De network integrator zoals Rijkswaterstaat

De network integrator zoals Rijkswaterstaat

In een software defined infrastructure lijkt de complexiteit grotendeels verdwenen, maar schijn bedriegt. Die complexiteit is er nog wel degelijk, maar zit aan de achterkant. En die is in feite alleen maar groter geworden. Dat is dan ook de reden dat steeds meer organisaties die ‘achterkant’ zullen gaan uitbesteden aan integrators.

Om de ontwikkelingen te duiden kunnen we kijken naar markten die al veel volwassener zijn en die de groeistuipen al door zijn. Zoals bijvoorbeeld mobiliteit. Toen Ford de eerste auto’s in serieproductie van de band liet rollen, was er nog geen wegennet zoals vandaag de dag. Er waren landweggetjes. Wanneer je met paard en wagen van A naar B moest, en lag er nog geen weg, dan trok je je eigen karrespoor. Dat was uitstekend begaanbaar te paard, maar niet met de T-Ford. Zo ziet het it-landschap er nu in de meeste organisaties nog uit.

Wegen en auto’s
Hoe anders zit ons wegennet vandaag de dag in elkaar. Er zijn snelwegen en provinciale wegen, met dicht op de plaats van bestemming vele zijstraten. Langs die wegen staan benzinepompen die gestandaardiseerde producten verkopen: diesel, benzine en gas. Brandstof en wegen zijn geschikt voor alle soorten gemotoriseerd vervoer: vrachtwagens, bestel- busjes, MPV’s en boodschappenautootjes. Zelfs uitzonderlijke vormen van vervoer kunnen terecht op deze standaardwegen, mits er enkele veiligheids- maatregelen worden genomen zoals een auto met zwaailichten voor en achter een convoi exceptionelle. Ook de auto’s zelf zijn verregaand gestandaardiseerd. Rem, gas en richtingaanwijzer zitten altijd op de- zelfde plek, waardoor een chauffeur die in merk A kan rijden ook met een auto van merk B uit de voeten kan. Er zijn hooguit wat detailverschillen in de bediening. Desalniettemin zijn auto’s meer dan ooit persoonlijk. Je kiest je eigen kleur, bekleding, velgen en accessoirepakket. Zet tien auto’s van hetzelfde type naast elkaar en je haalt de jouwe er feilloos uit.

Alle smaken aanbieden
Dit is waar IT ook naar toe gaat. Jorgen Rosink, consultant networking bij system integrator Telindus, vergelijkt zijn bedrijf met Rijkswaterstaat. “Partijen als wij zorgen in de toekomst alleen nog maar voor de technische infrastructuur. We bemoeien ons niet met de voertuigen die er overheen gaan, met het type brandstof dat erin gaat en al helemaal niet met de pakketjes of mensen die zij vervoeren. We willen hooguit weten hoeveel voertuigen van welk gewicht we kunnen verwachten, zodat we tijdig maatregelen kunnen nemen om het aantal rijbanen uit te breiden of preventief onderhoud te plegen aan het asfalt.” Dat kan doordat met SDN de technische infra- structuur volledig wordt gescheiden van de functionele ICT – het verkeer dat over de weg gaat.

“Waar we tot op heden met iedere klant bespreken wat voor lading zij met welke frequentie vervoeren en met welke specifieke eisen ten aanzien van snelheid, betrouwbaarheid en beveiliging, zullen we er in de toekomst alleen nog maar voor zorgen dat de weg in orde is zodat die alle vormen van vervoer aankan,” zegt Rosink. Dat betekent dat de infrastructuur in vergelijking tot voorheen veel complexer wordt, want de infra moet alle mogelijke smaken aanbieden. Het voordeel daarvan is dat de functionele ICT er veel eenvoudiger uit kan zien. De klant kan zich daardoor eindelijk echt focussen op de bedrijfsdoelstellingen, terwijl de netwerkintegrator zich ontfermt over de benodigde infra- structuur.

Katjes worden koeien
Het scheiden van de technische van de functionele ICT werd voor het eerst gedaan bij servers. x86 servers zijn standaardproducten waar geen enkele intelligentie in zit. De merken zijn volledig inwisselbaar. Dit kan doordat alle intelligentie is verhuisd naar soft ware, in dit geval de virtualisatielaag. Dit maakt het mogelijk de hardware te poolen. Of in de woorden van Rosink: “De katjes worden koeien. “Dankzij SDN hoeven wij ons niet te bekommeren om de functionele ICT, maar puur om de technische infrastructuur.”

Servers die dedicated zijn geconfigureerd om één bepaalde applicatie te draaien kun je vergelijken met een huisdier zoals een kat. Wordt het beestje ziek, dan ga je ermee naar de dierenarts. Mensen geven honderden, soms duizenden euro’s uit aan operaties en speciale medicatie om hun kat beter te maken als deze ziek is. Wil je je IT echter efficiënt en effectief inrichten, dan moet je de kunst afkijken bij de boeren. Die beoordelen hun koeien op productie. Geven ze te weinig melk, dan mag de dieren- arts hooguit kijken of ze lijden aan een kwaal die met een dosis antibiotica is te verhelpen, en anders eindigen ze in het slachthuis. Dat kan alleen als het datacenter gebruikmaakt van standaardcomponenten zoals x86 servers. Die kant zal het ook opgaan met netwerken. Ook SDN-switches zullen inwissel- baar worden.”

Stabiliteit en snelheid
De componenten voor zo’n volledig gevirtualiseerde en geautomatiseerde datacenteromgeving – een soft ware defined datacenter ook wel private cloud genoemd – zijn beschikbaar, maar op dit moment werken ze nog niet optimaal met elkaar samen. Wat ontbreekt is een abstractielaag over alle onder- delen heen die de afhankelijkheden tussen netwerk, servers en storage duidelijk maakt. Op welke ter- mijn datacenters – network, compute en storage – volledig gevirtualiseerd en geautomatiseerd zullen zijn, durven de geïnterviewden niet te zeggen. Samsom: “Met de opkomst van HPC zien wij het aantal applicaties dat gebruikmaakt van dedicated hardware alleen maar toenemen. Wij vinden daarom dat virtualisatie geen doel moet zijn. Het doel is om applicaties probleemloos en op hoge performance te laten functioneren. En van daaruit bekijk je wat daarvoor nodig is. Als dat een volledig soft ware defined datacenter is, prachtig. Maar als het de stabiliteit en snelheid ten goede komt als er toch meer integratie is tussen hard- en soft ware, dan is dat ook geen probleem. Het gaat uiteindelijk om de benodigde functionaliteit, performance en snelheid.” VMware ziet daarentegen juist dat bedrijven vaker afstappen van de ‘special services’ die op hun eigen specifieke hardware moeten draaien. Reductie van kosten en snelheid van innovatie zijn daarvoor de belangrijkste drijfveren. Van Doorn: “Onze klanten kiezen in toenemende mate voor de optie om één flexibele en eenvoudig beheersbare omgeving te bouwen, die in staat is om heel veel mogelijkheden aan te bieden aan gebruikers.”

Deze verschillende zienswijzen hebben ongetwijfeld te maken met het karakter van het aanbod. Klanten hebben keus. Aan it-managers de schone t aak uit te zoeken welke keus in hun specifieke situatie de beste is.