in Pennsylvania, terwijl Amazon recentelijk een datacenter heeft gekocht dat gebruik maakt van kernenergie in dezelfde Amerikaanse staat.

Fossiele brandstoffen

Voor Google is kernenergie mogelijk een sleutel om de sterke toename van de energievraag van zijn datacenters te ondersteunen, terwijl het tegelijkertijd helpt om de CO2-uitstoot te verminderen door minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen. Hoewel Google kernenergie al overweegt voor zijn datacenters in de VS, sluit Corio niet uit dat het bedrijf ook in andere landen, zoals Japan, op termijn kernenergie zal gebruiken. Deze stap markeert een belangrijke ontwikkeling in de manier waarop technologiebedrijven hun energievoorziening toekomstbestendig proberen te maken en tegelijkertijd hun ecologische voetafdruk verkleinen.