Breekt blockchain de monopolies?

Het internet brengt alleen echte vrijheid als die vrijheid voor iedereen is. Net zoals een markt alleen echt vrij is als iedereen kan participeren. Dat was altijd de intentie van het internet en dat is nog steeds zo. Alleen heeft dat wat een gedecentraliseerd open netwerk had moeten zijn zich nu ontwikkeld tot een plek waar de grote techbedrijven van deze aarde regeren.

Amazon, Google, Facebook, maar ook de Aziatische varianten Alibaba en Tencent maken handig gebruik van netwerkeffecten om een soort van ‘winner-takes-all’ markt te realiseren. Dankzij de netwerkeffecten groeien deze platforms exponentieel, en wel zodanig dat ze de facto de omvang krijgen van monopolies. Dat kan nooit de bedoeling geweest zijn. Daarom kan vrijheid niet bestaan zonder regels. Zeker niet als het gaat om vitale voorzieningen voor mens en maatschappij. En ons internet is dat inmiddels. Media vragen zich zelfs af of er nog een leven kan zijn zonder het internet.

 

Protocollen

Netwerkprotocollen – zoals TCP/IP, HTTP, SMTP en FTP – zijn uitermate geschikt om data te verspreiden. Tegelijkertijd zijn deze protocollen bijzonder slecht in staat diezelfde data te bewaren. Bovenop deze zogeheten ‘stateless’ oftewel ‘thin’ protocollen hebben de marktleidende techgiganten allerlei applicaties en diensten ontwikkeld die grote economische waarde genereren. Dankzij de astronomische hoeveelheden data die verzameld, bewaard, gefilterd, geanalyseerd en gecombineerd worden, zijn deze bedrijven uitermate interessant voor makers, aanbieders en afnemers van producten, diensten en informatie. Die worden simpelweg allemaal met elkaar verbonden. Deze protocollen vallen ten prooi aan de theorie van de zogeheten ‘Tragedy of the Commons’. Daarbij leidt het streven naar maximale individuele opbrengst niet per definitie tot collectieve welvaart.

Het blockchainprotocol kan daar verandering in brengen. In tegenstelling tot andere netwerkprotocollen is er bij blockchain geen sprake van een ‘thin’ maar een ‘fat’ protocol. Dat kan het winner-takes-all principe doen kantelen. Op het blockchainplatform kunnen uiteraard ook allerlei applicaties gebouwd worden. Anders dan bij het internet blijven de gegevens op blockchain eigendom van de eigenaren van de data. De potentiële waarde van de data zal het systeem niet verlaten. Met de huidige kennis over blockchain kunnen we wel stellen dat er bij het wereldwijde web sprake is van een fundamentele ontwerpfout in de architectuur.

Geen datamonopolies

Dankzij deze ontwerpfout beconcurreert de blockchain de dominante platforms. In zijn boek ‘Virtual Competition’ (2016) stelt hoogleraar mededin­gingsrecht Ariel Ezrachi van de Universiteit van Oxford dat de veronderstelling dat het internet een vrijplaats is waar partijen vrij kunnen bewegen, de klant koning is en mededingingsautoriteiten weg kunnen blijven, een illusie is. De onzichtbare hand van de markt die alles vanzelf corrigeert, functioneert niet in de digitale economie. Daar heerst de digitale hand en die kan met behulp van (on)doorzichtige algoritmes gemakkelijk gemanipuleerd worden. Dat slaat door in nieuwe vormen van overheersing. Niet alleen op economisch gebied, maar in veel domeinen van het bestaan. Het internet is immers onderdeel van de infrastructuur van onze hele wereld: van nieuws tot vriendschap en van kunst tot wetenschap. De Britse econome Kate Raworth trekt in haar boek ‘Doughnut Economics’ (2017) dezelfde conclusie. De 20ste-eeuwse economische modellen waarin het evenwicht tussen vraag en aanbod de prijs bepaalt, werken niet meer. Ze moeten funda­menteel worden herzien. Een economie die geba­seerd is op de utopie van eeuwige exponentiële groei is voorgeprogrammeerd om zichzelf te ver­nietigen. Waarde moet niet achteraf worden her­verdeeld. Vanaf het begin moet worden bepaald hoe die waarde wordt verspreid. Raworth zegt dus niet ‘weg met het kapitaal’. Ze bekritiseert alleen de dominantie van de partijen met veel kapitaal.

 

Waarde creëren

De blockchain maakt een wereld mogelijk waarin transacties automatisch plaatsvinden. Zonder tussenkomst van derden zoals we dat kennen van banken of andere commerciële intermediairs. De netwerkeffecten worden verdeeld over de gebruikers. Dit is het gedecentraliseerde netwerk. Een web 3.0 dat gedis­tribueerde applicaties (Dapps) bevat. Met de uitgifte van de cryptomunt Bitcoin heeft uitvinder Satoshi Nakamoto een manier bedacht om gebruikers van het net­werk te compenseren voor activiteiten. Zonder dat deze mensen op de officiële loonlijst van een bedrijf staan of aandelen in een rechtspersoon bezitten. In plaats van een bedrijf op te richten, kun je nu een nieuw protocol – gebaseerd op blockchaintechnologie – creëren. De waarde van dit protocol wordt niet uitgedrukt in winst of dividend, maar is rechtstreeks gekoppeld aan de uitgifte van een token die één op één aan het protocol gekoppeld is. Mensen creëren dus waarde door het onderliggende protocol te ver­beteren. Zo helpen ze bij het onderhouden van het gedistribueerde grootboek (zoals in Bitcoin mining), door apps te schrijven boven op het boek of gewoon door gebruik te maken van geboden diensten.

Op deze manier is er niet of nauwelijks sprake van scheidslijnen tussen oprichters, beleggers en klanten. Dat is nog wel van toepassing op traditionele bedrijfsmodellen. Zo zijn alle drijfveren ontworpen om winner-takes-all modellen te voorkomen. En daarmee is blockchain het nieuwe alternatief voor het internet dat nu in handen is van een paar overheersende techgiganten.

Sander Duivestein is trendwatcher van het Verkenninginstituut Nieuwe Technologie (VINT) van IT-dienstverlener Sogeti

 

 

Gerelateerde berichten...