Wordt Facebook het datacenter van de toekomst?

Jaspewr Bakker

Facebook heeft flinke ambities. ’s Werelds grootste social network verricht serieus datacenterwerk en heeft daarvoor eigenlijk niet genoeg aan de huidige it-middelen. Dus herontwerpt en bouwt het veel zelf. Het deelt dat datacenterdesign met de rest van de wereld.

De it-industrie en de bedrijfswereld die IT gebruikt, krijgen te maken met een omwenteling. Deze aankomende revolutie is deels te vergelijken met de stormachtige opkomst van Windows- en Linux-servers met Intel-processors. De impact van die zogeheten ‘industry standard servers’ omvatte niet alleen een verandering op servergebied. maar werd veel groter. Clustering, load-balancing, virtualisatie, storage, networking en andere it-gebieden zijn de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Dit heeft geleid tot ander beheerwerk, nieuwe specialisaties enzovoort.

Van monolithisch naar modulair

Datacenters staan aan de vooravond van veel fundamentele veranderingen. Facebook voert deze nieuwe revolutie aan, gedreven door eigen noodzaak. De social network gigant is namelijk allang tegen de grenzen van de gewone ICT aangelopen. De grote gebruikersaantallen, de hoge beschikbaarheidseisen, de enorme datahoeveelheden, de lijvige analyse van die data drijven Facebook tot nieuwe terreinen en technieken. Natuurlijk is het kostenplaatje een belangrijke factor hierbij.

Monolithische servers, storagesystemen en netwerkapparaten maken plaats voor modulaire middelen. Internetreus Google is jaren terug al overgegaan op ‘wegwerpservers’. Goedkope, energiezuinige moederbordjes in enorme aantallen vullen de datacenters van de zoekreus. Is er iets in de data corrupt of aan de hardware kapot? Dan wordt de betreffende servernode eerst vermeden voor verder gebruik, vervolgens uitgeschakeld en uiteindelijk in een reguliere opruimronde fysiek verwijderd uit de schappen van Googles serverracks.

Natuurlijk draait niet heel Google op dergelijke ‘disposable’ hardware, maar de zoekmachine kan voor een groot deel functioneren op deze manier. Voor meer kritieke toepassingen zijn nieuwe vormen van redundantie en datacontrole ontwikkeld, die ook buiten Google zijn gebracht en door de rest van de wereld worden benut. Evenals Google doet Facebook veel eigen ontwikkelwerk. Naast software betreft dat ook hardware. Facebook herziet de fundamentele bouwblokken die servers, storage, netwerken en datacenters vormen.
Software-defined

Opvallend is dat het social network dit designwerk openlijk deelt. Al in 2011 heeft Facebook de non-profit organisatie Open Compute Project (OCP) opgezet om zijn ontwerpen te delen en in samenwerking met ict-leveranciers breder in de markt te krijgen. Het doel is de verdere ontwikkeling en ook standaardisering van de technologie.

Bovendien belooft het dat de vaak hechte banden tussen software, hardware en de functies daarvan worden verbroken. Hardware wordt ondergeschikt gemaakt aan software. Flexibiliteit, aanpasbaarheid en lagere kosten zijn de sleutelwoorden. Veel leveranciers van datacentersystemen spreken al van de voordelen die dit zogeheten software-defined computing brengt.

Deze aanpak voorziet in meer ‘macht’ voor software om te bepalen hoe en waarvoor hardware zijn vermogen inzet. Voor applicatieservers is dit al een bekende aanpak. De trend van software-defined valt op te splitsen in de diverse deelgebieden van datacenters en it-infrastructuren: software-defined networking, software-defined storage enzovoort.

De OCP-aanpak

Afhankelijk van welke leverancier het pitcht, kan ‘software-defined X’ nog altijd deels gebonden zijn. Gebonden aan een bepaalde technologie, aan bepaalde hardware, aan bepaalde productlijnen van zo’n leverancier. De ontwikkelingen zijn immers nog in beweging en standaarden worden gedefinieerd, doorgedrukt en herzien.

Het door Facebook opgezette Open Compute Project speelt hier ook in mee. Het telt onder de leden nagenoeg alle grote namen uit de it-wereld, inclusief partijen wiens huidige datacenteraanbod wordt ondermijnd of zelfs bedreigd door de OCP-aanpak. Tot op heden werden de vruchten van deze open source hardware voor datacentergebruik vooral geplukt door de grote, it-aanbiedende partijen op de markt. Bedrijven die opereren op zogeheten web-scale, zoals Facebook zelf.

Het social network heeft vorig jaar al gesteld dat het meer dan 1 miljard dollar weet te besparen door het gebruik van Open Compute-hardware in zijn eigen datacenters. Verder hebben cloud-reuzen als Rackspace en IO hun diensten voor verschillende soorten clouds opgebouwd met de hardware-ontwerpen van het Open Compute Project. En Microsoft heeft de OCP-specificaties omarmd voor de infrastructuur waarop het al zijn cloud-diensten aanbiedt, inclusief het zakelijke gebruikte Azure.

Analisten verwachten dat de aanpak en ontwerpen van OCP geleidelijk aan ook doordringen bij non-web-scale organisaties. Die grotere toekomstige gebruikersgroep omvat dan ook reguliere it-afnemers die nu nog eigen, traditionele datacenters hebben. Een nieuw soort systeemintegrator staat op om kleinere organisaties aan deze nieuwe soort IT te helpen. Voor een brede doorbraak moet er nog wel schaalgrootte worden bereikt. Zo is de open source hardware momenteel niet goedkoper in aanschaf dan traditionele datacenterapparatuur. De kostenvoordelen zitten nu nog in de grotere flexibiliteit en de lagere TCO (total cost of ownership).

Renaissance voor de it-afdeling?

Wanneer open source hardware doordringt in de grotere bedrijfswereld heeft dat ook gevolgen voor it-mensen. Niet alleen kan er een nieuwe soort it’er ontstaan, zoals ooit de Windows-mensen als andere ‘stam’ zijn gekomen naast Unix-beheerders. Gebruik van open hardware die met software geheel flexibel valt in te zetten, vereist weer een ander kennisniveau én een andere werkwijze.Onderzoeksbureau Gartner waarschuwt al dat software-defined infrastructuren een flinke impact hebben op conventionele structuren voor it-beheer, -verantwoordelijkheid en -support.

Beheerders krijgen de taak om applicaties en data beschikbaar te stellen op basis van business-vereisten in plaats van op datacentermogelijkheden, zo voorspelt Gartner. De mogelijkheden van datacenters zijn soms beperkt, maar software-defined computing en open source hardware kunnen dat verhelpen. De it-strategie van een organisatie wordt meer en meer een bedrijfskwestie. De it’er levert steeds meer een actieve bijdrage in plaats van dat hij ‘slechts’ faciliteert.

Geef een reactie