Nederland loopt voorop als het gaat om sociale robots in de zorg. Futuroloog Mike van Rijswijk van The Innovation Playground was jaren geleden een van de eersten die in Nederland de kansen en mogelijkheden zag van robots. “We hebben zeker stappen gezet in de acceptatie van robots door mensen, maar nog steeds staan we aan het begin van een nieuw tijdperk.”
Van Rijswijk is gek op robots, al sinds hij ze in zijn kinderjaren als speelgoed had en op televisie zag in series als The Jetsons. “Ik geef niet zoveel om auto’s, maar van robots kan ik heel erg enthousiast worden”, zegt hij lachend. “Op een gegeven moment zie je dat er daadwerkelijk robotsystemen worden ontwikkeld en er allerlei startups ontstaan op dit gebied. Ik realiseerde me dat wanneer robots zelflerend zouden kunnen worden, ze grote potentie hebben.” Van Rijswijk haalt in 2015 de humanoid robot NAO – ontwikkeld door het Franse Aldebaran Robotics – naar Nederland om te onderzoeken wat hier de kansen en mogelijkheden zijn van dat soort robots.
Baanbrekend
“Er stonden destijds maar weinig mensen open voor het gebruik van robots, zeker in de zorg. Ik denk dat er slechts twee of drie bestuurders waren met wie je het onderwerp überhaupt kon bespreken.” Een van die bestuurders was Greet Prins, toenmalig voorzitter van de Raad van Bestuur van de Stichting Philadelphia Zorg, dat gehandicaptenzorg biedt. “Ik was al gefascineerd door de robot Alice die in 2015 door de Vrije Universiteit van Amsterdam was ontwikkeld, onder meer om te ondersteunen bij de zorg van ouderen”, schrijft ze in het voorwoord van het boek Mensen worden robots, robots worden mensen dat Van Rijswijk onlangs publiceerde. Na een demonstratie van NAO door Van Rijswijk besloot Prins een robot aan te schaffen voor de zorgorganisatie. “Zeker in die beginperiode moesten we veel tegenstand doorbreken bij mensen”, zegt de futuroloog. “Dat was echt een struggle, omdat veel mensen robots zagen als een stuk plastic met een printplaat. Nog steeds bekijken mensen robots vaak op die manier, hoewel dat de laatste jaren gelukkig steeds minder wordt.”
Acceptatie
Er is inmiddels veel kennis over robots, maar die zit vooral bij universitaire instellingen. “Er wordt weinig over gepubliceerd, waardoor de gewone Nederlander er weinig van meekrijgt en dus eigenlijk ook niet wordt meegenomen in de opkomst van robotisering.” Zo is de TU in Delft al heel ver met het ontwikkelen van robothanden waar pezen in verwerkt zijn. Dat is belangrijk voor de fijne motoriek en zal in de toekomst zorgen voor een nog bredere toepasbaarheid van robots, voorspelt Van Rijswijk. “Robotisering is natuurlijk heel breed. In de logistiek bijvoorbeeld wordt het al jaren toegepast, en denk aan de industriële robots die auto’s assembleren, of aan kookrobots.” Hij hoopt dat dit soort robots gaan helpen in de acceptatie van de meer humanoïde robots, zoals in de zorg worden gebruikt.
Sociale robotplatform
“We staan op een belangrijk kruispunt”, stelt Van Rijswijk. “In Nederland kijken we graag naar landen als Japan, Taiwan en Singapore als het gaat om het ontwikkelen en bouwen van humanoïde robots. Maar feitelijk is dat vooral de hardware en we merken dat we daardoor veel aan verwachtingsmanagement moeten doen. Wanneer mensen een robot bestellen en uitpakken, is de verwachting dat hij gelijk allerlei dingen kan doen en kan communiceren. Maar de crux is nou juist dat er nog heel erg weinig toepassingen en software voor robots zijn.” Opvallend is dat landen als Japan, Taiwan en Singapore daarvoor juist weer naar Nederland kijken, omdat hier inmiddels diverse platformen zijn ontwikkeld voor robotica. Ook The Innovation Playground heeft een sociaal robotplatform ontwikkeld. “Daarbij hebben we bewust gekozen om een gesloten ecosysteem te bouwen waarbij robots één-op-één communiceren met accesspoints in de ruimte. Beveiliging is namelijk een groot en complex issue als het gaat om de aansturing van robots, zeker wanneer die in kwetsbare omgevingen zoals de zorg worden ingezet.”
Regendruppels komen samen
Van Rijswijk verwacht dat de acceptatie van robots door Nederlanders in een stroomversnelling komt wanneer ze betaalbaar worden en meer kunnen. “Nieuwe technologie hangt vaak samen met verandering en daar kijken mensen van nature met argusogen naar. Maar zodra mensen doorkrijgen welke voordelen nieuwe technologie en ontwikkelingen aan hen kan bieden, worden die argusogen al snel gesloten. Zodra innovaties gemak beginnen op te leveren, worden ze snel maatschappelijk geaccepteerd.” In zijn boek zet Van Rijswijk helder verschillende technologische ontwikkelingen uiteen die op een bepaald moment in de toekomst samenkomen en daarmee grote veranderingen zullen brengen. “Ik vergelijk het met regendruppels op een raam”, legt Van Rijswijk uit. “Je ziet er ééntje naar beneden glijden en zich bij een andere voegen. Deze grotere druppel glijdt vervolgens naar een derde. Op een gegeven moment wordt de druppel zo zwaar dat hij in een baan naar beneden glijdt en alles op zijn weg met zich meeneemt.”
Gevoel voor robot
Hij is van mening dat ook robots deel uitmaken van dit principe. “Ik denk dat er straks meerdere vormen van leven zijn waarmee we een relatie kunnen opbouwen. Ik zie dat al bij mijn eigen kinderen. Waar volwassenen een robot nog steeds vaak als een stuk plastic zien, is de sociale robot waarmee mijn zoon is opgegroeid écht zijn allerbeste vriend.” Hij voorspelt dat we op termijn zelfs gaan trouwen met personen in de digitale wereld. “We doen vaak aannames, zeker op het gebied van sociale robots bij cliënten, maar in de praktijk blijkt keer op keer dat mensen een gevoel krijgen bij sociale robots.” Hij vertelt dat nieuwe medewerkers van het sociale robotteam bij The Innovation Playground de robot standaard een week mee naar huis krijgen. “En iedereen, echt iedereen, zegt na twee of drie dagen ‘Goedemorgen’ tegen de robot. Zelfs de grootste scepticus. Dat is wat zo’n robot met je doet en dat vind ik een enorme eyeopener en iets dat we niet mogen onderschatten.”
Lees ook:
- Digitaal werken is (bijna) het nieuwe normaal bij De Zorgcirkel
- Tesla gaat menselijke robot maken