Programma Smart Industry leidt tot regionale kennis- en testcentra

2023

Het overheidsprogramma Smart Industry leidt tot economische groei, nieuwe diensten en bedrijvigheid. Dat blijkt uit een evaluatie. Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat stuurde het stuk inmiddels naar de Tweede Kamer. Belangrijkste aanbeveling is om de maakindustrie te blijven steunen om te kunnen digitaliseren.

Sinds 2015 werken publiek-private partijen samen om bedrijven uit de maakindustrie te stimuleren met slimme technologie te starten, of verder ontwikkelen. Het ministerie werkt samen met brancheorganisatie FME, Kamer van Koophandel, Koninklijke Metaalunie en TNO.

Slimme straatverlichting

Sinds de start investeerden vooral regionale partijen 370 miljoen euro in een netwerk met 45 Fieldlabs en 5 Smart Industry Hubs. Ruim 680 bedrijven nemen er inmiddels aan deel. Doordat medewerkers relevante technologieën leren toepassen, ontstonden er al nieuwe producten en diensten.

Uit de fieldlabs zijn ook 32 nieuwe bedrijven ontstaan. Zes bedrijven begonnen al met productie van hun idee. Zo werkt een van de bedrijven aan slimme straatverlichting. Door samenwerking van het bedrijfsleven en overheden is in vijf jaar tijd een nationaal netwerk van 50 kennis- en testcentra ontstaan waar ruim 680 bedrijven aan deelnemen.

Groei

Het kabinet wil met de eind afgelopen jaar gepresenteerde Visie op de toekomst van de industrie in Nederland samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen inzetten op groei van de Nederlandse (maak)industrie.  Staatssecretaris Mona Keijzer (EZK) stelt dat het kabinet het goede voorbeeld wil geven. Er gaat via het Nationaal Groeifonds meer dan een miljard euro publiek geld in technologieën als AI en quantum. “Toepassen van deze en andere digitale technologieën leidt tot hogere arbeidsproductiviteit en toekomstige economische groei. Juist op deze toepassingen richt het programma Smart Industry zich.”

Lees ook:

Gerelateerde berichten...