Kabinet leent 20 miljoen aan Eindhovens fotonicabedrijf Smart Photonics

fotonica-chip NXP Smart Photonics ASML chipindustrie

Het Eindhovense fotonicabedrijf Smart Photonics krijgt 20 miljoen euro van het Rijk om de fotonica-industrie voor Nederland te behouden. Dat schrijft staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken in een brief aan de Kamer.

Het besluit viel nadat investeerders ‘uit derde landen’ belangstelling leken te hebben voor het bedrijf. Zij zouden er flink in willen investeren. De bijdrage maakt deel uit van een financieringsronde van in totaal 35 miljoen euro.

Chips

Smart Photonics produceert fotonische chips op basis van indium fosfide. Hiermee kun je via lichtdeeltjes gegevens versturen. Dit betekent dat je met minder energie veel meer data kunt versturen dan met gewone chips. Fotonica staat nog aan het begin, maar is zo veelbelovend dat het naar verwachting een miljardenindustrie gaat worden.

Fotonische chips kunnen bijvoorbeeld zorgen voor duurzamere datacenters, maar ook bijdragen aan betere sensoren voor bijvoorbeeld infrastructuur of medische diagnose. Fotonica zou ook een belangrijke rol kunnen spelen in de luchtvaartindustrie, meten van luchtkwaliteit, of autonoom rijden en zelfs cryptografie.

Arbeidsplaatsen

Het kabinet  wil via het convenant en de bijdragen zorgen dat in 2026 met ten minste 25 bedrijven een omzet van 1 miljard euro en 4.000 arbeidsplaatsen te realiseren. De bijdrage van het Rijk wordt geflankeerd door een Nederlands consortium geleid door Innovation Industries. Dit is een onafhankelijk investeringsfonds dat actief participeert in Nederlandse hightech ondernemingen. Andere partijen in dit consortium zijn de BOM, PhotonDelta en KPN Ventures. Smart Phoptonics werkt ook samen met partijen aan de TU Eindhoven.

Volgens staatssecretaris Keijzer is toegang van lokale ecosysteempartners tot de productiefaciliteit van Smart Photonics essentieel voor het succes van het hele ecosysteem. “Productieproces en productontwerp met deze sleuteltechnologie zijn zo nauw met elkaar verweven dat fysieke nabijheid en face-to-face overleg tussen de ingenieurs nodig is. Juist daarom ben ik, samen met de BOM en PhotonDelta, ervan overtuigd dat dit bedrijf zijn rol in het Nederlandse ecosysteem moet blijven vervullen en het risico dat uiteindelijk de productie- en onderzoeksfaciliteiten naar elders verhuizen in dit stadium voorkomen moet worden. Dit past ook in de oproep van de Europese Commissie aan haar lidstaten om alert te zijn en waar mogelijk op te treden tegen onwenselijke marktontwikkelingen, zoals het voorkomen van strategische afhankelijkheden of onderbreking van de vitale processen.”

Gerelateerde berichten...