We leven in een wereld vol verandering en als we niet continu mee veranderen, gaan we ten onder. We hebben geen keus, iedere organisatie moet innoveren. Niet door nieuwe technologieën uit te vinden, maar door passende toepassingen te bedenken van die nieuwe technologieën. In zijn nieuwe boek Iedereen kan innoveren betoogt Bart Stofberg dat dat eenvoudiger en haalbaarder is dan je denkt.
“Ik heb een keer een verhaal gelezen over een kunstenaar”, vertelt Stofberg. “Die bezocht basisscholen waar hij vertelde dat hij mooie dingen maakte. Op zijn vraag aan de kinderen wie van hen ook mooie dingen maakte, stak in groep één iedereen zijn vinger op. In groep vier nog maar de helft en in groep acht helemaal niemand meer. Er gebeurt iets in die acht jaar op school. Creativiteit en vertrouwen in de eigen creativiteit worden langzaam maar zeker geketend. Ondergedompeld in presentatiedrang en focus. En die insteek blijft, op de middelbare school, op de universiteit en op het werk. Met resultaatdoelstellingen, KPI’s en bonussen stimuleren wij onze managers en medewerkers steeds weer richting vooraf vastgestelde resultaten, weg van creativiteit en weg van innovatie. Maar onder die laag van resultaatfocus zit bij bijna iedereen nog dat creatieve, ambitieuze en zelfbewuste kind dat weet dat hij mooie dingen kan maken. We hoeven die resultaatfocus alleen maar hier en daar weg te krabben en we hoeven alleen maar dat kind terug te vinden. En we hoeven die kinderen alleen nog maar met elkaar te laten spelen.”
Innovatievermogen
De meeste boeken over innovatie beschrijven een soort proces met als eerste stap ideevorming. Daar zijn die boeken nogal vaag over, maar dat is de cruciale stap, daar gebeurt het allemaal. Dit boek gaat alleen maar over die eerste stap. Innovatie kun je niet organiseren, daar is het veel te onvoorspelbaar voor, maar innovatievermogen kun je wel organiseren.
Veel grote en middelgrote organisaties zijn jaloers op start-ups. Vaak willen we ook een ‘start-up-mentaliteit’ in onze organisatie. We willen dan niet de onzekerheid van bestaan, weinig omzet, continu verlies maken, weinig structuur, kwetsbaar voor hacking en dergelijke. Nee, we willen heel specifiek het innovatievermogen van start-ups. Iedereen kan innoveren, daar hoef je geen start-up voor te zijn. Het vergt alleen een heel andere, veel lossere vorm van organiseren.
Sprankelend
Dit boek beschrijft hoe je dat moet doen aan de hand van een samenhangende set van elf bouwstenen van innovatievermogen. Het staat vol met inspirerende en sprekende voorbeelden en metaforen, maar het boek bevat vooral ook een (losse) aanpak: hoe creëer je nou je eigen innovatievermogen, passend bij jouw onderneming en bij jouw schaal? Zodat je morgen meteen kunt beginnen met de inrichting van innovatievermogen. Met als gevolg dat je straks wordt verrast door je eigen organisatie, met ideeën en vernieuwingen, waar je zelf nooit aan had gedacht.
Bart Stofberg schrijft zoals hij praat: bevlogen, kritisch, humoristisch en altijd constructief – “Als kwaliteit meetbaar was geweest, hadden we het wel kwantiteit genoemd”. Op lichtvoetige wijze, gelardeerd met sprekende en vrolijke metaforen en typerende voorbeelden rekent hij af met traditionele denkbeelden. Hij gelooft in het goede van de mens en van de mens die samenwerkt… op basis van vertrouwen. Zijn reputatie als spreker berust op de sprankeling van zijn verhalen, de scherpte van zijn vergelijkingen, de dwarsheid van zijn analyses, de eenvoud van zijn modellen en de onafwendbaarheid van zijn logica. Ook in dit boek laat hij zijn publiek kijken naar zichzelf en naar hun werk zoals ze nog nooit hebben gekeken.