7min Zorg

Versnelling startups en scale-ups in healthtech broodnodig

Versnelling startups en scale-ups in healthtech broodnodig

Het kwantificeren en versnellen van het tech-ecosysteem, dat is de taak die TechLeap in opdracht van de Nederlandse regering tenminste tot 2023 heeft. Gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat doen ze daarvoor onder andere onderzoek en bedenken ze programma’s om de toegang tot markt, kapitaal en talent binnen de techniek te verbeteren. Recent onderzoek toont aan dat veel healthtech-ondernemingen in de startupfase blijven steken.

Ieder ecosysteem heeft drivers en blockers, vertelt Directeur Capital van TechLeap, Maurice van Tilburg. “Belangrijk is dat de blokkeringen geëlimineerd worden in sectoren waar voldoende drivers zijn. Daarvoor is het nodig dat werkelijke problemen achterhaald worden. Meningen en belangen zijn er namelijk volop, maar daarop mag je geen beleid maken”, benadrukt hij. TechLeap is neutraal, zegt hij ook. Eerst even iets over de startup-ecosystemen in Nederland in het algemeen. Nederland heeft een van de beste startup-ecosystemen van de wereld. Alleen transformeren relatief weinig startups naar scale-ups, laat staan naar unicorns. Onze cultuur is daar niet geschikt voor. Anders gezegd: in ons kikkerlandje stimuleren we innovatie, maar we focussen vervolgens te weinig op hoe we daarmee duurzame economische en maatschappelijke waarde creëren. TechLeap noemt dit het Nederlandse ondernemersparadox. De doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoegmentaliteit is hieraan waarschijnlijk debet zijn.

Buitengewoon veel potentie

De Nederlandse healthtech-sector is een markt met buitengewoon veel potentie. Er zijn meer dan duizend actieve healthtech-bedrijven waarvan driehonderd met tenminste enige mate van externe investering. Vergeleken met andere landen heeft Nederland een hoog aantal startups in de gezondheidszorg en had de sector in 2020 de meeste durfkapitaalinvesteringen van alle sectoren in Nederland. Toch blijven ook healthtech-ondernemingen vaak in de startupfase steken, blijkt uit recent onderzoek van TechLeap. Eigenlijk geldt in healthtech bij uitstek die zogenoemde ondernemersparadox. Innovatie? Graag. Opschalen? Lastig.
Daarvoor is een aantal redenen. Hoewel het totale bedrag aan investeringen hoog is, lukt het maar enkele startups om een groot bedrag op te halen. De meeste startups in Nederland moeten het doen met een veel kleiner deel van de taart. Het lukt ze bovendien niet goed om investeerders met de juiste expertise aan te trekken. Een andere reden is dat, zeker in vergelijking met het buitenland, het Nederlandse zorgstelsel ingewikkeld is. Van Tilburg: “De gezondheidszorg kent sowieso een geheel andere dynamiek dan andere sectoren. Je moet als medische startup daarom vanaf het allereerste begin veel expertise aan boord hebben. Je moet bijvoorbeeld contacten hebben met veel verschillende partijen. Van zorgverzekeraars tot medici. Daartoe moet je de juiste wegen kennen, maar je moet ook beschikken over communicatievaardigheden en snel kunnen schakelen. Startups bestaan niet zelden uit een handjevol mensen die niet al deze expertise in huis hebben.”

Culturele componenten

Het is een beetje een catch22-situatie, legt Van Tilburg uit. “Er is snel geld nodig om te groeien, maar om geld aan te trekken, moet je eerst laten zien dat je kúnt groeien.” Ondernemers die het wél lukt financiering aan te trekken, moeten meteen een flink aandeel in het bedrijf afstaan. De situatie in Nederland kent ook culturele componenten. Van Tilburg geeft een voorbeeld. “In andere landen is het gebruikelijker dat mensen die het gemaakt hebben, als coach optreden voor nieuwe innovatiestartups. Hier doen we dat niet zo.” Daarnaast geldt ook nog eens dat de wetgeving rondom gezondheidszorg ingewikkeld is. Stap je ergens in dan kan het zomaar een hele tijd duren voordat er toestemming is om de markt te betreden. Je moet dus vaak veel geduld hebben en maar afwachten of je investering zich gaat terugbetalen. “We moeten voorkomen dat we in Nederland bedrijven verliezen omdat het buitenland wel mogelijkheden tot opschaling biedt”, waarschuwt Van Tilburg. “Het gebeurt nu al dat er bijvoorbeeld in de VS wel investering wordt opgehaald maar in Nederland niet, waardoor zo’n bedrijf naar de VS verdwijnt. Zo gaat er kostbare kennis, economische waarde maar ook potentiële werkgelegenheid verloren voor de Nederlandse markt.”

Mammoettanker

Wat moet er gebeuren? Is innovatie afhankelijk van het systeem dat gezondheidszorg heet? Van Tilburg: “Het is een feit dat het medische systeem belemmerend werkt voor technische innovatie. Het is verleidelijk om te zeggen dat het systeem als geheel dus veranderd moet worden. Maar de gezondheidszorg is als een mammoettanker en dus nauwelijks wendbaar. Wil je verandering brengen in zo’n log systeem dan is dat lastig.” Hij noemt andere landen als de VS en Duitsland en hoe ze daar omgaan met innovaties. “Wat we in andere landen wel zien gebeuren, is dat ze een speedbootroute maken voor nieuwe technologieën. Snelheid maken en vervolgens zien of het werkt. Dan kun je het opschalen naar het geheel of in het systeem passen. Maar de mammoettanker passend maken voor nieuwe technologieën, dat gaat niet werken.”

Momentum nog nooit zo groot

Eigenlijk is verandering op meerdere vlakken nodig. Alle betrokken partijen, van beleidsmakers tot gezondheidspioniers en leidinggevenden in de zorgsector, moeten samenwerken aan het opzetten van een fast-track programma voor startups. Ze moeten een commercialiseringsstrategie omarmen, meer coördinatie tussen ziekenhuizen en het opzetten van een nationale infrastructuur voor data in de gezondheidszorg, somt Van Tilburg op. “De vele innovatieve Nederlandse startups in de healthtech-sector hebben moeite om door te groeien, terwijl dit cruciaal is voor de ontwikkeling van de gezondheidszorg. De behoefte aan verandering en het momentum om samen te werken om dit mogelijk te maken, is nog nooit zo groot geweest. We hebben de technologieën, de wetenschappers, de ondernemers en het kapitaal om een enorme impact te maken. We moeten nu handelen om het potentieel van healthtech in Nederland te ontketenen.”

Zo ondersteunt TechLeap startups en scale-ups

TechLeap wil sectoren ondersteunen door investeerders te verbinden met startups en scale-ups, maar ook met verschillende programma’s die moeten zorgen voor de noodzakelijke versnelling.

Rise is een al wat langer draaiend programma waarmee telkens een nieuwe batch van tien innovatieve ondernemingen uit één sector wordt ondersteund, omdat ze al een groei hebben doorgemaakt richting scale-up. Recent viel de beurt aan healthtech-bedrijven. In dit programma wordt een veilige leer- en netwerkinfrastructuur geboden waarmee daadwerkelijk versnelling mogelijk is.

Pole Position is een nieuw programma waarmee de brug tussen startup naar scale-up moet worden geslagen. Jonge, innovatieve ondernemingen dus die vaak de ervaring, het netwerk en de financiering missen om die stap te zetten. Daar komt bij dat er weinig initiatieven op landelijk niveau zijn die ondersteuning bieden bij deze doorgroeifase.

Dat maakt het voor deze ondernemers niet eenvoudig om uiteindelijk echt impact op de markt te kunnen maken. Voor dit nieuwe programma bundelt TechLeap de krachten met vier regionale incubators. Ervaren ondernemers, investeerders en zorgexperts geven input en ontsluiten een netwerk. Zo ontstaat er een community waar bedrijven nu en in de toekomst veel aan zullen hebben. De eerste ronde van Pole Position ging afgelopen november van start met tien deelnemende tech-startups in de medische sector.

Impuls voor zorginnovatie noodzakelijk

“Om zorginnovatie een impuls te geven en de adaptatie van nieuwe technologie te versnellen, is een gemeenschappelijke stip op de horizon nodig.” Dit opperde Constantijn van Oranje-Nassau tijdens de Zorg & ICT-beurs afgelopen november, waar hij sprak in zijn rol als ambassadeur van startupplatform TechLeap.

Als het om digitale technologie gaat, kent de zorgsector volgens Van Oranje-Nassau een enorme potentie, maar deze innovaties komen maar mondjesmaat tot wasdom. “Er is geen markt waar zoveel venture capital naartoe gaat en waar zoveel startups zijn als in de health- en life sciences. Er is een enorme motor van innovatie, maar je ziet ook dat startups veel minder doorgroeien dan in andere sectoren. Ergens gaat er dus iets mis.” De remmen zitten in het systeem zelf, denkt Van Oranje-Nassau. “Denk aan de manier waarop zorg wordt aanbesteed en aan het ontbreken van centrale afspraken rond data-infrastructuur. Daarnaast zijn startups sterk verankerd in de academische cultuur. Het ontbreekt daardoor vaak aan marketing- en ondernemerskennis.”

Het grootste probleem is volgens hem dat vaak niet goed duidelijk is waar de kosten en baten van innovaties in de zorgketen neerdalen. “Je kunt met een technische innovatie een enorme arbeidsbesparing realiseren, waardoor de verpleging meer aan kan, maar waar betaalt die kostenbesparing zich uit? Die besparing moet ergens terugkomen in de boeken, maar dat gebeurt nu niet. Als je de marges van innovaties niet te gelde kunt maken, registreert het systeem alleen maar extra kosten.”

Lees ook: