Lucien Engelen: Samenwerking in medisch onderzoek bespaart veel geld

wit persoon kijkt op papier met vergrootglas. Wachtlijsten

Hoe kan het toch dat men voor medisch onderzoek anno 2017 nog altijd een groot deel van het budget uitgeeft aan verzamelen en prepareren van data? Terwijl diezelfde data wellicht door een andere onderzoeker voor een iets ander doel kort daarvoor ook al eens is verzameld? Ieder behandelingsgebied gaat nog altijd zelf, in volledige isolatie, aan de slag met data-analyse. Terwijl de premisse van de nieuwe wereld waar we in zijn terechtgekomen juist dicteert dat je dit loslaat. Lucien Engelen, directeur van het REshape Center van het Radboudumc, pleit voor veel meer samenwerking tussen vakgebieden.

Elders in deze editie van Zorg/ICT staat beschreven hoe Livv Mobile Health innovatie weten te versnellen door partnerships met branchevreemde partijen. Een model waar Engelen ook veel ervaring mee heeft. “Ik zit regelmatig aan tafel met mensen met heel verschillende achtergronden: medici, onderzoekers, patiënten, chemieconcerns, banken, webshops, techneuten, directeuren. Ze kijken allemaal op een andere manier tegen een probleem aan. Door die visies samen te brengen, komen ze samen tot nieuwe ideeën en inspiratie voor innovatie.”

 

Contraproductief model

Je zou zeggen dat onderzoekers al veel gemeen hebben en daardoor nog veel makkelijker tot samenwerking kunnen komen, maar dat is niet het geval. Zie bijvoorbeeld de artikelen over machine learning bij Yale School of Medicine en het Radboudumc. Deze cases laten zien dat veel onderzoekers nog op hun eigen eilandje opereren. En dat is jammer.

Deels begrijpt Engelen het wel. “Het academische model is op dat vlak écht contraproductief. Onderzoekers krijgen geld van een fonds of subsidieregeling om één specifiek deelterrein te onderzoeken. Daardoor zitten ze in een heel nauw afgekaderd gebied. Er zit in die gelden geen prikkel om het onderzoek te verbreden. Om bijvoorbeeld de verzamelde data ook ter beschikking te stellen aan andere onderzoekers, zodat zij meer vaart met hun onderzoek kunnen maken.”

Daardoor wordt van iedere euro die wordt uitgegeven aan onderzoek misschien wel 70 cent besteed aan het verzamelen van data die al eens verzameld is. Hoe hoog dat getal precies is, durft Engelen niet te zeggen. “Maar dat is ook niet zo heel relevant. Wat wel relevant is, is dat onderzoek onnodig duur is en vertraging oploopt doordat je steeds opnieuw weer op zoek moet naar een goede populatie en steeds opnieuw weer allerlei data moet verzamelen. Dat kost vaak wel driekwart van de tijd van het volledige onderzoek. Zonde!”

ICT-sector kan verbinden

Wat heeft dit te maken met ICT? Alles, denkt Engelen. “Want we komen nu in het tijdperk dat we steeds meer met data kunnen doen. De prijs voor opslag en analytische capaciteit daalt, waardoor je onderzoek kunt doen op steeds grotere datasets. Maar die moet je dan eerst wel creëren. Dat gaat natuurlijk veel sneller als je kunt voortborduren op onderzoek dat anderen al hebben gedaan.”

Daarom ziet Engelen bij uitstek voor de ict-sector een mogelijkheid om de medische sector uit te dagen inzichten en data met elkaar te delen. “Ik ben ervan overtuigd dat je daar hele concrete resultaten mee kunt behalen”, zegt hij.

Lees het hele verhaal online of in ICT/Zorg van juni/juli.

Gerelateerde berichten...