TU Delft zet stappen in ontwikkeling zwermrobotica

rondvliegende drone drone0inspecties

Aan de TU Delft is een succesvolle proef gedaan met zwermrobotica. Onderzoekers hebben een zwerm piepkleine drones geheel zelfstandig een onbekende omgeving laten verkennen. Dit werk is gepubliceerd in Science Robotics, en is  een belangrijke stap vooruit binnen het vakgebied van de zwermrobotica.

De uitdaging zit hem erin dat de piepkleine, 33 gram wegende drones autonoom moeten navigeren met zeer beperkte sensoren en rekencapaciteit aan boord.

 

Insecten

Je kunt het vergelijken met een zwerm insecten. Dat is dan ook precies waardoor het gezamenlijke onderzoeksteam van TU Delft, de Universiteit van Liverpool en de Radboud Universiteit Nijmegen, zich liet inspireren.

Insectenzwermen brachten robotici op het idee dat kleine robots hun individuele beperkingen ook kunnen overwinnen door als zwerm te opereren. Zwermen kleine, goedkope robots zouden dan taken kunnen uitvoeren die momenteel buiten de mogelijkheden vallen van grote, individuele robots.

Zo zou een zwerm kleine, vliegende drones een rampgebied veel sneller kunnen verkennen dan één grotere drone. Tot nu toe leken dergelijke zwermen toekomstmuziek. Met deze test in de inzet van dergelijke zwermen dichterbij gekomen.

 

Reddingsoperaties

Het onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in het kader van het programma Natural Artificial Intelligence. Het doel van het onderzoeksproject was om stappen te zetten in de richting van het gebruik van zwermen drones bij reddingsoperaties.

Het voornaamste uitgangspunt was dat reddingswerkers in de toekomst een zwerm kleine drones zouden kunnen loslaten om een rampgebied. Denk bijvoorbeeld aan het verkennen van een gebouw dat op instorten staat. Die zwerm drones zou het gebouw binnenvliegen, dit verkennen en vervolgens terugkeren naar het basisstation met relevante informatie. Daardoor zouden de reddingswerkers hun inspanningen kunnen richten op de meest relevante gebieden, bijvoorbeeld gebieden met overlevenden.

Voor het project werden piepkleine drones van camera’s voorzien. Ze werden er in een overdekte kantooromgeving op uitgestuurd om twee dummy’s te vinden die de rol vervulden van slachtoffers in een rampsituatie.

Uit deze reddingsopdracht,  bleek duidelijk dat een zwerm voordelen biedt. Binnen zes minuten slaagde een zwerm van zes drones erin om ongeveer 80% van de open kamers te verkennen. Dit was voor één afzonderlijke drone onmogelijk geweest.

Daarnaast bleek gebruik van een zwerm gunstig voor de redundantie. Eén drone ontdekte een slachtoffer, maar kon vanwege een hardwarefout in de camera geen beelden terugbrengen. Gelukkig legde een andere drone het slachtoffer ook op camera vast.

 

Uitdaging

“De grootste uitdaging bij het realiseren van verkenning door zwermen zit hem in de individuele intelligentie van de drones”, vertelt Kimberly McGuire, de promovenda die het project uitvoerde. “Aan het begin van het project lag onze focus op het realiseren van de basale vliegfuncties, zoals het regelen van de snelheid en het vermijden van obstakels. Vervolgens hebben we een methode ontworpen waarmee de kleine drones elkaar konden waarnemen en ontwijken. Daarvoor hebben we elke drone voorzien van een chip voor draadloze communicatie en hebben we gebruik gemaakt van de signaalsterkte tussen die chips, een beetje zoals het aantal streepjes op het scherm van je telefoon kleiner wordt als je je thuis verder van de Wi-Fi-router beweegt. De grootste voordelen van deze methode zijn dat er geen extra hardware op de drone voor nodig is en er maar weinig berekeningen nodig zijn.”

 

Beperkt

De grootste uitdaging bij verkenning door zwermen is dat het lastig is om kleine robots zelfstandig hun weg te laten vinden door een onbekende omgeving. Dit komt omdat kleine robots heel beperkt zijn in hun vermogen om waar te nemen en te rekenen.

Ook hier bood de natuur belangrijke inspiratie. Insecten maken geen gedetailleerde plattegronden. In plaats daarvan onthouden ze herkenningspunten en plekken die relevant zijn voor hun gedrag, zoals voedselbronnen en hun nest. “Het voornaamste idee achter de nieuwe navigatiemethode is om minimale eisen te stellen aan de navigatie. Het enige dat wij van de robots eisen is dat zij de weg kunnen terugvinden naar het basisstation”, vertelt Guido de Croon, hoofdonderzoeker van het project. “Eerst verspreidt de zwerm robots zich door de omgeving, waarbij elke robot een andere voorkeursrichting volgt. Na de verkenning keren de robots terug naar een draadloos baken bij het basisstation.”

 

Obstakels

“De voorgestelde navigatiemethode is een nieuw type bug algorithm of insectenalgoritme”, vervolgt Kimberly McGuire. “Zulke algoritmes maken geen plattegrond van de omgeving met daarin alle obstakels, maar ontwijken de obstakels gewoon wanneer ze die tegenkomen. In principe is een gedetailleerde plattegrond heel handig, omdat een robot dan van het ene punt op de kaart naar het andere kan navigeren volgens een optimale route. Maar voor kleine robots is het te duur om zo’n plattegrond te maken. Het voorgestelde bug algorithm levert minder efficiënte routes op, maar heeft als voordeel dat het ook in piepkleine robots kan worden geïmplementeerd.”

NS

Zwermrobotica kan ook voor het bedrijfsleven van groot belang zijn. Zo kondigde NS aan dat ze drones gaan inzetten op en rond stations om onderhoudsinspecties uit te voeren. Het gaat jaarlijks om honderden gebouwen.

NS heeft toestemming om aan de binnenkant van het station en andere gebouwen professionele vluchten te maken. De drones maken foto- en filmopnames van de binnen- en buitenkant van stationsgebouwen. Er zijn afspraken gemaakt zodat NS voldoet aan de privacy wetgeving.

Gerelateerde berichten...