Tijdelijke stop op vestiging Amsterdamse datacenters

datacenter digitale infrastructuur datacentersector restwarmte datacenters datacenterbranche datawarehouse

De vestiging van nieuwe Haarlemmermeerse en Amsterdamse datacenters wordt even stopgezet. Dat besloten de gemeenten Amsterdam en Haarlemmerleer. De stop is in afwachting van nieuw regionaal beleid. Restwarmteprojecten vallen er buiten.

Het aantal en de omvang van datacenters in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. Inmiddels behoort de MRA tot de regio met de meeste datacenters ter wereld.

 

Sturing

Het merendeel van vestiging en nieuwe aanvragen van datacenters vindt plaats in Amsterdam en Haarlemmermeer. Op dit moment vindt er onvoldoende sturing plaats op vestiging van datacenters. Dat kan omdat ze haast altijd passen in de bestemmingsplannen. Verder hebben energiebedrijven en stroomvervoerder Tennet een leveringsplicht voor stroom.

Beide gemeentes gaan nu werken aan nieuw beleid. Ze stellen wel dat het zeker niet de bedoeling is om datacenters te weren, vooral gezien het grote economisch belang van de datacenters, en de werkgelegenheid dit dit biedt. Volgens de gemeenten is het doel dat datacenters zo min mogelijk beslag leggen op de ruimte en (architectonisch) op een goede manier worden ingepast in de omgeving.

 

Restwarmte

Een van de oplossingen die de gemeenten voor zich zien is het gebruik van restwarmte die de datacenters produceren. Die blijft tot nu toe onbenut, terwijl die gebruikt kan worden voor het verwarmen van woningen.

Dat is één van de redenen dat de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer de vestiging van datacenters niet helemaal stop willen zetten. Lopende projecten die passen in de lijn van het nieuwe beleid, zullen vooralsnog worden vergund.

Amsterdam en Haarlemmermeer nodigen de datacenter sector uit om mee te denken over de uitwerking van het vestigingsbeleid. Het nieuwe beleid moet eind 2019 gereed zijn.

 

Onmisbaar

Volgens de gemeenten zijn datacenters onmisbare voorzieningen geworden voor vrijwel alle inwoners, bedrijven en instellingen. Ze nemen echter ook veel ruimte in en leggen vanwege het hoge energieverbruik een groot beslag op het elektriciteitsnet. Op dit moment hebben gemeenten nauwelijks instrumenten om te sturen op waar de datacenters komen, of aan welke eisen zij moeten voldoen.

Marieke van Doorninck (wethouder Duurzaamheid en Ruimtelijke Ontwikkeling van Amsterdam): “De komst van datacenters is in zekere zin een gevolg van ons eigen consumptie- en leefpatroon. We willen de hele dag online zijn op onze telefoons en laptops. Tot op zekere hoogte zullen we de bijbehorende infrastructuur moeten accepteren, maar de ruimte in Amsterdam is schaars. Als gemeenten willen we daarom meer regie over de vestiging van nieuwe datacenters en we vragen hen ook bij te dragen aan de duurzame opgaven van de stad. We gaan eisen stellen op het gebied van het kosteloos beschikbaar stellen van restwarmte voor de verwarming van woningen en het gebruik van groene stroom.”

Ook Haarlemmermeer wil zorgvuldig met de ruimte omgaan. Wethouder Mariëtte Sedee (Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Agrarische Zaken) “De ruimte in onze gemeente is van grote waarde. De druk op ruimte is groot met de woningbouwopgave die we hebben en de ruimte die we willen houden voor bedrijvigheid en groen. Het is noodzakelijk pas op de plaats te maken en eerst beleid te formuleren, zodat we meer grip houden op de vestiging van datacenters.”

 

Tweede Kamer

Ook de Tweede Kamer is al een tijd bezig met restwarmte. Zo wordt sinds eind vorig jaar datacenter restwarmte meegeteld als ‘hernieuwbare energie’. Deze zogenaamde BENG-motie werd ingediend door  Matthijs Sienot van D66, tot grote vreugde van onder andere de Dutch Datacenter Association.

Het voorstel komt naar aanleiding van een nieuwe analyse in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). DDA en Nederland ICT werkten mee aan de totstandkoming. In deze nieuwe analyse, uitgevoerd door Berenschot en IF Technology, werden 114 commerciële datacenters meegenomen.

De restwarmte van deze datacenters kan leiden tot een totale potentiële CO2-reductie van 410 kton. Bij het inventariseren van het realistisch potentieel van restwarmte uit datacenters keken de onderzoekers naar vier sectoren.

Gerelateerde berichten...