De digitale geletterdheid van Nederlandse leerlingen in het voortgezet onderwijs laat flink te wensen over. Uit een recente studie blijkt dat veel scholieren basale computervaardigheden missen. Bovendien overschatten ze vaak hun eigen digitale bekwaamheid, terwijl internationale vergelijkingen aangeven dat Nederland juist achterblijft.
Het wereldwijd uitgevoerde onderzoek International Computer and Information Literacy Study (ICILS) voor 2023 meet twee hoofdcategorieën, namelijk algemene computer- en informatiegeletterdheid en het wat abstractere computationeel denken. Die eerste omvat vaardigheden zoals het vinden, beoordelen en creëren van digitale informatie. Op dat gebied hebben veel leerlingen slechts basale vaardigheden.
Eén op de drie leerlingen kan zelfs niet eens goed een computer bedienen. Met hulp lukt het vaak nog wel, maar zelfstandig informatie opzoeken of computerprogramma’s aan de praat krijgen, is vaak teveel gevraagd. Meisjes scoren overigens hoger dan jongens op dit vlak.
Op het gebied van computationeel denken – het oplossen van problemen via logische stappen en algoritmes – scoren Nederlandse scholieren iets beter, maar ook hier is het niveau gemiddeld laag. Jongens en meisjes zitten hier op een vergelijkbaar niveau.
Slechter dan veel andere OESO-landen
Internationaal gezien scoort Nederland op beide vlakken slechter dan bijna alle OESO-landen. Er zijn ook duidelijke verschillen tussen type onderwijs. Op havo en vwo haalt ongeveer de helft van de leerlingen het basisniveau voor digitale geletterdheid, maar bij vmbo is dat stukken minder. Bij de basis- en kader-varianten van deze onderwijsvorm haalt slechts 14 procent voldoende niveau, bij gemengd en theoretisch 38 procent.
Ondanks de lage scores hebben leerlingen veel vertrouwen in hun ICT-vaardigheden. De meeste jongeren geven aan dat best in staat zijn eenvoudige taken als teksten bewerken of online informatie opzoeken. Uit het onderzoek blijkt echter dat ze moeite hebben met complexere taken, zoals het beoordelen van de betrouwbaarheid van informatie of het instellen van apparaten.
Weinig aandacht in de les
Hoewel Nederlandse scholen goed zijn toegerust met devices en goede internetverbindingen, is er weinig aandacht voor digitale geletterdheid in de les. Vooral computationeel denken blijft onderbelicht. Dit terwijl het management van scholen het belang ervan wel onderschrijven. Leraren besteden volgens het onderzoek minder tijd aan ICT-gerelateerde opdrachten dan hun collega’s in andere OESO-landen. Mogelijk speelt tijdgebrek hierbij een rol.
Hoewel de resultaten niet al te best zijn voor een land dat zich nog altijd graag positioneert als kenniseconomie, was de respons op het onderzoek relatief laag. Dat maakt het lastig om al te grote uitspraken te doen. Er is data verzameld van 1288 leerlingen, 300 leraren en enkele tientallen schoolleiders en ICT-coördinatoren, verzameld op 47 scholen en vergeleken met data uit 34 andere landen. Het onderzoek is voor Nederland uitgevoerd door het Kohnstamm-instituut, de Universiteit van Amsterdam en Ipsos I&O en is hier te downloaden.
Lees ook: Deuren geopend voor aanvragers van subsidie in technologieonderwijs