2018: Het jaar van de intelligentie-innovatie

VR-bril mensen dragen er eentje simulatieonderwijs

Worden we daar gelukkig van?

Je kan erop wachten. Zo tegen het einde van het jaar gaat het voorspellen voor het nieuwe jaar weer beginnen. Alle analisten, onderzoekers, trendwatchers, futurologen of anderen die over een glazen bol beschikken, vertellen wat er op ons af gaat komen. Als trendwatchers hebben wij het dit keer anders aangepakt. We lieten veertig it-beslissers voor u bepalen wat 2018 ons gaat brengen.

Hoe deden we dat? Heel simpel. 1) Koop op Bol.com een kistje met 500 pokerstenen, 2) nodig veertig CIO’s en andere it-bestuurders uit en 3) zet ze aan vier tafels en laat iedere tafel 100 stenen inzetten op negen geselecteerde innovatiethema’s. De uitkomst was overduidelijk: 60 procent van de pokerstenen werden ingezet op kunstmatige intelligentie, robotica en big data. 2018 wordt zeker niet het jaar van 3D-printen, drones of genetica als je de it-bestuurders moet geloven. Blockchain doet nog aardig mee. Dat kreeg 13 procent van de pokerstenen toebedeeld. Ik geef direct toe dat dit een enigszins arbitraire werkwijze is, maar deze veertig mannen en vrouwen bepalen wel in de bestuurskamers van overheden, industrie, banken, verzekeraars en de energiesector wat er gaat gebeuren op het vlak van technologische innovatie. Dus op zich best een aardige indicator van de agenda van ict-innoverend Nederland. Als we alle pokerstenen van de top-3 bij elkaar vegen, kunnen we een belangrijke conclusie trekken: 2018 wordt het jaar van de intelligentie-innovatie.

 

Kunstmatige intelligentie wordt gemeengoed

Voor deze conclusie hadden we ook naar organisaties kunnen kijken die niet aan tafel zaten. Apple, Alphabet, Microsoft, Amazon, het Chinese Tencent, Facebook, Alibaba en Samsung. In deze volgorde prijken ze op de lijst van meest gewaardeerde bedrijven ter wereld qua aandelen. De Microsoft missie ‘AI-first’ wordt inmiddels onderschreven door al deze grote jongens. Denk eens in dat acht van de tien financieel meest waardevolle bedrijven ter wereld hun toekomst hebben verpand aan AI en big data. Bedrijven als Tencent, Alibaba en Amazon hebben een retail-formule waarmee we inmiddels portemonnee- en kassaloos kunnen winkelen. Kunstmatige intelligentie doet het werk. Dat Ralph Hamers, CEO van ING, onlangs Amazon noemde als belangrijkste concurrent is in deze context uiteraard ook veelzeggend. De grote AI-machines kijken gulzig naar alle onderdelen van onze economie, waaronder ook banken en mediamagnaten. John de Mol, mediagigant van eigen bodem, kondigde onlangs zelfs de aanval aan op de Amerikaanse alleskunners Google en Facebook. De Mol ziet dat de Amerikanen en de Chinezen – Alibaba en Tencent – zijn hele Nederlandse advertentiemarkt opeten. Met de samenvoeging van alle mediabedrijven, hoopt hij een deuk in het pakje databoter te slaan. Heel dapper. Kortom, ook De Mol gaat meer met AI doen.

Dat doet me denken aan een voorbeeld van een hele andere orde. Het stoere stadje Purmerend. Na jaren praten met banken is dit jaar eindelijk Purmer Valley opgericht. Hackatons moeten ervoor gaan zorgen, dat de Noord-Hollandse stad op de kaart wordt gezet als broedplek van technologie. Silicon Valley beraadt zich op tegenacties. Natuurlijk is intelligentie-innovatie wat anders dan intelligente innovatie. Maar toch, of het nu Purmerend is, De Mol, ING of de veertig it-bestuurders die kunstmatige intelligentie hoog op hun agenda zetten. We ontkomen er niet aan. Machines zullen intelligenter worden, terwijl menselijke domheid vrij stabiel op hetzelfde niveau blijft hangen.

 

Stilte voor de AI-storm

Inmiddels worden genoemde technologiereuzen al de ‘Frightful Eight’ genoemd. Daarmee worden de AI-giganten aan de andere kant van de wereld in een verdomhoekje geplaatst. Het lijkt in vele opzichten op een interbellum. Een zogenaamde interim-periode, waarop we later zullen terugkijken met de woorden ‘toen is het allemaal begonnen’. We transformeerden de economie van iets wat het ooit was naar een door computers gemaakte intelligentere vorm van economie bedrijven. CEO Masayoshi Son van de Japanse Softbank (nummer 72 op de Fortune 500) voorspelde dit najaar nog dat robots over dertig jaar een IQ van 10.000 hebben. De belangrijke vraag is dan niet of Talpa, Tencent of ING de ‘war-on-AI’ overleven, maar hoe we als mens het beste uit de bus springen. Want zeg nu eens eerlijk, wie zit er nou te wachten om op alle terreinen constant afgebluft te worden door een paar slimme algoritmes die ook nog eens de dienst uitmaken?

Het recept om toch vrolijk het nieuwe jaar in te gaan is tweeledig. Allereerst is er een nieuwe stroming die ‘positive computing’ heet. Daar kunt u zich op gaan storten. Onze voorspelling is dat deze ontwikkeling flinke wind mee krijgt. Positive computing is technologie die primair gericht is op het geluk van de mensheid. Overheden, bedrijven en consumenten gaan dit ongetwijfeld verder afdwingen. Het tweede dat u kunt doen is een bezoek brengen aan museum Voorlinde waar de prachtige tentoonstelling ‘De tussentijd’ te zien is[1]. Wellicht brengt dat inspiratie om te bedenken wat u met deze tussentijd gaat doen. Happy new year, happy computing.

Menno van Doorn is directeur van Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van IT-dienstverlener Sogeti

[1] Helaas is deze tentoonstelling op 3 december beëindigd.