Mijn vorige column over de zorg in Denemarken is met veel belangstelling gelezen. Enkele belangrijke ‘decision makers’ lieten zich zelfs (positief) horen. Dus, wie weet.
Die column werd mij ingegeven door de uitkomsten van mijn eigen promotieonderzoek, waarin ik de relatie in beeld probeer te brengen tussen de mate van digitalisering van ziekenhuizen en de kwaliteit van de geleverde zorg. Ik geloof namelijk in een positief verband tussen die twee, maar heb dat vooralsnog niet onomstotelijk kunnen aantonen. En daar gaat het natuurlijk om in wetenschappelijk onderzoek: bewijs. Geen ‘fake news’ toegestaan daar.
Eigenlijk is dat een ontluisterend resultaat. We geven zo’n € 10 miljard uit aan digitalisering, maar krijgen daar dus (nog) niets voor terug dat zich wetenschappelijk laat bewijzen. Een belangrijke slotconclusie uit mijn onderzoek is dat het patiëntendossier niet echt digitaal is. Het bestaat grotendeels uit een stapel PDF’s, waardoor samenhang en overzicht ontbreekt. Sommige ziekenhuizen zijn begonnen met coderen, maar zijn daar vaak mee gestopt omdat dat niet goed past in het zorgproces. Een medisch specialist is niet opgeleid om kruisjes te zetten, maar om te onderzoeken wat er met de patiënt aan de hand is en dat te beschrijven. We moeten dus het zorgproces herontwerpen, met wellicht een belangrijker rol voor de verpleegkundige om te coderen of de computer dat zelf laten doen.
Michael Porter zei het treffend: “Het digitaliseren van inefficiënte en ineffectieve zorgprocessen levert inefficiënte en ineffectieve ‘digitale’ zorgprocessen op”. Naast het coderingprobleem is er meer aan de hand. Om het niveau van digitalisering te meten, gebruik ik het EMR Adoption Model van HIMSS. Dit zeventraps volwassenheidsmodel beschrijft de EPD-mogelijkheden van ziekenhuizen. Dat bestrijkt zeven stages van een volledig op papier gebaseerde omgeving (stage 0) tot een zeer geavanceerde digitale patiëntendossieromgeving (stage 7). Hieruit kwam naar voren dat slechts 15,3 procent van de Nederlandse ziekenhuizen een basis-EPD-systeem heeft in ten minste één klinische afdeling (stage 6). Verder zagen we dat slechts de helft van de ziekenhuizen een gevuld elektronisch verpleegkundig dossier (stage 3) heeft.
Als zo weinig ziekenhuizen een basis EPD-systeem gebruiken, moeten we ons afvragen of digitalisering überhaupt effect kan hebben op de kwaliteit van de zorg. Het HIMSS-model stelt dat die effecten pas echt te verwachten zijn als een ziekenhuis voldoet aan de stage 7-eisen. Met andere woorden met een basis-EPD in het hele ziekenhuis, dus papierloos, met volledige elektronische klinische beslissingsondersteuning, analytics en de hoogste medicatieveiligheid.
Wel ontdekte ik dat grote ziekenhuizen het beter doen dan kleine. Wat mij terugbrengt bij mijn column over Denemarken. Uit welingelichte kringen vernam ik dat VZVZ inderdaad op hoog niveau haar Deense evenknie, Medcom, heeft bezocht. Dus, wie weet.
p.s.
Bij het inleveren van deze column wist ik overigens nog niet of ik straks Dr.Ir. voor mijn naam mag zetten. Zou leuk zijn natuurlijk, al blijf ik in de kern ‘ICT-fluisteraar in de zorg’.
Lees ook:
- Doen de Denen het beter?
- De hybride huisarts