De restwarmte van een nieuw datacenter in de Amsterdamse haven gaat huizen verwarmen. Het is voor het eerst in Nederland dat een datacenter de vrijgekomen warmte automatisch beschikbaar stelt. De voorzieningen daarvoor worden meteen in de bouw meegenomen.
De gemeente Amsterdam doet dit samen met de Caransa Groep, Westpoort Warmte en Port of Amsterdam. In het havengebied ontwikkelt Caransa Groep een nieuw datacenter dat een grote hoeveelheid restwarmte produceert. Die komt vrij bij de dataverwerking.
Om te zorgen dat die warmte niet verloren gaat, komt die restwarmte terecht in het nabijgelegen stadswarmtenet van Westpoort Warmte. Dat ligt vlakbij het datacenter zelf. Het stadswarmtenet zorgt voor warm water en verwarming in veel huizen in Noord en Nieuw-West.
Het Amsterdamse beleid maakt tot 2030 selectieve groei van het aantal datacenters in bestaande clusters binnen Amsterdam mogelijk.
Snelle verbindingen
Amsterdam is wereldwijd een belangrijk centrum van data. Het vele thuiswerken en videobellen van tegenwoordig laat zien dat goede, snelle verbindingen belangrijk zijn. Dat is ook een van de redenen dat de gemeente toch een klein aantal nieuwe datacenters toestaat. Dat mag alleen onder de strikte voorwaarde dat ze bijdragen aan een duurzame stad. Als de restwarmte uit dit datacenter in het havengebied, dat loopt op schone stroom, straks naar het bestaande warmtenet gaat, is dat een grote stap.
Behalve energieverbruik, waterverbruik voor koeling, restwarmte, ruimtelijke inpassing en circulair bouwen. Zo moeten datacenters met een groot vermogen (> 80 MVA) een eigen inkoopstation aanleggen.
Zo voorkom je dat het elektriciteitsnet teveel wordt belast en er voldoende ruimte op het net blijft voor de andere opgaven van Amsterdam. Ook moeten datacenters elektriciteit duurzaam inkopen en de restwarmte die vrijkomt gratis beschikbaar stellen, zodat die benut kan worden voor het verwarmen van woningen.
Lees ook:
- Datacenterketen Amsterdam wil 40 procent energie besparen
- Datacenterbeveiliging van perimeter tot serverrack
