NZa: ggz-vragenlijsten nodig bij terugdringen wachtlijsten

wit persoon kijkt op papier met vergrootglas. Wachtlijsten

Afgelopen week daagde een groep psychiaters, psychologen en cliënten in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) voor de rechter vanwege de vragenlijsten die behandelaars sinds 1 juli moeten inleveren. De NZa reageert voor het eerst op de aantijgingen. Zij vinden de vraag om data van patiënten essentieel voor het verkorten van de wachtlijsten in de ggz.

Volgens de NZa komt komt daarbij de maatschappelijke opgave waar de geestelijke gezondheidszorg (ggz) voor staat en daarmee ook het doel van de data-uitvraag helaas weinig aan bod. “De zorgprofessionals in de ggz kunnen de grote vraag naar deze zorg niet meer aan., zegt de organisatie in een schriftelijke reactie. “Er zijn lange wachtlijsten en we zien dat mensen met een complexe zorgvraag het langste wachten. Om dit te veranderen, is inzicht nodig in de sector. Welke zorg wordt er ingezet tijdens een behandeling, wat zijn de kosten die dat met zich meebrengt, kunnen we dit voorspellen? Met deze informatie kan de zorg beter worden verdeeld.”

Verantwoordelijkheid nemen

Vanwege een kort geding over de privacy van de data-uitvraag kan de NZa zich niet inhoudelijk in de discussie mengen. “Wel voelen wij ons genoodzaakt om te benadrukken dat de zorgvraagtypering in nauwe samenwerking met het zorgveld op zeer zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. We zien dit terug in het aantal zorgaanbieders dat de gegevens al heeft aangeleverd. Deze aanbieders hebben de verantwoordelijkheid genomen om het inzicht in de sector te vergroten zodat we met z’n allen de wachttijden kunnen aanpakken.”

De NZa stelt dat ze de verzamelde informatie niet kunnen herleiden tot individuele personen. “Net als alle medeontwikkelaars van het zorgprestatiemodel hechten ook wij grote waarde aan de privacy van patiënten. Wij vinden het vanzelfsprekend om te voldoen aan de privacywetgeving. Dat is ook de reden dat wij dit hebben laten toetsen door de Autoriteit Persoonsgegevens.”

De NZa wijst daarmee op de goedkeuring die de Autoriteit eind vorig jaar gaf. Volgens de tegenstanders van de maatregel is die goedkeuring niet goed onderbouwd. Er zou daarvoor herziening moeten plaatsvinden. Of dat bij de rechter komt is nog onduidelijk.

Lees ook:

Gerelateerde berichten...