2min Ondernemen

Noyb valt de Autoriteit Persoonsgegevens aan

Noyb valt de Autoriteit Persoonsgegevens aan

Op de Europese databeschermingsdag heeft de privacyorganisatie noyb, opgericht door privacyactivist Max Schrems, fel uitgehaald naar de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en andere Europese privacytoezichthouders. Volgens noyb worden er zelden boetes opgelegd voor privacyovertredingen en wanneer dat gebeurt, zijn de boetes onvoldoende om bedrijven tot actie te dwingen.

Op basis van gegevens van Europese privacytoezichthouders komt noyb tot de conclusie dat slechts 1,3 procent van alle behandelde zaken resulteert in een boete. Dit cijfer bevestigt de bevindingen van noyb, die stelt dat de meeste zaken jaren duren en vaak eindigen in een schikking of worden verworpen. Bovendien zou de meerderheid van de uitspraken in het voordeel van de aangeklaagde partij uitvallen, wat volgens noyb de effectiviteit van de toezichthouders ondermijnt.

Toezichthouders

In de ranglijst van Europese toezichthouders komt de AP slecht uit de bus. De Nederlandse autoriteit legde in slechts 0,03 procent van de gevallen een boete op, wat noyb beschouwt als onvoldoende actie. Ter vergelijking: de Slowaakse toezichthouder scoort veel beter, met een boetebeslissing in 6,84 procent van de gevallen.

Noyb stelt ook dat de toezichthouders, waaronder de AP, vaak pleiten voor meer middelen en budget om hun werk effectiever te doen. Tussen 2020 en 2024 steeg het budget van de AP met 62 procent, maar het aantal opgelegde boetes steeg nauwelijks. In 2023 had de AP een budget van bijna 37 miljoen euro, terwijl er slechts 1,98 miljoen euro aan boetes werd opgelegd. Dit enorme verschil van bijna 35 miljoen euro wordt door noyb als een verspilling van belastinggeld gezien.

Politieke wil

De organisatie benadrukt echter ook haar eigen rol in het afdwingen van boetes: bijna 40 procent van de privacyboetes tussen 2018 en 2023 was het gevolg van een klacht van noyb. Het lijkt volgens noyb niet te ontbreken aan de middelen om actie te ondernemen, maar aan de politieke wil om daadwerkelijk tegen techgiganten op te treden.