Telecomaanbieders moeten meewerken aan tegengaan van ongewenste anonieme oproepen. Dat stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) naar aanleiding van signalen dat aanbieders niet altijd goed te werk gaan als er klachten komen.
Mensen die last hebben van ongewenste anonieme oproepen worden volgens de Autoriteit soms onvoldoende geholpen, als ze actie willen ondernemen tegen de anonieme beller. De ACM stelt dat het een wettelijke plicht is van aanbieders om mensen dan te helpen. In dat geval mag het slachtoffer gevens van de anonieme beller krijgen zodat het slachtoffer actie kan ondernemen. Dat gebeurt nu vaak niet.
Anonieme beller
In de Telecommunicatiewet is vastgelegd hoe telecomaanbieders moeten handelen wanneer iemand ongewenste telefoonoproepen ontvangt van een anonieme beller. Zo moet het slachtoffer een verzoek indienen, waarna de telecomaanbieder onderzoek moet doen. Een aantal aanbieders geeft de anonieme beller eerst een waarschuwing met de oproep om de hinderlijke oproepen te staken.
Maar een waarschuwing alleen is niet voldoende. De aanbieder moet daarnaast de NAW-gegevens van de anonieme beller verstrekken. Met die gegevens kan degene die last heeft van de anonieme beller bijvoorbeeld naar de rechter stappen. Als ongewenste oproepen van callcenters komen, mag de telecomaanbieder niet simpelweg degene die gebeld wordt verwijzen naar het Bel-me-niet Register. Daar kunnen mensen zich afmelden voor oproepen van callcenters.
