De verdere ontwikkeling van immersieve technologieën zoals VR (virtual reality) en AR (augmented reality), en in het verlengde daarvan de metaverse, leiden tot problematische dataverzameling. Dat blijkt uit een nieuwe publicatie van het Rathenau Instituut in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het probleem zit volgens het instituut vooral in het verzamelen van nieuwe typen gegevens van gebruikers. Daarmee liggen beïnvloeding en manipulatie van burgers op de loer. Huidige wetgeving is niet voldoende om deze en andere maatschappelijke risico’s van omvangrijke dataverzameling door grote technologiebedrijven in te perken.
Steeds meer en nieuwe soorten gegevens
De onderzoekers constateren dat de doorontwikkeling en mogelijk brede toepassing van immersieve technologieën verzameling van steeds meer en nieuwe soorten gegevens over gebruikers in de hand werkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om pupilreflexen, irisscans, neurodata en stemgegevens.
De technologie komt letterlijk dichter op de huid en zintuigen van de gebruiker te zitten, waarmee de grens tussen de fysieke en virtuele wereld vervaagt. De huidige wetgeving is daarbij niet voldoende voor een verantwoorde doorontwikkeling. Maatschappelijk debat is nodig over bijvoorbeeld welke typen persoonlijke data al dan niet verzameld mogen worden, onder welke voorwaarden en voor welke specifieke toepassingen.
Veiligheid
Grootschalige verzameling van lichaams- en gedragsgegevens levert risico’s op voor onder meer privacy, democratie en veiligheid. Partijen die deze data in handen hebben kunnen bijvoorbeeld misbruik maken van persoonlijke informatie, door data voor andere doeleinden te gebruiken dan waarvoor ze verzameld zijn.
De verdere ontwikkeling van immersieve technologieën versterkt daarnaast de maatschappelijke risico’s van digitalisering die al bekend zijn. Het gaat dan om een nog grotere afhankelijkheid van grote technologiebedrijven, desinformatie, virtuele agressie of verslaving.
Het is nog niet te laat om afspraken te maken over de bescherming van burgers en de verantwoordelijkheid van ontwikkelaars. ‘Onder de huidige wetgeving mogen bedrijven doorgaans allerlei soorten data verzamelen na toestemming van de gebruiker. Maar als apparaten steeds intiemere data verzamelen, zoals pupilgrootte of breingolven, waaruit emoties of gedachten zijn af te lezen, moeten we ons afvragen of we eigenlijk wel weten waar we toestemming voor geven en of we die verantwoordelijkheid bij de gebruiker willen leggen’, stelt onderzoekscoördinator Mariëtte van Huijstee. ‘Het is nog niet te laat om afspraken te maken over de bescherming van burgers en de verantwoordelijkheid van ontwikkelaars.’
Lees ook:
- Rathenau Instituut: debat quantumtechnologie te eenzijdig
- Papegaaitje willekeur