Hoe meer automatisering in het ziekenhuis, hoe belangrijker de CMIO

De helft van de ziekenhuizen had begin 2017 een CMIO, een Chief Medical Information Officer. Nictiz deed in dat jaar onderzoek naar die speciaal voor ict-taken vrijgemaakte medisch specialist. De teller stond toen op 44. Nu zijn er al 52 CMIO’s.

We gebruiken steeds meer techniek in de zorg. Deels omdat er op dat vlak zoveel meer mogelijk is dan waar de zorg momenteel gebruik van maakt. Maar ook doordat steeds meer zorg in de thuissituatie plaatsvindt in plaats van in ziekenhuizen of verpleeghuizen. Er zijn daardoor meer zorgverleners van verschillende organisaties betrokken bij één patiënt. Dit noodzaakt tot betere informatisering en communicatie. En dat kun je niet alleen aan ict’ers overlaten, vindt Iris Verberk, internist-nefroloog in het Maasstad Ziekenhuis en CMIO aldaar. “Daar heb je de zorgverlener én de patiënt voor nodig. Waar de gebruiker niet betrokken is bij automatiseringsvraagstukken, is het effect zelden zoals beoogd.”

 

CMIO-netwerk

De term CMIO komt overwaaien uit de Verenigde Staten, waar al sinds 1997 een soort CMIO-netwerk bestaat: de Association of Medical Directors of Information Systems (AMDIS). In Nederland definieert het CMIO-netwerk de CMIO als: ‘een medisch specialist die als schakel fungeert tussen ICT, medische staf en de raad van bestuur van een ziekenhuis’. In 2015 ontstond het CMIO-netwerk in Nederland. Met enkele collega’s van andere ziekenhuizen vond Iris Verberk dat ze van elkaar konden leren. Kennisdelen was toen het belangrijkste doel. Verberk werd voorzitter van het netwerk. “We zijn met zes mensen gestart, omdat we alle zes tegen dezelfde problemen aanliepen.” Inmiddels is het doel wat verschoven. De positionering van de CMIO is momenteel een belangrijk thema. Verberk: “Een speler zijn die betrokken wordt bij ict-vraagstukken; hoe zorg je ervoor dat je als CMIO een wezenlijke bijdrage kunt leveren?”

 

Eigen expertise

De CIO en de CMIO moeten goed samenwerken, zegt Verberk. “Beiden hebben hun eigen expertise. De CIO weet alles van ICT, iets wat de CMIO zeker moet kunnen begrijpen. Andersom kan de CIO niet zonder kennis van de zorgprocessen, waar onze inbreng om de hoek komt kijken. Neem het instellen van de vertragingstermijn voor het vrijgeven van uitslagen voor de patiënt. Die discussie móet je samen voeren. Het is voor de it-afdeling niet meer dan het aanzetten van één specificatie, terwijl dit voor de zorgverleners grote consequenties heeft voor de wijze waarop hun zorgproces verloopt en voor de communicatie met de patiënt. Het begint met een visie op digitalisering en vervolgens moet je het samen invullen.”

Het aantal CMIO’s mag dan hard groeien, dat wil niet zeggen dat hun positie overal goed geregeld is. Uit het onderzoek van Nictiz blijkt dat niet iedere CMIO een formele aanstelling heeft (zie kader). Verberk wijst erop dat het een volwassen organisatie kenmerkt als een ziekenhuis een CMIO heeft. “Wie automatisering serieus neemt, betrekt de gebruiker erbij en stelt een CMIO aan. Je kunt tijdens de uren die je besteedt aan automatisering immers geen patiëntenzorg leveren.”

 

Eigen steno

De CMIO heeft vaak ook onder collega’s het nodige zendingswerk te doen. Veel dokters ervaren het digitaliseren van informatie en informatiestromen als extra registratielast. Waar ze voorheen in een soort eigen steno aantekeningen konden maken, zijn ze nu ‘gedwongen door het EPD’ om hun informatie eenduidig op te slaan, opdat ook collega’s de informatie kunnen benutten. Een tussenfase, noemt Iris Verberk dat. “In het standaardiseren van content moeten we nog veel slagen maken, maar het is de enige weg als we tussen zorgverleners en tussen ziekenhuizen willen communiceren.” Dat er momenteel veel zogeheten workarounds ontstaan, lijkt dan ook niet meer dan een logisch bijverschijnsel.

Verberk wijst erop dat er nog veel werk te doen is voordat de zorgprocessen ook daadwerkelijk efficiënter verlopen. “Wat we nu doen is de bestaande processen digitaliseren. Maar de processen zelf zijn nog veel efficiënter in te richten. Nu doet de patiënt eerst zijn verhaal bij de huisarts en nadat hij is doorverwezen doet hij precies hetzelfde verhaal bij de medisch specialist. Als we ook de processen zelf tegen het licht gaan houden, behalen we straks nog veel meer winst.”

 

Onderzoek Nictiz naar de CMIO

Het aanstellen van een CMIO ontstaat vaak als het gevolg van de implementatie van het EPD. Ook bestuurders onderkennen de noodzaak om de gebruiker daarbij te betrekken. Vaak wordt een medisch specialist daarvoor gedeeltelijk vrijgemaakt en als de implementatie achter de rug is, is het vaak even zoeken naar rol, inhoud en tijd voor de CMIO. Elise Peters, e-health-adviseur bij Nictiz en verantwoordelijk voor het CMIO-onderzoek: “Na implementatie van het EPD volgt de optimalisatiefase. Maar ook andere projecten dienen zich aan op het vlak van innovatie, e-health en ICT. Het belang van de inbreng van de zorgverlener zien ziekenhuizen vaak goed. Maar de formele aanstelling blijft soms wat achter. Van de 28 respondenten op onze enquête zijn 10 medisch specialisten niet formeel aangesteld. Dan moet het dus doen naast je taken op het vlak van patiëntenzorg. Dat gaat eigenlijk niet of je doet het maar half.”

Gemiddeld zijn de CMIO’s voor 0,3 fte vrijgesteld. Naast betrokken zijn bij ICT en e-health, moet je ook geschoold zijn, vertelt Peters. Het AMC biedt al een passende masteropleiding aan, maar er is ook behoefte aan korter durende bijscholingen op dit vlak. Door het onderzoek hebben zich enkele technische universiteiten bij Nictiz en het CMIO-netwerk gemeld met het idee om zo’n bijscholing te verzorgen. Dat is verheugend, zegt Peters. Zij ziet ook veel in een combinatie met de activiteiten van het CMIO-netwerk. “Verdiepingssessies aan de hand van bestaande casuïstiek, concrete situaties waar CMIO’s tegenaan lopen en die met elkaar kunnen bespreken.”

Dat techniek nog veel belangrijker gaat worden, is volgens Peters een feit. “Standaardiseren, daar zit momenteel de uitdaging. Je kunt twee mensen in dezelfde kamer bijeen zetten, maar ze moeten wel dezelfde taal spreken om informatie met elkaar te kunnen uitwisselen.”

De resultaten van het onderzoek van Nictiz en het CMIO-netwerk zijn gepubliceerd in een whitepaper ‘Koester de CMIO’. Download deze op Nictiz.nl

https://www.nictiz.nl/wp-content/uploads/2018/04/Whitepaper_Koester_de_CMIO.pdf

 

 

Gerelateerde berichten...