Een aanzienlijk deel van de Nederlanders verwacht dat hun werksituatie blijvend verandert door de coronacrisis. Een kwart van de mensen die meer zijn gaan thuiswerken en een derde van mensen die vaker op afstand vergaderen, verwacht dit in de toekomst te blijven doen.
Dat blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Voor ongeveer de helft van de werkende Nederlanders heeft de coronacrisis nu al impact op de werksituatie. Deze groep is minder (16%), juist meer (8%), of op andere tijden gaan werken (24%) of is zelfs tijdelijk gestopt met werken (10%). Ook denkt een op de vijf Nederlanders vaker te gaan lopen of de fiets te pakken.
Makkelijk
Een groot deel (44%) is (meer) thuis gaan werken en dat bevalt best goed. Van de thuiswerkers zegt 61% dat thuiswerken hen makkelijk afgaat. Meer dan een kwart wil ook na de coronacrisis vaker blijven thuiswerken.
Op afstand vergaderen lijkt ook een blijvertje te zijn. Ongeveer 30% zit vaker dan voorheen achter het beeldscherm met collega’s te overleggen. Meer dan een derde wil dat ook na de crisis vaker op deze manier blijven doen.
Groot effect
Ongeveer 50% van de werkenden ervaart dat hun werksituatie veranderd is ten opzichte van de situatie voor corona. In de meeste gevallen zijn de werktijden veranderd (24%). Daarnaast is zo’n 16% minder gaan werken en is zo’n 10% tijdelijk gestopt met werken. Dat laatste geldt overigens vooral voor ZZP’ers en mensen met een flexibel contract.
Ook man het thuiswerken en op afstand vergaderen onder invloed van de coronacrisis een vlucht. Een aanzienlijk deel van de werkende Nederlanders (ca. 40%) maakt nu zelfs bijna al zijn/haar uren op het thuisadres. Voorheen betrof dit slechts 6%. Door de coronacrisis ervaart een grote groep mensen dus voor het eerst hoe het is om thuis te werken.
Die ervaringen met thuiswerken lijken overwegend positief. Een meerderheid gaat het thuiswerken makkelijk af en voelt zich ook thuis voldoende productief. Ook over vergaderen op afstand is men redelijk positief gestemd, hoewel veel mensen aangeven dat dit vooral geschikt is voor overleg met directe collega’s. Deze positieve ervaringen leiden ertoe dat mensen verwachten ook ná de coronacrisis vaker thuis te werken en op afstand te vergaderen. Dit geldt voor 27% van de thuiswerkers en voor 36% van de mensen die nu op afstand vergaderen.
Uiteraard blijken er verschillen tussen sectoren. Voor mensen werkzaam in deAutomatisering & ICT is, niet geheel verrassend, de toename in thuiswerken het grootst. Zij zijn hier in vergelijking met andere sectoren ook het meest positief over. Hoewel de sector Onderwijs & Wetenschap ongeveer evenveel vaker is gaan thuiswerken, zijn de ervaringen en toekomstverwachtingen hier juist minder positief.
Geen volwaardige vervanging
We besteden gemiddeld gezien minder tijd op onze werkplek en meer tijd in onze woning. Daarnaast is onder respondenten van alle leeftijden ook een duidelijke afname zichtbaar van andere activiteiten buitenshuis, zoals boodschappen doen, winkelen, sporten, vrijwilligerswerk en op bezoek gaan.
Vooral het aantal keer dat men buitenshuis winkelt of bij iemand op bezoek gaat is sterk afgenomen. Bij ouderen (65+) is deze afname zelfs nog iets sterker. Voor de dagelijkse boodschappen halen veel mensen meer boodschappen in één keer zodat ze minder vaak de deur uit hoeven.
Waar vóór de coronacrisis nog zo’n 15% van de Nederlanders bijna dagelijks (4 of meer keer per week) boodschappen deed, is dit momenteel gedaald naar 8%. Opvallend is daarnaast dat veel mensen het digitaal boodschappen doen niet als volwaardig alternatief zien voor fysiek boodschappen doen. De beschreven gedragsveranderingen lijken dan ook niet blijvend. Van de respondenten die nu minder vaak activiteiten buitenshuis ondernemen verwacht het overgrote deel (>90%) na de coronacrisis het oude gedrag weer op te pakken.