6min Zorg

“Zorg en patiënten moeten met veel meer data leren omgaan”

“Zorg en patiënten moeten met veel meer data leren omgaan”

Saskia van den Bos, CIO van Maasstad ziekenhuis

In een wat opgewonden sfeer in het Maasstad Ziekenhuis, vanwege aandacht voor de groeiende COVID-druk in het NOS Journaal de avond ervoor, komt Saskia van den Bos ook voor de camera, maar nu voor een vraaggesprek met ICT Magazine.

Eind april verzetten de ziekenhuizen zich tegen de versoepelingen, wegens alsmaar dreigende ‘overdruk’ van COVID-opnames, terwijl de samenleving ernaar smacht. Het werken op afstand valt haar soms zwaar: ‘Ik heb de hele dag in Teams-overleg gezeten, wat behoorlijk vermoeiend is. De facilitaire diensten die ik ook leid, kun je enkel op locatie leveren en ik vind het plezierig om goed contact te onderhouden. Maar we geven het goede voorbeeld door zoveel mogelijk thuis te werken. Wij zien elke dag de effecten van onvoorzichtig gedrag.’

Is de facilitaire dienst niet een lastige bijwagen?

‘Nee, de patiëntreis staat centraal en dus de integrale ondersteuning vanaf het moment dat de patiënt contact zoekt tot en met de nazorg thuis; facilitair, medische apparatuur en ICT-faciliteiten voor de artsen en verpleegkundigen. Al die facetten hangen nauw samen. Ik heb veel met verandering en technologie. Doorvoering van vernieuwing biedt me de meeste uitdaging en op IT-gebied verandert heel veel momenteel. De pandemie leidde tot een grote versnelling met heel veel nieuwe technologie. Zoals het complete thuiswerken met de implementatie van Teams, met een hele grote opschaling van thuiswerkers, maar ook het uitrusten van vergaderzalen en werkplekken in het ziekenhuis met voorzieningen voor het gebruik van Teams. Boeiend was ook het beeldbellen met patiënten invoeren met de Beter Dichtbij app.’

Dat verliep op rolletjes?
‘Natuurlijk niet. De eigen infrastructuur bleek niet volledig geschikt voor beeldbellen. We plaatsen meer fat clients, want de infrastructuur van louter thin clients en VDI volstaat niet voor goed beeldbellen. We zetten ongeveer 400 nieuwe pc’s neer, maar het blijft zeker een uitdaging. Het gaat bij beeldbellen niet alleen om de techniek, maar ook over de wijze waarop je dat in je proces integreert; en over digitale vaardigheden van de gebruikers en de patiënten. Ook voor hen was dit nieuw.’

Hoe ging de introductie van slimme pleisters?
‘Slimme monitoring van klinische patiënten behelst twee componenten, een pleister met sensoren om vitale waarden zoals hartslag en bloeddruk te meten. Op basis hiervan kan een een early-warning-score worden berekend, waarmee we kunnen zien of patiënten verslechteren. Zeker voor COVID-patiënten, waarbij deze vitale waarden, zoals zuurstof, snel kunnen veranderen geeft dat veel winst, want verpleegkundigen moeten snel kunnen ingrijpen. Naast het gebruik in de kliniek zijn we met een project bezig om te kijken of patiënten met deze slimme pleisters sneller naar het verpleeg- of verzorgingshuis kunnen. Dit doen we samen met zorgorganisatie Aafje.’

En de COVID-app van ziekenhuizen waarmee patiënten sneller naar huis kunnen, ook met zuurstof?
‘Zeker een doorbraak. Patiënten kunnen nu, met zuurstof en een app waarin ze een paar keer per dag vragen beantwoorden over hun conditie, eerder naar huis om te herstellen. Wij monitoren dit vanuit het ziekenhuis en hebben dagelijks contact met de patiënt. Die kan in de eigen omgeving herstellen en wij hebben bedden eerder vrij. We hebben tijdens de eerste golf ook ingezet op algoritmes zoals de COVID severity score, waarmee we een voorspelling doen over het risico dat een patiënt op de ic terecht zal komen. In hoog tempo zijn dashboards ontwikkeld om capaciteiten te volgen en voorspellen. We hebben dit heel snel na aanvang van de pandemie voor COVID ingevoerd, en vervolgens voor het hele ziekenhuis. We sturen veel efficiënter dan voorheen de capaciteiten.’

Wat is uw inbreng met algoritmes?
‘De COVID Severity Score van Santeon was een samenwerkingsverband van zeven topklinische ziekenhuizen. Ook werken we samen met universiteiten zoals TU Eindhoven of bedrijven als Pacmed. Onze rol is dat we algoritmes kunnen valideren en toetsen aan wet- en regelgeving. En er staan nog veel meer algoritmes op stapel, zoals modellen voor ondersteuning bij diagnoses. Zo draait er in de radiologie al langer een algoritme voor het helpen opsporen van minieme longnodules op longfoto’s.’

Hoe ziet uw strategische agenda eruit?
‘Vanuit het principe: de juiste zorg op de juiste plek en de strategie van het ziekenhuis geven we de digitale strategie verder vorm, waaronder het doorzetten van de versnelling van thuismonitoring die met de pandemie in gang is gezet. We gaan naar een volwaardig digitaal kanaal voor patiënten. En ondertussen de hoog complexe en acute zorg blijven verbeteren. Innovaties zoals met digitale pleisters, dus inzet van sensoren en data-analyse zullen een grote opgang maken.’

Economische noodzaak?
‘Het is ook gedreven door efficiency. De manier waarop wij zorg nu leveren is geen houdbaar model voor de toekomst. We hebben nu al onvoldoende handen aan het bed, en dat blijft zo. Je zult het dus anders en slimmer moeten doen. Daarnaast verwachten we een grote verschuiving in de zorg waarbij de aandacht verschuift van ziekte naar aandacht voor gezondheid, dus naar preventie. Het ziekenhuis komt vaak pas in beeld als iemand ziek is. Zeker bij chronische patiënten kun je een heel goede kwaliteit van leven bieden zonder dat ze steeds hier komen. Testen met zelfzorg en slimme apps, en een goed vangnet als je moet ingrijpen op grond van de data, tonen die mogelijkheden aan.’

Wordt het steeds meer een logistiek operatie: erin, eruit, blijven tracken?
‘Ja, we zullen ook steeds meer buiten de muren van het ziekenhuis treden, in samenwerking met ketenpartners zoals huisartsen en VVT (Verpleging, Verzorging en Thuiszorg) en met monitoring van patiënten, steeds weer met data als grondstof.’

En wordt MedMij persoonlijk dossierbeheer levensvatbaar?
‘Het is goed als een patiënt zijn eigen gegevens kan beheren en daarbij is het gebruik van de standaarden cruciaal. Dat moet landelijk worden ondersteund. Bij gegevensuitwisseling is de techniek uitdagend, maar vooral processen vergen grote aandacht. Momenteel lopen allerlei olifantenpaadjes tussen medische administraties en iedereen heeft eigen werkwijzen. Interessant om te zien, maar heel lastig te digitaliseren en daarmee bouw je geen toekomst op…’

Lees ook: