Komt een patient bij het ziekenhuis …

Voordat de patiënt afreist naar het ziekenhuis is er al veel gebeurd….

Het begon ooit met een videoconsult met de huisarts, en daarna met de betreffende arts in het ziekenhuis. Dankzij de goede uitvraag en de goede videoverbinding bleek het niet nodig om naar het spreekuur te komen. Wel kreeg ik een set thuisgestuurd om thuismetingen te doen, en de resultaten daarvan werden meteen doorgezet naar de behandelend arts. Thuismedicatie was het gevolg, en dat liep ook prima, voor een lange tijd.

Maar na verloop van tijd werd een bezoek aan het ziekenhuis toch aangeraden. Op de dag van het bezoek ontving ik een WhatsApp bericht waarin stond waar ik me mocht melden, en omdat het spreekuur van de arts meer dan een half uur uitliep, kreeg ik het advies om eerst nog even een kopje koffie te gaan drinken. Er zat een voucher bij voor een gratis kopje koffie.

Op het nieuwe tijdstip meldde ik me precies op tijd. In de spreekkamer had de arts mijn gegevens al op haar scherm, ook de informatie die zij kon benaderen van mijn huisarts en apotheek. Omdat ik thuis het vragenformulier al online ingevuld had, met de familiegeschiedenis en medicatie historie, hoefde we daar geen tijd meer aan te besteden.

De situatie was ernstiger dan ik had verwacht, dus de vraag was of ik meteen kon worden opgenomen. Het ziekenhuis had daar al rekening mee gehouden, dus bloedafname en het gesprek met de anesthesioloog waren al in de planning opgenomen. Mijn thuisfront werd op de hoogte gesteld.

De volgende dag al werd ik geopereerd in de hypermoderne OK. Vlak voor ik onder verdoving ging zag ik nog net de vele indrukwekkende schermen, de computers en de scanners waar de OK vol mee stond.

Ik werd wakker in de verkoever, maar kreeg te horen dat ik enkele dagen op de IC zou worden gehouden ter observatie.

Het bleek een zogenaamde ‘silent IC’ die zijn naam eer aan deed, want ik lag daar in volledige rust en stilte. Volgens de verpleegkundige waren er buiten de kamers ook veel minder piepjes, wat een enorme verbetering betekende voor zowel de patiënt als de zorg.

De infuuspaal bevatte een hele batterij aan computerkastjes. Men legde mij uit dat daarin een complete medicatiebibliotheek zat, waardoor ik precies de juiste geneesmiddelen in precies de juiste dosering en volgorde kreeg toegediend.

De ‘plakkers’ op mijn buik en armen werden door de dokters ‘continuous monitoring’ genoemd. Blijkbaar kon men vanuit het centrale verpleegstation continu volgen hoe het met mij ging, en hoefde er niet elk kwartier iemand te komen kijken.

Terug op de verpleegafdeling werd er een infuuspaal voor me gezocht, en dankzij ‘track & trace’ snel gevonden. Ook de rolstoel die ik de dag daarna nodig had was daardoor snel getraceerd.

Op de weg terug naar huis overdacht ik mijn ziekenhuisverblijf, en verbaasde mij over de grote hoeveelheid ICT en informatie-uitwisselingen die er in een ziekenhuis aanwezig zijn.

En dan had ik nog maar een deel daarvan gezien en meegemaakt …

Lees ook:

Gerelateerde berichten...