Het fenomeen doxing komt steeds vaker voor. Doxing is het online verspreiden van persoonsgegevens. Dit met het doel om te intimideren, bedreigen of chanteren. Zorgverleners hebben er vaak mee te maken. Dit heeft ernstige gevolgen voor de slachtoffers en hun veiligheid, zowel op de werkplek als in hun privéleven. Om deze impact te beperken stelde het ministerie van Justitie en Veiligheid een handelingskader op. Dit moet werkgevers ondersteunen. De NVZ onderschrijft dit handelingskader.
Maatregelen tegen doxing
Per 1 januari 2024 is doxing strafbaar gesteld. Dit betekent dat overtreders maximaal twee jaar gevangenisstraf of een boete van 22.500 euro kunnen krijgen. Bij gerichte doxing tegen bepaalde beroepsgroepen, zoals politici, rechters, journalisten of hulpverleners, kan de maximale gevangenisstraf met een derde worden verhoogd.
Naast deze strafbaarstelling zijn er ook andere maatregelen genomen om het fenomeen te bestrijden. Zo kunnen slachtoffers aangifte doen, worden daders makkelijker vervolgd en bestraft, en kan de politie direct een opsporingsonderzoek starten. Ook kunnen slachtoffers hulp krijgen bij het verwijderen van gegevens en kunnen platforms makkelijker beoordelen of persoonsgegevens verwijderd moeten worden.
Handvatten voor werkgevers
Om werkgevers te ondersteunen bij het omgaan met doxing, heeft het ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum een handelingskader opgesteld. Dit kader biedt concrete handvatten, die de NVZ onderschrijft.
1 Zorg ervoor dat medewerkers en leidinggevenden weten wat doxing is en hoe ze ermee om moeten gaan.
2 Stel binnen de organisatie een duidelijk verantwoordelijke aan voor het geval van doxing.
3 Moedig medewerkers aan om melding te maken van (vermoedelijke) doxing en bied ondersteuning bij het doen van aangifte.
4 Bied beveiliging en psychosociale ondersteuning aan wanneer nodig.
5 Blijf ook na afhandeling van het incident steun bieden en leer lessen uit de ervaring.
Door deze maatregelen en het verstrekken van concrete handvatten aan werkgevers, hoopt de NVZ de impact van dit misbruik op hulpverleners en andere kwetsbare groepen te beperken en zo een veiligere omgeving te creëren voor iedereen.