Hoe brengen we innovatie naar de werkvloer?

lampjes peertjes die branden, Active and Assisted Living

In 2008 ging het Europese programma Active and Assisted Living (AAL) van start, waarin ongeveer twintig landen samenwerken aan innovaties voor een zo lang mogelijk zelfstandig en prettig leven voor ouderen. Sinds dit jaar komen er geen nieuwe projecten meer bij en in 2025 moet het allemaal zijn afgerond. Vinden al die innovaties nu hun weg naar de zorgorganisaties?

AAL heeft veertien jaar aan innovaties gebracht die ouderen helpen om fysiek en mentaal gezond en actief te blijven, zo nodig met zorg en ondersteuning van anderen (zie kader ‘Over AAL’). In Nederland werd het programma ondersteund door ZonMw. Rik Wisselink was een van de programmamanagers van AAL in Nederland. Nu is het belangrijk dat de innovaties hun weg vinden naar zorg- en welzijnsorganisaties en rechtstreeks naar senioren, vertelt Wisselink. Presentaties op congressen, kennispleinen waar de kennis wordt gedeeld en samenwerking met onder andere kennisinstituut Vilans – dat zelf ook weer een groot netwerk bij zorgorganisaties heeft en deelneemt aan programma’s van ZonMw – moeten daarvoor zorgen.

Over AAL

Het programma heeft publieke en private partijen bij elkaar gebracht en fungeerde als aanjager van innovatie, zowel nationaal als internationaal. In 2008 had de stimulerende rol van AAL een ander karakter dan afgelopen jaren. Destijds ontstond het idee dat digitale technologie wel eens zou kunnen helpen om de zelfredzaamheid van ouderen te vergroten, belangrijk met het oog op de vergrijzing in Europa. In de jaren daarna verschoof de focus van onderzoek naar concrete productontwikkeling. Daarbij doemde een aantal drempels op: de kennis bij organisaties en het publiek was (en is) beperkt; de financiering was en is lastig vanwege schotten in de bekostiging; en het besef dat je moet werken met standaarden om de interoperabiliteit te bevorderen, was er ook toen nauwelijks.

Baten en kosten

Als altijd spelen hierbij financiële uitdagingen maar ook uitdagingen op de werkvloer, die moet leren werken met andere middelen dan voorheen. Financiële middelen om oplossingen ook op de werkvloer van de zorgorganisatie te laten landen is er in de vorm van een ‘implementatie-impuls’, een eenmalige subsidie om de implementatie te ondersteunen. De structurele subsidie die daarna nodig is, is – zoals we vaker horen – een ingewikkelde kwestie.

Dat komt mede doordat de baten van de meeste innovaties op een andere plek ontstaan dan waar de kosten gemaakt worden. Concreet: de baten liggen vaak bij het ziekenhuis, waar minder mensen hoeven worden opgenomen, als de caresector investeert in technologie.

Omdat ziekenhuiszorg duurder is, verwacht je dat zorgverzekeraars in de rij staan om dergelijke technologie te vergoeden. Maar zorgverzekeraars willen dat wel eerst inzichtelijk hebben. Op mesoniveau, dus in het zorgveld breed, maar ook op microniveau bij de zorgorganisatie zelf. Volgens Wisselink heeft dat ook met vertrouwen te maken, tussen de verzekeraar en de zorgorganisatie die wil investeren in technologische innovatie. “De onderhandelingen tussen een zorgorganisatie en de zorgverzekeraar zijn uiteindelijk mensenwerk. Het kost tijd om over en weer vertrouwen in elkaar te gaan hebben en zo betere afspraken te maken. Zorgorganisaties en verzekeraars zijn hierin zoekende. Ik sprak vanmorgen een bestuurder die graag de heupairbag wil invoeren. Minister Helder noemt die vaak als voorbeeld van technologie waardoor er veel minder ernstige valincidenten zijn. Kwaliteit van leven neemt toe en het betekent minder kosten voor het ziekenhuis. ‘Kwaliteit van leven’ is echter lastig te meten en toch wil de verzekeraar het aangetoond zien. Wat wij momenteel wel vaker zien is dat verzekeraars bereid zijn om een contract voor meerdere jaren aan te gaan voor dit soort investeringen. Dat biedt natuurlijk voor de zorgorganisatie al meer zekerheid omdat je niet meer ieder jaar hoeft te onderhandelen of je die techniek nog wel kunt inzetten.”

Schaarste aan geld, tijd en mensen

Tijd en geld dus zijn nodig om techniek op de werkvloer te doen belanden. Een andere uitdaging is techniek inbedden in het zorgproces. Je bent er niet met simpelweg vertellen dat vanaf nu met techniek gewerkt wordt, zegt Wisselink met gevoel voor understatement. “Mensen zijn gewoontedieren. Ze zijn een bepaalde manier van werken gewend. Bestuurders moeten goed overbrengen waarom bepaalde zorg met digitale middelen wordt ondersteund, en dat begeleiden.”

Maar het ligt zeker niet alleen aan implementatie op de werkvloer. Het begint allemaal in de bestuurskamer. Wisselink: “De zorgorganisatie moet een visie hebben op digitalisering. Het bestuur moet weten waar ze heen willen met de zorg die ze bieden. Dat techniek niet iets is ‘voor erbij’, als extraatje. Er moet het besef zijn dat innovatie van de zorg nodig is om de zorg duurzaam en toegankelijk te houden.”

Medewerkers behouden voor de zorg is enorm belangrijk. Zet je medewerker op 1, zegt Wisselink. “Door medewerkers op de eerste plek te zetten, behouden we ze wellicht voor de zorg. Dat komt ook ten goede aan de klant om wie het gaat.” Blijven inzetten op meer mensen voor de zorg mag dan nodig zijn, binnen de zorgorganisatie moet er ook het besef zijn dat techniek en digitalisering de zorg gaan verrijken.

Anders doen, anders denken

Naast de visie van het bestuur moet de organisatie daar ook naar gaan handelen. Door werkprocessen aan te passen bijvoorbeeld. Implementatie van techniek betekent niet dat je de cliënt een apparaatje geeft om zelf steunkousen mee aan te trekken en er verder niks verandert. Het betekent dat je iedere stap in het werken met deze cliënt opnieuw tegen het licht houdt: hoe gaan we het vanaf nu doen? Welke rol kan techniek innemen en wat willen we dat de professional blijft doen? Wisselink: “In dat proces zitten we nu met de langdurige zorg. Een transformatie naar een andere manier van werken, die niet alleen ‘anders doen’ betekent, maar ook ‘anders denken’. Het is een proces van lange adem. Zelfs zorgorganisaties die vanaf de start betrokken zijn bij de ontwikkeling van techniek hebben moeite om het overal op de werkvloer door te voeren. Dit stuk van de implementatie zat niet in het AAL-programma opgenomen, dat vraagt weer andere expertises. Het is een taai proces, maar het moet wel gebeuren.”

Belangrijke websites

Waar kun je terecht voor technologie en projecten in de langdurige zorg?

www.zonmw.nl/aal: Op deze website vind je niet alleen meer informatie over het AAL-programma zelf, maar ook over de ruim 100 projecten die in Nederland inmiddels zijn gedaan; lessen die tijdens die projecten zijn geleerd staan o.a. in het AAL Inspiratiemagazine. Op https://zonmw.h5mag.com/reisverhalen/cover staan diverse leerlessen;

www.zorgvannu.nl: een overheidswebsite die een overzicht biedt van digitale oplossingen voor de zorg in Nederland. Via filters kun je gemakkelijk relevante oplossingen zoeken;

www.zorginnovatie.nl: Dit is een community voor cocreatie in zorg en welzijn. Iedereen kan hier ideeën delen en bijdragen aan de ideeën van anderen;

www.vilans.nl/thema-s/digitale-zorg/:Vilans is een landelijke kennisorganisatie voor de langdurige zorg.

www.hulpmiddelenwijzer.nl: De Vilans hulpmiddelenwijzer helpt je om een keuze te maken voor de juiste hulpmiddelen, of je nu een zorgprofessional bent, een gemeente, een adviseur of een gebruiker;

www.beteroud.nl: Op deze website vind je een veelheid aan informatie hoe je wonen, welzijn en zorg toekomstbestendig kunt maken. Ook veel van de AAL-opbrengsten zijn hier te vinden;

www.zorgvoorinnoveren.nl: Deze website van het ministerie van VWS bundelt een kennisbank met informatie over financiële ondersteuning. Je kunt er bovendien terecht voor advies op maat. Ben jij ontwikkelaar van technologie om ouderen en mensen met een beperking thuis te ondersteunen en zoek je financiële steun om je innovatie op te schalen, google dan in ieder geval ook even op SET-regeling (Stimulering eHealth Thuis);

Lees ook:

Gerelateerde berichten...