Verrader Anne Frank gevonden met AI

Anne Frank foto in Anne Frankhuis

De verrader van Anne Frank en haar familie is waarschijnlijk de Joodse notaris
Arnold van den Bergh. Dat blijkt uit grootschalig coldcase-onderzoek met AI.

De notaris verraadde de familie van Anne waarschijnlijk om zijn eigen gezin te redden, bleek uit de stukken. Het onderzoek begon in 2017 op initiatief van documentairemaker Thijs Bayens. Er kwam een internationaal team van rond de dertig onderzoekers. Dat waren zowel historici als criminologen.

Dit team bracht zeker 66 gigabyte aan gegeven uit allerlei bronnen bij elkaar. Men had interviews, gedigitaliseerde dagboeken, archieven en documenten uit de oorlogstijd, en adreslijsten. De analyse gebeurde met kunstmatige intelligentie.

Daar kwamen uiteindelijk rond de dertig theorieën uit voort waar de onderzoekers in konden speuren. Ze keken daarbij ook naar oude verdenkingen, waarbij ze opnieuw zochten naar motieven en het bewijs daarvoor. Verder onderzochten ze wie de gelegenheid gehad kon hebben en wie de juiste kennis had om het verraad uiteindelijk te kunnen plegen.

Uit die analyses kwam uiteindelijk de naan van notaris Van den Bergh tevoorschijn als de meest waarschijnlijke. De notaris was in de stad, was een hooggeplaatst lid van de Joodse Raad en kon daarom bij een lijst van  onderduikadressen in de stad.

Uit de stukken blijkt dat van den Bergh in een zeer benarde positie zat. Het leven van hemzelf en zijn gezin stond op het spel en hij moest alles op alles zetten om te voorkomen dat hijzelf en zijn gezin gedeporteerd werden. Een tijd lang lukte dat. Hij kon bijvoorbeeld een tijd door het leven als niet-Joods. Later kreeg hij als hooggeplaatst lid de gelegenheid een plek voor zijn dochters te regelen waar ze konden onderduiken. Verder kreeg hij door zijn werk uitstel van deportatie.

Dat laatste verviel echter in 1944.  De onderzoekers ontdekten dat een ruzie  met een collega die lid was van de NSB, de reden was waardoor hij uiteindelijk onderduikadressen aan de bezetter moest doorgeven om zelf veilig te blijven. Volgens het coldcaseteam was dat het moment waarop Van den Bergh de adressen uiteindelijk doorgaf.

Een van de sleuteldocumenten was een anoniem briefje dat Otto Frank, de vader van Anne, ontving. Dat bleek later van notaris van den Bergh te zijn. Het bestaan van dat briefje werd pas in 1964 bekend, maar was daarna lang onvindbaar. In de bergen data vond het onderzoeksteam uiteindelijk een kopie van dat briefje.

De tekst was als volgt:

“Uw schuilplaats te Amsterdam werd indertijd medegedeeld aan de Jüdische Auswanderung te Amsterdam, Euterpestraat, door A. van den Bergh, destijds woonachtig nabij het Vondelpark, O. Nassaulaan. Bij de J.A. bestond er een hele lijst door hem doorgegeven adressen.”

Van den Bergh zag men, ondanks dat briefje, niet als verdachte. Dat kwam vooral omdat men in eerste instantie dacht dat hij in 1944 in een concentratiekamp zat. Hij zou de familie dus nooit hebben kunnen verraden.

Het onderzoeksteam ontdekte dat de notaris in die tijd niet in een kamp zat, maar in Amsterdam verbleef. Dat gaf hem, behalve motief ook gelegenheid.

Ondanks deze ontdekkingen blijven er ook vraagtekens. Zo blijft nog onbekend hoe de notaris de familie Frank verraadde. De precieze reden, behalve lijfsbehoud, is ook nog niet duidelijk.

Van den Bergh overleed zelf aan keelkanker in 1950. Wel is volgens de onderzoeksgroep dat duidelijk dat hij niet moet worden neergezet als de grote slechterik, omdat hij vooral zijn eigen familie probeerde te redden.

Het onderzoek is samengevat in een boek ‘Het verraad van Anne Frank’, dat tegelijkertijd in 23 landen is verschenen.

Lees ook:

Gerelateerde berichten...