Minister: online gebiedsverbod instellen aan burgemeester

online gebiedsverbod ruzie antisemitisme

Burgemeesters bepalen zelf of ze een online gebiedsverbod instellen of niet. Dat zegt mInister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid. Wel introduceert ze een handreiking waarin een juridisch kader staat voor online monitoring.

Het is het antwoord van Yeşilgöz op Kamervragen van D66 naar aanleiding van een geval eind vorig jaar in Utrecht. Daar legde burgemeester Dijksma een online gebiedsverbod op aan een jongen van 17 uit Zeist. De minister zegt in haar antwoord op de Kamervraag vraag van Joost Sneller en Lisa van Ginneken, Kamerleden van D66. “Handhaving van openbare orde is aan de burgemeester, die daarover verantwoording aflegt aan de gemeenteraad.’

Wel is het zo dat er bezwaar is tegen het besluit van de minister. Burgemeester Dijksma zegt daarover: “Zij zal haar besluit dus moeten heroverwegen en tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open. Vervolgens is het aan de rechter te oordelen over de inzet van een bevoegdheid door de burgemeester, indien er wordt geprocedeerd. Mij past dus een grote mate van terughoudendheid.”

Dwangsom

De zaak kwam aan het rollen toen de zeventienjarige Zeistenaar op de avond van 26 november werd opgepakt omdat hij in Utrecht opgeroepen zou hebben tot rellen in Utrecht. Het online gebiedsverbod houdt in dat de jongen zicht moet onthouden van ‘online uitlatingen die zouden kunnen leiden tot wanordelijkheden in de stad, zoals oproepen om de openbare orde te verstoren’. Houdt hij zich niet aan de bepalingen moet hij een dwangsom betalen van 2500 euro.

De gemeente Haarlem  was Utrecht voor. Haarlem legde op 25 november 2021 een dergelijke maatregel op aan iemand die via een aantal sociale mediakanalen ophitsende berichten rondstuurde. In het overleg van de vier grootste gemeenten spreekt men al langer over de manieren waarop je kunt optreden tegen openbare ordeverstoringen die met haatzaaiene online berichten beginnen.

Onderzoek

Amsterdam zei in mei 2021 al dat ze een onderzoek zijn begonnen naar hoe juridisch houdbaar een online gebiedsverbod eigenlijk is. Want intussen hebben gemeenten er nog weinig ervaring mee en moet je andere gemeenten die het middel ook willen inzetten een helder kader kunnen bieden.

Het ministerie van BZK en Justitie werken intussen ook aan een juridisch kader. De bedoeling is dat er in de loop van dit jaar en handreiking voor gemeenten op tafel ligt. Die gaat vooral over de bevoegdheden van gemeenten als ze online (sociale media) monitoring willen inzetten in de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

Vrijheid van meningsuiting

Volgens burgemeester Dijksma is de straf niet buiten proportie en doet het ook geen afbreuk aan grondwettelijke bepalingen als de vrijheid van meningsuiting. De last onder dwangsom wordt pas ingezet als blijkt dat de verdachte weer opruiende berichten gaat plaatsen ter verstoring van de openbare orde in de stad. Voor de rest kan de jongen gewoon schrijven wat hij wil, als het maar binnen de wet valt.

Juridisch gezien is het online gebiedsverbod gebaseerd op artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet en artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De last onder dwangsom valt onder de strafbaarstelling van wanordelijkheden (oproepen tot rellen), in artikel 2.2 lid 1 sub g van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht 2010.

Als de verdachte toch in de fout gaat en de politie het gedrag weer constateert krijgt de burgemeester een seintje. Die gaat vervolgens over tot het innen van de dwangsom.

Lees ook:

Gerelateerde berichten...