3min Personeel

Onderwijsraad: inzet AI nuttig met leraar aan het roer

Onderwijsraad: inzet AI nuttig met leraar aan het roer

Inzet van AI in het onderwijs is nuttig maar zet het bewust in en laat de leraar aan het roer. Dat is het advies van de Onderwijsraad in een verkenning. Goed onderwijs blijft cruciaal.

Het advies is dus ook dat niet alles dat kan ook gewenst of nodig is. Naast bewaking van de onderwijskwaliteit voor alle leerlingen en studenten speelt ook privacy een rol, De verkenning is uitgebracht op verzoek van de ministers van Onderwijs.

Volgens de Raad moeten verdere toepassingen van AI in samenwerking met de onderwijssector zelf worden ingevoerd. Leraren, docenten, hun leidinggevenden, bestuurders en de overheid: allen hebben een cruciale rol bij de opmars van intelligente technologie in het onderwijs. Gebruik van technologie moet geen doel op zich worden en alle leerlingen en studenten ervan kunnen profiteren. De Onderwijsraad constateert in de verkenning Inzet van AI dat technologie het onderwijs kan verrijken, maar het onderwijs ook kan verschralen.
Download ‘Inzet van intelligente technologie’

Het onderwijs maakt al gebruik van leermiddelen met kunstmatige intelligentie. Denk aan adaptieve leermaterialen, dashboards die de vorderingen van leerlingen en studenten weergeven en interpreteren, of simulaties die docenten helpen bij instructie geven. AI biedt steeds meer mogelijkheden om het werk van leraren te ondersteunen, over te nemen of anders in te vullen.

Leraren en docenten spil van onderwijs

AI verandert het onderwijs. Het heeft gevolgen voor de manier van lesgeven en leren. Met intelligente technologie kun je beter rekening houden met verschillen tussen leerlingen en studenten. Het leren kan ook levensechter, interactiever, socialer en zelfstandiger worden.

Maar de inzet van intelligente technologie kan ook leiden tot verschraling van het onderwijs, gebrek aan persoonlijk contact en sociale interactie. Het kan zelfs leiden tot ontmoediging van eigen initiatief, of tot ongewenste vormen van surveillance en controle, stereotypering, uitsluiting en discriminatie.

Van basisschool tot mbo of universiteit, leraren en docenten zelf geven het onderwijs vorm. Daarom moeten zij kunnen afwegen hoe AI daarbij in te zetten. Zij zijn de spil van onderwijs, ook wanneer kunstmatige intelligentie het les- of college geven gedeeltelijk overneemt. En zeker wanneer leerlingen en studenten met deze technologie zelfstandiger of meer naar eigen behoeften leren.

Onderwijs geven vraagt deskundigheid waarover deze technologie niet beschikt en leraren en docenten wel. Het gaat dan bijvoorbeeld om een brede opmerkzaamheid, pedagogische sensitiviteit en didactisch inspelen op specifieke en onverwachte situaties.

Onderwijsveld aan zet

De raad adviseert schoolleiders, opleidingsdirecteuren en onderwijsbestuurders te bewaken dat alle leerlingen en studenten profiteren van de inzet van AI. Het moet niet leiden tot benadelen van groepen, bijvoorbeeld omdat die minder digitaal geletterdheid zijn. Werken vanuit een duidelijke visie op de inzet van technologie is daarvoor noodzakelijk, zowel op het niveau van de instelling als landelijk.

De overheid kan samenwerking stimuleren rond de ontwikkeling van onderwijstoepassingen van AI. Bij deze samenwerking zijn naast technici ook altijd leraren en docenten betrokken. En het is aan de overheid om kaders te scheppen die privacy en dataveiligheid waarborgen, om de markt voor intelligente onderwijstechnologie te reguleren en dominantie van enkele aanbieders tegen te gaan.

Lees ook: