Wordt Cumuluz een buzzword?

U kent, als trouwe lezer van deze column, ongetwijfeld het NICTIZ 5-lagenmodel. Het is een mooie toevoeging aan de discussie over de digitalisering van de zorg. Het herinnert ons eraan dat het bij de digitalisering van de zorg niet alleen gaat over informatie, software en infrastructuur, maar ook over processen, organisatie, veiligheid en wet- en regelgeving. Een grote vooruitgang in mijn beleving.

Tijdens de coronacrisis werden processen noodzakelijkerwijs anders ingericht. Betrokkenheid op afstand is inmiddels als optie redelijk ingeburgerd. Patiënten doen nu bijvoorbeeld vanuit huis digitaal de anamnese, geholpen door slimme programma’s of thuismonitoring. Ondersteunende platformen schieten als paddenstoelen uit de grond, wat de nodige consequenties heeft. Denk aan juridische vraagstukken, zoals ‘wie is de behandelend arts?’, of de wildgroei aan onzinnige vragen vanwege de laagdrempelige toegang.

Eens te meer wordt pijnlijk duidelijk dat al die extra gegevens niet terechtkomen in het patiëntendossier, maar blijven hangen in al die nieuwe platformen. Bovendien krijgt de dokter er nóg een systeem bij. Tot zover niets nieuws onder de zon, behalve dan dat de situatie onbeheersbaar dreigt te worden. We hebben het hier nog steeds over zieke mensen, die een foute beslissing of geen beslissing wellicht niet overleven. Even terug naar het NITIZ-model: alle lagen in samenhang!

Interoperabiliteit is hier het buzzword. Over de term ‘buzzword’ zegt Wikipedia dat ze ook kunnen ‘worden gebruikt om al te directe reacties te voorkomen’, en daar lijkt het op in Nederland. Leveranciers hebben geen belang bij interoperabiliteit en de dokter is te druk met patiënten. Ondertussen stijgen de kosten door en vindt de overheid – aangestuurd door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) – het oplossen van het gebrek aan interoperabiliteit weinig kansrijk. Liever mikt men op het afschalen van de zorg aan bijvoorbeeld ‘kansarme’ ouderen; in mijn ogen een onhaalbaar scenario. Volgens mij verdwijnt zo’n 30 procent van de zorgkosten door het putje vanwege gebrekkige logistiek. Als ik de utopie voor ogen hou, waarbij de patiënt (met zijn dossier) eenduidig door zorgland zoeft, zijn we weer terug bij het bovenstaande buzzword.

Landelijke koepels van belangrijke zorgorganisaties zoals NFU, Santeon en Mprove proberen voortgang te boeken op dit vlak. De NFU ontwikkelt het Cumuluz concept. Na bestudering van rapporten over Cumuluz denk ik: ja, mooi. Alleen mis ik de relatie met de bestaande situatie. En bovendien moet er vervolgens wel worden doorgepakt; niet de sterkste kant van de NFU leden. Het LSP was toch ook bedoeld als (onderdeel van) de uiteindelijke oplossing? Hoe staat het eigenlijk met de inburgering daarvan? En hoe wordt het beheer van Cumuluz dan geregeld? Is dat niet de corebusiness van VZVZ, waar ook de huisartsen onder vallen? Uit eigen ervaring weet ik als geen ander dat het inrichten van beheer een megaklus is. Maar ik weet ook dat het een kritieke succesfactor is.

Hopelijk is Cumuluz niet het volgende buzzword. Haarlemmerolie was dat al.

Lees ook:
  • Wettelijke plicht nodig voor digitalisering ziekenhuizen
  • 5 tips om te voorkomen dat jij het volgende slachtoffer van phishing wordt

Gerelateerde berichten...