Zorginnovatie doe je samen

Gemeente Dalfsen laat ’t zien

In het kader van de eHealthweek bracht secretaris-generaal Erik Gerritsen een bezoek aan Kulturhus Trefkoele+ in Dalfsen. Daar vertelden vrijwilligers Henk van Lubek en Theo Eilert hem hoe de Uitprobeerdienst voor thuistechnologie zorgvragers en ‑aanbieders bij elkaar brengt. De conclusie van dit werkbezoek: innovatie doe je samen.

De Uitprobeerdienst voor thuistechnologie is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Dalfsen, welzijnsorganisatie SAAM Welzijn, twee wooncorporaties en vijf zorgaanbieders. Mensen die om welke reden dan ook ondersteuning kunnen gebruiken in hun thuissituatie, kunnen een beroep doen op de vrijwilligers van de Uitprobeerdienst. Zij komen op huisbezoek, inventariseren de behoefte, gaan met een checklist het huis door om de woonsituatie in kaart te brengen en geven op basis daarvan advies over beschikbare technologieën die hen zouden kunnen helpen. Als een van die hulpmiddelen de bewoners wat lijkt, kunnen ze het enkele weken gratis proberen, geholpen door de vrijwilligers. Daarna kunnen mensen al dan niet tot aanschaf overgaan.

 

Vraag centraal

Het initiatief is ontstaan in 2010, toen de provincie Overijssel een programma had om woonservicegebieden te stimuleren. Wooncorporaties, zorg- en welzijnsorganisaties zochten de samenwerking op en vonden vervolgens aansluiting bij het programma In voor Zorg van het ministerie van VWS. Henry Mulder werkte in die tijd als zelfstandig adviseur zorgtechnologie voor diverse gemeenten. Hij wist: je moet zorgtechnologie niet aanvliegen vanuit het aanbod, maar vanuit de vraag. Bovendien gaat het alleen vliegen als zorgverleners zien dat het iets voor hun cliënten betekent. Alleen dan zijn zij gemotiveerd om ook andere cliënten te enthousiasmeren. Het lastige is echter: iedereen heeft andere behoeften, er bestaat geen ‘one size fits all’. Zelfs binnen een categorie als dwaaldetectie bestaan zoveel varianten dat het echt zoeken is naar de beste oplossing.

Mulder: “Vanuit die achtergrond is het idee van een Uitprobeerdienst ontstaan, waarbij zorgvragers laagdrempelig kennismaken met technologische oplossingen. Zorgaanbieders zien in de praktijk of iets werkt en ook zij raken bekend met nieuwe technologie, met als gevolg dat ze eerder patiënten wijzen op de Uitprobeerdienst en het balletje gaat rollen.”

De Uitprobeerdienst is overigens alleen bedoeld voor technologie om langer thuis te wonen, niet voor medische toepassingen.

 

Neem de tijd

Inmiddels zijn we negen jaar verder. Het balletje ís gaan rollen, al ging dat niet vanzelf. Mulder: “Het kost tijd en dat komt vooral doordat we dit met veel verschillende partijen zijn begonnen, die allemaal vanuit hun eigen achtergrond kennis en ervaring inbrengen. Dat zorgt voor een vrij lange aanloop, maar tegelijkertijd is dat juist wat dit initiatief zo sterk maakt.”

De uitvoering van de Uitprobeerdienst is belegd bij welzijnsorganisatie SAAM Welzijn. “Zij zijn de meest aangewezen partij omdat zij een breed netwerk hebben en uitstekende voelhoorns. Bovendien zitten zij aan de preventiekant. De eerste hulpvraag is het beste moment om mensen in aanraking te brengen met technologie voor langer thuis wonen. Hoe laagdrempeliger je begint, hoe meer mensen bij vervolgvragen openstaan om technologie als oplossing mee in overweging te nemen.”

Gemiddeld schaft één op de drie mensen de oplossing aan. Dat lijkt een laag succespercentage, maar daar denkt Mulder anders over. “Het laat juist zien dat er geen standaardoplossing is die voor iedereen werkt. Soms is het pas bij de derde oplossing raak. En soms kom je erachter dat er simpelweg geen goede technologische ondersteuning mogelijk is. Of dat een oplossing zoveel keerzijdes heeft dat het niet werkt.”

Hij geeft het voorbeeld van een dame met beginnende dementie die nog graag zelfstandig naar buiten wilde. “We hadden een prachtige tracker die binnen en buiten werkt en zelfs ook voorzien was van valdetectie, maar het is een vrij groot apparaat voor aan je broekriem. Zij was zo ijdel dat ze absoluut niet met ‘dat lelijke ding’ aan haar rok wilde lopen. Vervolgens vonden we een medaillon dat ze prachtig vond, alleen werkte die technisch niet goed. Het kan dus best een zoektocht zijn naar een passende oplossing.”

Naar vrijwilligers voor de huisbezoeken heeft SAAM Welzijn niet lang hoeven zoeken. Eilert en Van Lubek zijn beiden gepensioneerd, hebben een passie voor technologie en waren al actief als vrijwilliger voor een andere organisatie. Zij werden gepolst en zeiden meteen ja. Van Lubek: “Ik begin zelf ook tot de doelgroep te horen en kan me daardoor goed inleven in de situaties die ik aantref. Bovendien vind ik het interessant om te leren wat er allemaal beschikbaar is. Op deze manier blijf ik op een leuke manier actief in het sociale leven.”

 

Samenwerking

Erik Gerritsen is benieuwd hoe de Uitprobeerdienst aan klanten komt. “Weten al die mensen jullie zelf te vinden?” vraagt hij. “Nee”, geeft wethouder Jan Uitslag aan. “De kern van ons succes is samenwerking. Zorgverleners in deze regio weten van de Uitprobeerdienst. Zodra een thuiszorgverpleegkundige of huisarts vermoedt dat iemand baat zou kunnen hebben bij een technologische oplossing, dan verwijzen ze door. Ook de ouderenbonden kennen ons.”

De wooncorporaties zijn een nieuwe partij in het samenwerkingsverband. Harrie Blankenvoort van De Veste is enthousiast. “Wij hebben de taak om ons woningbestand levensloopbestendig te maken en leren graag van wat er in de praktijk gebeurt. Zoals dat het handig is om voortaan bij kozijnen een stopcontact aan te brengen, zodat je makkelijk automatische gordijnrails kunt installeren. Of het neerleggen van loze buizen waar je straks de domitoca-kabels doorheen kunt trekken. Wat ik zo mooi vind aan dit initiatief is dat we aan de bovenkant van elkaar leren. Op bestuursniveau bedenken we hoe we de samenwerking kunnen vormgeven en bijvoorbeeld de opvolging van alarmen inregelen. En aan de onderkant doen bewoners, mantelzorgers en vrijwilligers ervaring op met technologie. Samen zorgen zij ervoor dat de olievlek zich verspreidt.”

Natuurlijk lopen de vrijwilligers vaak tegen mensen aan die niet digitaal vaardig zijn. Eilert: “Daar houden we rekening mee. Als mensen bijvoorbeeld niet gewend zijn om met een smartphone of tablet om te gaan en wij zien veel meerwaarde in een bepaalde app of in videobellen, dan kijken we of de Compaan iets voor hen is. Dat is een ‘foolproof’ tablet waarmee je niets verkeerd kunt doen. Als we zien dat mensen dat aardig oppakken, dan stellen we voor dat ze een digivaardigheidstraining volgen in de Trefkoele+, zodat ze misschien op termijn met een gewone tablet kunnen gaan werken. Wij begeleiden dat traject, zorgen dat de randvoorwaarden zijn ingevuld enzovoort. Het werkt niet om bij die mensen een stuk technologie over de schutting te gooien en te zeggen: ‘succes ermee’.”

 

Experimenteersubsidie

Nu de Uitprobeerdienst zijn succes heeft bewezen, wil het team door naar de volgende stap. Mulder: “We willen er eigenlijk naartoe dat iedereen die zorg verleent bij elke casus zichzelf de vraag stelt: zou eHealth hier kunnen helpen? Het zou fantastisch zijn als we dat erin kunnen brengen.” Dit betekent wel dat nog meer zorgtechnologie gefinancierd moet worden. Voor de gemeente geen probleem als dit leidt tot een besparing op de Wmo. Maar soms worden voordelen vooral door de ziektekostenverzekeraar behaald, bijvoorbeeld als mensen minder vaak naar de huisarts hoeven. “Wij willen die mensen niet in de kou laten staan, maar als er geen businesscase voor ons inzit, dan houdt het op. Wat kan het ministerie daaraan bijdragen?” vraagt wethouder Uitslag aan Erik Gerritsen. Die antwoordt: “De Wlz kent een experimenteerartikel dat is bedoeld om domein-overstijgende experimenten mogelijk te maken. Het is bij de Wlz ondergebracht, omdat die ervan profiteert als mensen langer thuis blijven wonen en een beroep blijven doen op de Wmo en zorgverzekeraars. Want we zien natuurlijk vaker dat de vruchten op een andere plek worden geplukt dan waar de investering wordt gedaan. Dan moet het niet zo zijn dat we die vruchten laten hangen. Als je bezig bent met innovatie waarvan het aantoonbaar is dat het op termijn besparingen oplevert, dan wil het ministerie altijd meedenken over hoe de aanloopinvesteringen betaald moeten worden. We willen ook drempels in wet- en regelgeving wegnemen als die in de weg staan. Er kan veel meer dan mensen vaak denken. Maar loop je toch tegen een drempel aan – financieel of anderszins – klop dan bij het ministerie aan. Want wij zijn alleen maar blij als innovatie van onderaf plaatsvindt. Dat willen we zoveel mogelijk stimuleren.”

 

 

Gerelateerde berichten...