Comproraak

Comproraak

Ik zat ooit met een paar mensen in een auto en we moesten om een woonwijk heen. Dat kon linksom en rechtsom, dat maakte eigenlijk niet zo veel uit. Beide oplossingen waren prima.

Maar misschien wel precies daarom had elk alternatief een fanatieke verdediger. Nee, echt, dit is de beste oplossing! Linksom! Rechtsom! Toen de chauffeur koos voor linksom, werd de verdediger van rechtsom steeds onrustiger. Bij elke afslag wilde hij naar rechts, want rechtsom was de beste oplossing. Bij de derde afslag kreeg hij zijn zin. En zo kwamen we in de woonwijk terecht. Een wirwar van kromme wegen (jaren 90!). Beide alternatieven waren prima, maar het compromis deugde niet.

En dat gebeurt zo vaak. We twijfelen tussen twee alternatieven, die allebei hun hartstochtelijke verdedigers hebben, en na lang overleggen vinden we een compromis. En elke keer is het weer hetzelfde liedje. Het compromis combineert de slechte eigenschappen van de twee alternatieven, voegt er nog wat ruis aan toe en voor je het weet zit je met iets verschrikkelijks opgescheept: het compromis.

Dat komt natuurlijk omdat we elke keer op zoek gaan naar consensus. Consensus vijlt altijd als eerste alle scherpe randjes eraf en die zijn vaak de juist de kracht van dat alternatief. Nee, dát is naar, dát ligt gevoelig en als we dát zó gaan doen, dan ben ik heel erg tegen. Wel eens geprobeerd om met zijn tienen een liedje te schrijven, voor een vriend die gaat trouwen? Nou dan. Juist de fundamentele verschillen mogen in het compromis niet terugkomen, want nog erger dan de discussie niet winnen, is dat de ander de discussie wint. En elke keer weer leidt consensus tot een slap compromis.

Het kan anders. Stel dat één iemand, met verstand van zaken, goed naar alle alternatieven luistert en dan doelbewust de sterke punten van de alternatieven combineert en op basis daarvan een oplossing componeert. Geen compromis, maar een comproraak. Met eigenschappen uit beide alternatieven. En zo iemand kan ook gewoon een goed alternatief helemaal overnemen, als dat het beste is.

Dan kan. Dat bestaat. Dat heet eigenaarschap. Als we iemand benoemen tot eigenaar van een proces, of een dataverzameling, of een groep vakmensen of een applicatie, of nog iets anders, dan geven wij zo iemand mandaat om namens ons comproraken te formuleren en compromissen af te wijzen. Voor afdelingen hebben we zoiets al – daar heet het manager. Voor een heleboel andere dingen hebben we het niet, want dat ligt moeilijk: wie is er nou eigenaar van een proces? Allemaal een beetje, maar dat is een compromis, dat gaat niet werken. Het comproraak is een duidelijke eigenaar met een helder mandaat. De beslissing over eigenaarschap zet de toon: wordt het een serie compromissen of comproraken.

 

Met dank aan Dave van Herpen voor het comproraak