Een nieuw jaar. Werk aan de winkel! Maar wat voor werk? Gaan werknemers terug naar kantoor of blijven ze hybride werken? Blijft het stressen of mogen we een daling in de werkdruk verwachten? Owl Labs deed onderzoek naar de staat van de werkplek.
1. Vooroordelen over hybride werken blijven hardnekkig
De behoefte aan hybride werken is onverminderd groot. 60% van de Nederlandse werknemers zou een salarisverlaging accepteren om volledig op afstand te kunnen werken. Bijna een op de tien (7%) is zelfs bereid om 20% of meer salaris in te leveren. Toch blijven vooroordelen rond hybride werken bestaan. 52% van de werknemers denkt nog steeds dat de prestaties van de werknemer op locatie eerder worden opgemerkt dan bij een werkplek op afstand, de zogeheten proximity bias. Slechts een kleine daling, vergeleken met 54% in 2022.
Daarnaast groeit het aantal thuiswerkers dat zich zorgen maakt over hun carrièrekansen – 49% in 2023, vergeleken met 46% in het voorgaande jaar. Ruim de helft van de werknemers (58%) geeft aan dat ze eerder een collega op kantoor om hulp vragen dan een collega met een werkplek op afstand.
2. Stressvermindering, voorkomen van burn-outs en stimuleren van de werknemersbetrokkenheid worden prioriteit
Werkgevers zullen nieuwe, creatieve manieren moeten vinden om collega’s betrokken te houden bij de organisatie, zeker als je hen wil verleiden om naar kantoor te komen. 41% van de kantoorwerkers doet namelijk aan coffee badging – ze gaan alleen even naar kantoor om bijvoorbeeld een kopje koffie te halen en hun gezicht te laten zien, om vervolgens weer snel terug naar het thuiskantoor te gaan.
Verder ervaren werknemers tegenwoordig sneller een ‘bore-out’, wat volgens sommigen net zo ernstig is als een burn-out. 36% van de werknemers geeft aan zich niet betrokken te voelen bij het bedrijf waar ze werken. Aan de andere kant merkt 40% van de werknemers dat werkgerelateerde stress is toegenomen in het afgelopen jaar. Een op de vijf (20%) geeft aan dat door de werkdruk het werk zelfs niet meer te overzien is. De belangrijkste factoren die kunnen helpen bij werknemersbetrokkenheid zijn salaris (83%), goede technologie (76%) en de mogelijkheid om flexibel je uren en dagen in te plannen (74%).
3. Polywerken wordt populairder
Bijna een derde (31%) van de Nederlandse werknemers is al aan het ‘polywerken’ – ze hebben een side hustle of een extra baan. Nog eens 31% overweegt om ermee te beginnen. De verwachting is dan ook dat polywerken dit jaar zal toenemen. De redenen voor polywerk lopen uiteen. Zo geeft 29% aan genoodzaakt te zijn om geld bij te verdienen vanwege stijgende kosten; voor 28% is hun bijbaan hun ware passie, maar verdienen ze niet genoeg om er hun hoofdbaan van te maken; en 32% heeft het niet nodig, maar vindt het gewoon fijn om wat extra inkomsten te hebben.
4. Geld is niet alles – flexibiliteit en goede secundaire arbeidsvoorwaarden hebben voorrang
Draagvlak creëren voor werken op kantoor? Er zijn verschillende voordelen die werkgevers kunnen bieden. 94% van de werknemers is bereid naar kantoor te komen, mits daar wat tegenover staat.
Voor 23% is dat de volledige vergoeding van reiskosten. 14% kun je verleiden door vergoedingen voor kinderopvang of ouderenzorg aan te bieden (of een alternatief op locatie), waarschijnlijk als gevolg van een tekort aan zorgmedewerkers. Volledige of gedeeltelijke vergoeding van eten en drinken tijdens werktijd is voor 29% een reden om naar kantoor te komen.
5. Hybride werken is een blijvertje
Afgelopen jaar zagen we steeds vaker werkgevers die hun werknemers verplichtten om terug naar kantoor te komen. Maar er zijn nog steeds genoeg werkgevers die wél flexibiliteit bieden. Een flexibele werkplek wordt zeer gewaardeerd door werknemers. Zo zijn de belangrijkste redenen om een baan te weigeren verplicht fulltime op kantoor werken (41%), geen flexibele werktijden (36%) en geen flexibele werklocatie (35%). En als hybride werknemers fulltime op kantoor zouden moeten werken, zou 40% op zoek gaan naar een nieuwe baan. 6% zou zelfs ontslag nemen.
